Kerncijfers wijken en buurten 2018

Kerncijfers wijken en buurten 2018

Wijken en buurten Wonen Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (x 1 000 euro) Wonen Woningen naar type Percentage eengezinswoning (%) Wonen Woningen naar type Percentage meergezinswoning (%) Wonen Woningen naar bewoning Percentage bewoond (%) Wonen Woningen naar bewoning Percentage onbewoond (%) Wonen Woningen naar eigendom Koopwoningen (%) Wonen Woningen naar eigendom Eigendom onbekend (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen Huurwoningen totaal (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit woningcorporatie (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit overige verhuurders (%) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar voor 2000 (%) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar vanaf 2000 (%) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Percentage woningen met stadsverwarming (%) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro)
Wielingenbuurt 543 3 97 95 5 33 0 67 12 55 100 0 . 2.500 53,0
Kleingenhout 254 100 0 93 7 76 3 21 15 6 99 1 . 100 32,9
Millingen aan de Rijn 179 87 13 98 2 65 0 35 32 4 87 13 . 4.800 28,5
Millingen aan de Rijn-Oost 164 93 7 99 1 58 0 42 38 4 89 11 . 2.300 26,9
Millingen aan de Rijn-West 190 81 19 98 2 71 0 29 26 3 86 14 . 2.400 29,9
Persingen . 100 0 92 8 84 3 14 0 14 97 3 . 100 .
Persingen . 100 0 92 8 84 3 14 0 14 97 3 . 100 .
Beuningen 235 85 15 97 3 68 1 31 23 8 84 16 . 20.900 32,7
Beuningen 231 82 18 98 2 67 0 33 26 7 83 17 . 14.100 33,8
Beuningen-Buitengebied Noord 384 94 6 92 8 90 1 9 2 7 88 12 . 400 40,7
Beuningen-Buitengebied Zuid . 100 0 74 26 74 19 7 0 7 74 26 . 0 .
Beuningen-Beuningse Plas Plas . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Centrum 192 9 91 90 10 30 5 65 36 30 42 58 . 700 29,0
Beuningen-Centrum Oost 204 92 8 98 2 77 0 23 18 5 92 8 . 1.400 29,2
Beuningen-De Haaghe 408 100 0 99 1 98 0 2 1 1 98 2 . 400 44,1
Beuningen-De Notenhof . 96 4 98 2 96 0 4 0 4 36 64 . 100 43,7
Beuningen-Duivenkamp 192 100 0 98 2 63 0 37 34 3 100 0 . 800 29,4
Beuningen-De Linde . 100 0 100 0 97 0 3 0 3 100 0 . 100 .
Beuningen-Hoeve-1 207 100 0 98 2 66 0 34 31 3 100 0 . 300 32,9
Beuningen-Hoeve-2 201 100 0 99 1 74 0 26 24 2 100 0 . 500 30,7
Beuningen-Hoeve-3 193 100 0 100 0 63 0 37 36 1 100 0 . 200 29,5
Beuningen-De Hutgraaf 215 71 29 87 13 64 0 36 35 1 0 100 . 200 32,5
Beuningen-Schoenaker . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Aalsterveld 162 84 16 99 1 43 0 57 45 12 100 0 . 500 27,9
Beuningen-Olden Tempel 155 78 22 99 1 38 0 62 57 4 84 16 . 1.000 26,1
Beuningen-Blanckenburgh 164 59 41 99 1 59 0 41 39 2 100 0 . 600 27,4
Beuningen-Viermorgen 186 93 7 100 0 54 0 46 45 1 100 0 . 1.100 29,2
Beuningen-Tinnegieter 191 92 8 99 1 68 0 32 26 6 100 0 . 1.500 30,6
Beuningen-Den Balmerd 292 57 43 98 2 67 0 33 16 16 99 1 . 700 39,7
Beuningen-Sportpark De Ooigraaf . . . . . . . . . . . . . 0 .
Beuningen-Heuve-1 254 100 0 99 1 69 0 31 13 18 100 0 . 600 36,4
Beuningen-Heuve-2 247 99 1 99 1 90 0 10 0 10 100 0 . 400 36,3
Beuningen-Heuve-3 248 99 1 100 0 97 0 3 0 3 99 1 . 400 35,8
Beuningen-Heuve-4 375 99 1 99 1 96 0 4 0 4 100 0 . 300 43,2
Beuningen-Beuningse Plas 320 85 15 99 1 89 0 11 9 3 43 57 . 2.100 43,7
Schuilingen 228 74 26 93 7 70 0 30 29 1 100 0 . 700 38,7
Groeningen Centrum 322 99 1 98 2 94 0 6 2 3 79 21 . 300 31,3
Verspr.h. Vierlingsbeek en Groeningen 340 97 3 93 7 89 0 11 0 11 93 7 . 200 33,9
Teteringen 336 85 15 98 2 75 1 23 17 6 71 29 . 6.000 39,3
Teteringen 329 84 16 98 2 75 1 24 18 6 71 29 . 5.800 39,1
Buitengebied Teteringen . 96 4 93 7 82 0 18 0 18 80 20 . 100 39,9
Wijk 04 Ingen 289 91 9 97 3 71 0 29 21 8 86 14 . 1.700 31,2
Ingen 252 88 12 98 2 63 0 37 31 7 83 17 . 900 29,9
Verspreide huizen Millingen 308 85 15 84 16 55 0 45 0 45 90 10 . 200 31,3
Handelspark De Weteringen . . . . . . . . . . . . . 0 .
Wijk 14 Noord Deurningen 279 83 17 72 28 69 14 17 1 16 77 23 . 700 28,3
Noord Deurningen kern 237 99 1 97 3 90 1 10 3 6 79 21 . 300 28,1
Verspreide huizen Noord Deurningen 325 75 25 60 40 60 20 20 0 20 76 24 . 400 28,5
Wijk 19 Deurningen 277 94 6 94 6 79 1 20 10 10 87 13 . 1.600 32,0
Kern Deurningen 249 98 2 97 3 79 1 20 17 3 86 14 . 900 30,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2018.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per oktober 2024
De indicator ‘Gemiddelde woningwaarde’ binnen thema Wonen is alsnog hernoemd tot ‘Gemiddelde WOZ-waarde van woningen’ ten behoeve van de aansluiting op andere verslagjaren. De definitie in deze jaartabel is ongewijzigd gebleven.

Wijzigingen per juni 2023
Binnen het thema bevolking zijn gecorrigeerde cijfers toegevoegd. De correctie is het gevolg van een wijziging in de methode van afronden. Deze afronding hoort aselect te zijn, wat onafhankelijk en willekeurig gebeurt. Dit was niet geheel het geval, omdat door een fout in de toepassing van de methode de cijfers vaker naar beneden dan naar boven werden afgerond. Bij het maken van tellingen over afgeronde aantallen gaf dit in sommige gevallen een vertekend beeld. Er zijn tevens hier en daar zeer kleine verschuivingen in de cijfers van wijken en buurten door de ‘kennis van nu’: daar waar aanvankelijk geen waarnemingen waren en op het moment van correctie wel.
De cijfers, met uitzondering van relatieve cijfers, zijn voor wijken en buurten gecorrigeerd. De correctie heeft geen gevolgen voor de landelijke of gemeentelijke aantallen met betrekking tot de genoemde onderwerpen. De correctie heeft ook geen gevolgen voor aantallen van andere onderwerpen in de tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voor deze tabel zijn geen nadere updates meer te verwachten.

Toelichting onderwerpen

Wonen
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
De gemiddelde waarde onroerende zaken van woonobjecten gebaseerd op de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde).
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf (WOZ-objectcode 10) en woningen met praktijkruimte (WOZ-objectcode 11) met een waarde groter dan nul euro.

De (voorlopig) gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijv:
- 2018: waardepeildatum 1 januari 2017

Wanneer de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen of het aantal WOZ-objecten kleiner is dan 50 wordt er geen WOZ-waarde opgenomen.

Woningen naar type
Er worden twee typen woningen onderscheiden, eengezins en meergezins. Een woning heeft het type meergezins wanneer het samen met andere woningen of (bedrijfs)ruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voorzover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur. Alle overige woningen hebben het type eengezins.
Percentage eengezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal eengezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Eengezinswoning: Elke woning die tevens een geheel pand vormt. Hieronder vallen vrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen, zoals twee onder één kap gebouwde hele huizen, boerderijen met woningen en voorts alle rijenhuizen.
Percentage meergezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal meergezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Meergezinswoning : Elke woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.

Woningen naar bewoning
Een woning is bewoond als er volgens de Basisregistratie Personen (BRP) op peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven op het bijbehorende adres. Alle overige woningen, die wel voor bewoning beschikbaar zijn, worden beschouwd als onbewoond.
Percentage bewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal bewoonde woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).
Percentage onbewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal leegstaande woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Niet-bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari niemand stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen.
Koopwoningen
Woningen die eigendom zijn van de (toekomstige) bewoner(s) of in gebruik als tweede woning.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Huurwoningen
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
Huurwoningen totaal
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
In bezit woningcorporatie
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie.
Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

In bezit overige verhuurders
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder.
Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen.
Particulieren: alle natuurlijke personen.
Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Eigendom onbekend
Woningen waarvan het eigendom niet afgeleid kon worden op basis van diverse registraties zoals het WOZ-register, Personenregister en het woningbestand Kadaster.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
Woningen naar bouwjaar
De aanduiding van het bouwjaar van een pand, waarin een woning zich bevindt. Oorspronkelijk als het pand bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Latere wijziging aan een pand leidt niet tot wijziging van het bouwjaar. Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen, wordt het oudste bouwjaar genomen.
De bouwjaarklasse heeft hier twee waarden:
1) in of na het jaar 2000 gebouwd;
2) vóór het jaar 2000 gebouwd.
Bouwjaar voor 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar vóór 2000, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Bouwjaar vanaf 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar 2000 of later, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Energie
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom. Het betreft voorlopige cijfers.

Percentage woningen met stadsverwarming
Het percentage woningen dat is aangesloten op stadsverwarming.

Stadsverwarming is een verwarmingssysteem waarbij de woningen in een wijk worden verwarmd via een ondergronds netwerk van warmwaterleidingen. In veel gevallen maakt stadsverwarming gebruik van restwarmte van bijvoorbeeld elektriciteitscentrales. Het aardgasverbruik van deze woningen is in veel gevallen zeer laag of zelfs nul. De hoeveelheid warmte die door aangesloten woningen in een jaar wordt afgenomen van de stadsverwarming is niet beschikbaar. Het percentage is vermeld bij tien of meer (bewoonde) woningen. Voor de gemeentes is een percentage van minder dan vijf of groter dan 95 afgerond op vijftallen.

Door een vertraging zijn de cijfers niet op tijd gepubliceerd om in deze tabel opgenomen te worden. Wanneer ze beschikbaar zijn, kunt u ze vinden via het thema energie in StatLine.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.