Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Woningkenmerken Regiokenmerken Aantal huishoudens (x 1 000) Gemiddelde woonlasten en woonquote Totale woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Netto woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Bijkomende woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Woonquote (%)
Totaal Oost-Groningen (CR) 12,1 547 377 169 31,7
Zuidwest-Friesland (CR) 9,9 550 401 149 31,6
Zuidoost-Friesland (CR) 14,1 533 383 149 30,9
Zuidoost-Drenthe (CR) 13,0 546 388 158 31,0
Zuidwest-Drenthe (CR) 8,6 560 407 152 32,0
Zuidwest-Overijssel (CR) 10,3 563 414 149 32,8
Zuidwest-Gelderland (CR) 13,0 630 456 174 34,2
Oost-Zuid-Holland (CR) 18,2 588 433 155 33,1
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 24,9 576 412 164 33,0
West-Noord-Brabant (CR) 40,3 587 433 154 33,3
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 37,2 579 446 133 32,8
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 49,6 573 439 135 32,5
Eengezinswoning Oost-Groningen (CR) 8,5 572 380 192 32,1
Zuidwest-Friesland (CR) 7,1 572 404 169 31,7
Zuidoost-Friesland (CR) 9,9 557 390 168 30,8
Zuidoost-Drenthe (CR) 9,1 582 402 180 31,5
Zuidwest-Drenthe (CR) 5,6 593 419 174 32,1
Zuidwest-Overijssel (CR) 5,9 598 427 171 32,7
Zuidwest-Gelderland (CR) 9,4 659 467 192 34,4
Oost-Zuid-Holland (CR) 8,0 665 477 188 34,3
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 9,7 653 452 201 33,7
West-Noord-Brabant (CR) 22,9 634 450 184 33,7
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 21,6 627 466 161 33,3
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 29,8 605 446 158 32,3
Meergezinswoning Oost-Groningen (CR) 3,6 486 370 116 31,0
Zuidwest-Friesland (CR) 2,8 492 394 98 31,4
Zuidoost-Friesland (CR) 4,3 477 370 107 31,0
Zuidoost-Drenthe (CR) 4,0 463 355 109 29,8
Zuidwest-Drenthe (CR) 3,0 497 385 112 31,6
Zuidwest-Overijssel (CR) 4,4 515 396 119 32,9
Zuidwest-Gelderland (CR) 3,6 554 426 128 33,5
Oost-Zuid-Holland (CR) 10,2 527 398 128 32,3
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 15,2 527 386 141 32,5
West-Noord-Brabant (CR) 17,4 525 410 115 32,9
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 15,5 511 418 94 32,1
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 19,7 526 427 99 32,7
Bouwjaar: voor 1945 Oost-Groningen (CR) 2,0 686 448 239 38,3
Zuidwest-Friesland (CR) 1,4 721 513 208 40,4
Zuidoost-Friesland (CR) 1,1 717 483 234 39,8
Zuidoost-Drenthe (CR) 0,9 792 524 268 41,8
Zuidwest-Drenthe (CR) 0,9 728 502 225 40,5
Zuidwest-Overijssel (CR) 1,8 614 441 173 35,6
Zuidwest-Gelderland (CR) 1,1 905 644 261 47,4
Oost-Zuid-Holland (CR) 1,4 742 528 214 41,2
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2,5 661 462 198 38,1
West-Noord-Brabant (CR) 3,0 755 546 209 41,9
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2,3 774 583 191 43,1
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 3,9 657 488 169 37,3
Bouwjaar: 1945 tot 1970 Oost-Groningen (CR) 4,1 505 337 169 29,3
Zuidwest-Friesland (CR) 2,8 497 353 144 28,2
Zuidoost-Friesland (CR) 4,9 488 337 151 28,2
Zuidoost-Drenthe (CR) 4,4 518 355 163 28,9
Zuidwest-Drenthe (CR) 3,2 499 347 152 28,7
Zuidwest-Overijssel (CR) 3,3 519 370 149 30,6
Zuidwest-Gelderland (CR) 3,7 590 405 185 31,7
Oost-Zuid-Holland (CR) 5,5 528 370 158 29,7
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 9,2 526 362 165 30,1
West-Noord-Brabant (CR) 12,7 552 388 164 30,7
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 10,7 552 404 148 30,7
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 15,5 533 389 144 30,0
Bouwjaar: 1970 tot 1990 Oost-Groningen (CR) 4,2 503 351 152 30,2
Zuidwest-Friesland (CR) 3,7 495 356 139 29,1
Zuidoost-Friesland (CR) 5,1 501 359 142 29,8
Zuidoost-Drenthe (CR) 5,1 497 352 144 29,3
Zuidwest-Drenthe (CR) 2,8 534 393 142 30,2
Zuidwest-Overijssel (CR) 2,9 544 399 146 32,3
Zuidwest-Gelderland (CR) 4,5 574 410 165 31,4
Oost-Zuid-Holland (CR) 7,5 554 404 150 31,7
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 8,6 552 394 158 32,3
West-Noord-Brabant (CR) 15,2 545 395 150 31,6
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 14,4 538 408 130 30,9
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 17,2 546 412 134 31,4
Bouwjaar: 1990 tot 2010 Oost-Groningen (CR) 1,5 585 445 140 33,7
Zuidwest-Friesland (CR) 1,6 611 465 146 35,4
Zuidoost-Friesland (CR) 2,2 598 458 141 34,0
Zuidoost-Drenthe (CR) 1,8 608 459 149 34,5
Zuidwest-Drenthe (CR) 1,3 625 480 145 36,2
Zuidwest-Overijssel (CR) 1,6 611 468 143 35,0
Zuidwest-Gelderland (CR) 2,3 642 483 159 35,7
Oost-Zuid-Holland (CR) 2,3 678 529 149 38,6
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 3,7 643 486 158 36,5
West-Noord-Brabant (CR) 6,7 646 507 139 37,2
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 6,2 626 504 122 36,1
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 8,3 632 507 125 35,8
Bouwjaar: 2010 of later Oost-Groningen (CR) 0,3 625 507 118 33,8
Zuidwest-Friesland (CR) 0,5 589 489 100 33,4
Zuidoost-Friesland (CR) 0,9 569 470 100 32,3
Zuidoost-Drenthe (CR) 0,7 604 491 113 33,8
Zuidwest-Drenthe (CR) 0,5 623 515 108 36,3
Zuidwest-Overijssel (CR) 0,8 598 486 112 33,4
Zuidwest-Gelderland (CR) 1,4 677 544 133 36,2
Oost-Zuid-Holland (CR) 1,5 693 570 122 37,1
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 1,0 774 621 153 39,9
West-Noord-Brabant (CR) 2,6 656 548 108 36,6
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 3,6 614 534 80 34,7
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 4,7 633 539 95 34,9
WOZ: tot en met NHG-grens Oost-Groningen (CR) 11,7 530 364 165 31,0
Zuidwest-Friesland (CR) 9,3 514 374 141 30,0
Zuidoost-Friesland (CR) 13,2 507 364 142 29,8
Zuidoost-Drenthe (CR) 12,5 524 371 152 30,2
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de woonlasten van particuliere huishoudens in een woonruimte met een woonfunctie in voorraad (exclusief studentenhuishoudens en andere huishoudens die een adres delen). De cijfers worden gepresenteerd voor zowel eigenaren als voor huurders van een woningcorporatie en huurders van een niet-woningcorporatie en kunnen verder worden uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het huishouden en de woning.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2018

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 zijn definitief, de cijfers over verslagjaar 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 5 juni 2025:
De definitieve cijfers 2022 en de voorlopige cijfers 2023 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 19 september 2024:
Verschillende COROP labels zijn per abuis verwisseld waardoor de cijfers niet op de juiste plek stonden. Dit is gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over verslagjaar 2024 komen beschikbaar in Q1 van 2026.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Gemiddelde woonlasten en woonquote
Totale woonlasten
Totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen. Naast de netto woonlasten van huurders en eigenaren zijn ook de bijkomende woonlasten meegenomen. Deze variabele is een aggregatie van de verschillende woonlasten bestanddelen.
Netto woonlasten
Bij huurders betreft dit de kale huur verminderd met de eventuele huurtoeslag. Bij eigenaren betreft dit de hypotheeklasten, maar ook de OZB belasting, opstalverzekering, onderhoudskosten en indien van toepassing de erfpacht, verminderd met het belastingvoordeel vanwege de eigen woning.
Bijkomende woonlasten
Woonlasten die ieder zelfstandig huishouden heeft, zowel huurders als eigenaren. Dit betreft de belastingen geheven door de gemeenten en de openbare lichamen en de kosten van energie en waterverbruik.
Woonquote
Het percentage van het besteedbaar huishoudinkomen dat besteed wordt aan de totale woonlasten. Het gehanteerde inkomen bij de Woonbase betreft het betaalbudget. Het betaalbudget is het netto inkomen uit tegenwoordige of verleden arbeid, uit kapitaal en uitkeringen, dus na aftrek van belastingen en premies. In afwijking van het besteedbare inkomen worden hier geen uitgaven in verrekend (zoals betaalde hypotheekrente en premie zorgverzekering) en ook geen compensaties voor uitgaven (zoals toeslagen en belastingteruggave voor de eigen woning). De totale woonlasten van huishoudens bevat de netto woonlasten plus de bijkomende woonlasten.