Koopkrachtontwikkeling personen; huishoudenskenmerken

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Huishoudenskenmerken Mediane koopkrachtontwikkeling (%) Personen met koopkrachtdaling (%) Personen met koopkrachtstijging (%) Koopkrachtontwikkeling (percentielen) 20e percentiel (%) Koopkrachtontwikkeling (percentielen) 40e percentiel (%) Koopkrachtontwikkeling (percentielen) 60e percentiel (%) Koopkrachtontwikkeling (percentielen) 80e percentiel (%)
Totaal personen 3,6 31,1 68,9 -3,8 1,9 5,7 12,8
Type: Eenpersoonshuishouden 2,0 36,7 63,3 -3,5 0,6 3,2 8,3
Type: Meerpersoonshuishouden 4,1 29,0 71,0 -3,3 2,3 6,2 12,9
Type: Eenoudergezin 4,8 29,6 70,4 -3,6 2,5 7,2 15,2
Type: Paar, totaal 4,1 28,0 72,0 -2,7 2,4 6,0 12,3
Type: Paar, zonder kind 2,6 28,7 71,3 -2,1 1,6 3,8 8,4
Type: Paar, met kind(eren) 5,6 25,5 74,5 -2,1 3,7 7,6 14,0
Type: Meerpersoonshuishouden, overig 4,3 31,8 68,2 -4,8 2,1 6,6 14,5
Hoofdkostwinner: tot 25 jaar 15,8 26,7 73,3 -6,1 8,3 27,6 75,7
Hoofdkostwinner: 25 tot 45 jaar 5,0 29,3 70,7 -4,0 2,9 7,0 13,6
Hoofdkostwinner: 45 tot 65 jaar 4,5 30,1 69,9 -3,6 2,5 6,6 14,0
Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder 1,9 31,6 68,4 -2,4 1,0 2,7 5,6
Hoofdkostwinner: 25 tot 35 jaar 4,9 32,3 67,7 -5,9 2,4 7,1 14,8
Hoofdkostwinner: 35 tot 45 jaar 5,1 27,0 73,0 -2,8 3,3 7,0 12,8
Hoofdkostwinner: 45 tot 55 jaar 5,3 27,2 72,8 -2,7 3,3 7,6 14,9
Hoofdkostwinner: 55 tot 65 jaar 3,5 33,6 66,4 -4,5 1,6 5,4 12,3
Hoofdkostwinner: 65 tot 75 jaar 2,0 33,0 67,0 -3,1 1,0 3,0 8,0
Hoofdkostwinner: 75 tot 85 jaar 1,9 28,4 71,6 -1,6 1,2 2,5 4,2
Hoofdkostwinner: 85 jaar of ouder 1,5 35,0 65,0 -2,5 0,6 2,2 4,1
Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 5,0 28,6 71,4 -3,7 3,0 7,1 14,4
Bron: Inkomen als werknemer 5,3 25,7 74,3 -2,2 3,4 7,2 13,9
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 3,1 39,3 60,7 -8,9 0,2 6,0 15,2
Bron: Inkomen als zelfstandig ondernemer 3,5 38,8 61,2 -10,1 0,5 6,4 15,3
Bron: Inkomen als dir.-grootaandeelh. 2,2 39,7 60,3 -5,2 0,1 4,9 13,8
Bron: Inkomen als overige zelfstandige 1,7 41,5 58,5 -6,9 -0,2 4,5 14,8
Bron: Overdrachtsinkomen 1,7 35,0 65,0 -3,1 0,7 2,6 6,0
Bron: Uitkering inkomensverzekering 1,8 32,6 67,4 -2,5 1,0 2,6 5,3
Bron: Uitkering werkloosheid 1,7 46,1 53,9 -14,9 -2,5 5,6 14,6
Bron: Uitkering arbeidsongeschiktheid 2,7 36,7 63,3 -4,2 0,9 4,2 9,9
Bron: Uitkering pensioen 1,8 31,6 68,4 -2,2 1,0 2,5 4,8
Bron: Uitkering sociale voorziening 0,0 49,8 50,2 -4,3 -2,1 2,4 9,2
Bron: Uitkering bijstand 0,2 49,3 50,7 -4,3 -2,0 3,0 10,0
Bron: Uitk. sociale voorziening, overig -0,3 51,2 48,8 -4,2 -2,2 1,2 6,3
Bron: Studiefinanciering 50,7 17,8 82,2 3,3 31,7 74,5 141,5
Woningbezit: eigen woning 3,7 28,8 71,2 -3,1 2,1 5,7 11,7
Woningbezit: huurwoning 3,4 33,6 66,4 -4,0 1,6 5,7 15,0
Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag 4,1 28,6 71,4 -4,0 2,3 6,3 15,3
Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag 2,1 41,2 58,8 -3,8 -0,3 3,9 11,9
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep 0,1 49,7 50,3 -6,8 -2,2 3,3 14,7
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep 2,5 34,7 65,3 -3,5 1,1 4,0 12,2
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep 3,3 27,5 72,5 -2,7 2,0 5,2 12,9
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep 3,8 26,7 73,3 -2,7 2,4 5,8 13,1
Gestandaardiseerd inkomen: 5e 10%-groep 4,2 25,8 74,2 -2,3 2,7 6,1 12,5
Gestandaardiseerd inkomen: 6e 10%-groep 4,4 25,8 74,2 -2,3 2,8 6,3 12,3
Gestandaardiseerd inkomen: 7e 10%-groep 4,4 26,8 73,2 -2,7 2,7 6,3 12,4
Gestandaardiseerd inkomen: 8e 10%-groep 4,3 28,1 71,9 -3,1 2,5 6,3 12,5
Gestandaardiseerd inkomen: 9e 10%-groep 4,2 30,0 70,0 -3,8 2,2 6,2 12,7
Gestandaardiseerd inkomen: 10e 10%-groep 3,1 37,8 62,2 -7,0 0,6 5,7 14,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel bevat gegevens over de dynamische koopkrachtontwikkeling van personen bij gelijke overgangen. Dit betekent dat de koopkrachtontwikkeling alleen getoond wordt voor een bepaalde categorie personen, waarbij een kenmerk in beide jaren hetzelfde is. Bijvoorbeeld in beide jaren voornaamste inkomen werknemer. Personen worden onderscheiden naar kenmerken van het huishouden als samenstelling huishouden, leeftijd, voornaamste inkomensbron, woningbezit en inkomensgroepen.
De gegevens hebben betrekking op alle personen in particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2012.

Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2012 - 2023 zijn definitief.
De cijfers over 2024 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 11 september 2025:
De cijfers over 2023 zijn definitief gemaakt. De voorlopige cijfers over 2024 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen in september 2026 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Mediane koopkrachtontwikkeling
Het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen gedefleerd met behulp van de consumentenprijsindex, waardoor inkomens in de tijd vergelijkbaar worden. Indien het gestandaardiseerde inkomen sterker stijgt dan de prijzen, neemt de koopkracht toe. De koopkracht wordt gebruikt om de (reële) ontwikkeling van het inkomen vast te stellen, maar kan ook worden gebruikt voor het vaststellen van (ontwikkelingen in) welvaartsverschillen tussen huishoudens.

De koopkrachtontwikkeling is de verandering in koopkracht in twee opeenvolgende jaren.
De mediane koopkrachtontwikkeling is de middelste van de naar grootte gerangschikte veranderingen in koopkracht van personen. Dit betekent dat precies de helft van de populatie een lagere of even grote verandering in koopkracht ondervindt.
Personen met koopkrachtdaling
Percentage van de geselecteerde (sub)populatie dat er in koopkracht op achteruit gaat.
Personen met koopkrachtstijging
Percentage van de geselecteerde (sub)populatie dat er in koopkracht op vooruit gaat.
Koopkrachtontwikkeling (percentielen)
De koopkrachtontwikkelingen zijn gerangschikt van laag naar hoog. Percentielen geven de koopkrachtontwikkeling aan waar beneden een bepaald percentage van de bevolking zich bevindt.
20e percentiel
De koopkrachtontwikkeling waarvoor geldt dat 20 procent van de populatie een lagere of even grote koopkrachtontwikkeling ondervindt.
40e percentiel
De koopkrachtontwikkeling waarvoor geldt dat 40 procent van de populatie een lagere of even grote koopkrachtontwikkeling ondervindt.
60e percentiel
De koopkrachtontwikkeling waarvoor geldt dat 60 procent van de populatie een lagere of even grote koopkrachtontwikkeling ondervindt.
80e percentiel
De koopkrachtontwikkeling waarvoor geldt dat 80 procent van de populatie een lagere of even grote koopkrachtontwikkeling ondervindt.