Koopkracht steeg met 0,3 procent in 2023
Het gaat steeds om de doorsnee koopkrachtontwikkeling. De ene helft van de bevolking(sgroep) heeft een lagere koopkrachtontwikkeling, de andere helft heeft een ontwikkeling die minstens zo hoog is of hoger.
Jaar | Koopkrachtontwikkeling (% verandering t.o.v. vorig jaar (doorsnee)) |
---|---|
2014 | 1,9 |
2015 | 1,3 |
2016 | 3,0 |
2017 | 0,7 |
2018 | 0,6 |
2019 | 1,5 |
2020 | 2,5 |
2021 | 1,4 |
2022 | -1,1 |
2023* | 0,3 |
*voorlopige cijfers |
Minder koopkrachtstijging bij hoger inkomen
Voor de tien procent van de bevolking met de laagste inkomens van Nederland steeg de koopkracht met 1,7 procent het meest. Hoe hoger de inkomensgroep, hoe kleiner de koopkrachtverbetering. De twintig procent personen met de hoogste inkomens gingen er in koopkracht op achteruit. Bij de allerhoogste inkomens was de achteruitgang 1,5 procent.
Inkomensgroep | 2023* (% verandering t.o.v. vorig jaar (doorsnee)) |
---|---|
1e (laagste) | 1,7 |
2e | 0,8 |
3e | 0,7 |
4e | 0,3 |
5e | 0,2 |
6e | 0,2 |
7e | 0,1 |
8e | 0,0 |
9e | -0,3 |
10e (hoogste) | -1,5 |
*voorlopige cijfers |
Huishoudens met lagere inkomens hadden in 2023 meer voordeel van koopkrachtverhogende maatregelen tegen de hoge inflatie. Zo ging het minimumloon per 1 januari 2023 omhoog en hieraan gekoppeld ook de bijstandsuitkering en de AOW-uitkering. Daarnaast werd het kindgebonden budget fors verhoogd en ontvingen huishoudens met weinig inkomen meer zorgtoeslag. Tot slot werd er net als in 2022 energietoeslag uitgekeerd en was er een prijsplafond voor energie. De maatregelen hadden mede tot gevolg dat bijstandsontvangers 2,2 procent meer konden kopen dan in 2022. Ook werknemers met relatief weinig inkomen hadden hierdoor duidelijk meer koopkracht.
Inkomensbron | 2022 (% verandering t.o.v. vorig jaar (doorsnee)) | 2023* (% verandering t.o.v. vorig jaar (doorsnee)) |
---|---|---|
Totale bevolking | -1,1 | 0,3 |
Werknemers | -0,4 | 1,1 |
Zelfstandigen | -1,4 | -1,8 |
Pensioen- ontvangers | -3,0 | -0,6 |
Bijstands- ontvangers | 4,7 | 2,2 |
*voorlopige cijfers |
Daar stonden enkele koopkrachtverlagende veranderingen tegenover die de hogere inkomens meer hebben geraakt. Voorbeelden zijn enkele fiscale verhogingen in box 3 van de inkomstenbelasting en een lagere zelfstandigenaftrek. Mede hierdoor daalde de koopkracht van zelfstandigen met 1,8 procent.
Voor personen die afhankelijk zijn van een pensioenuitkering, betekenden de maatregelen vaker een koopkrachtdaling. Alleen de pensioenontvangers met weinig aanvullend pensioen hadden iets meer koopkracht dan in 2022.
Inkomensgroep | Werknemers (% verandering t.o.v. vorig jaar (doorsnee)) | Pensioenontvangers (% verandering t.o.v. vorig jaar (doorsnee)) |
---|---|---|
1e (laagste) | 4,6 | 0,1 |
2e | 3,1 | 0,1 |
3e | 2,6 | -0,4 |
4e | 1,5 | -0,8 |
5e | 1,3 | -1,0 |
6e | 1,0 | -1,2 |
7e | 0,8 | -1,3 |
8e | 0,5 | -1,2 |
9e | 0,3 | -1,6 |
10e (hoogste) | -0,5 | -3,7 |
*voorlopige cijfers |
Verschillende inkomensbronnen in laagste groep van inkomensverdeling
De groep personen met de laagste 10 procent inkomens van de bevolking omvat zowel werknemers als ontvangers van diverse soorten uitkeringen. Vrijwel alle bijstandsontvangers zitten in deze laagste inkomensgroep. Ook pensioenontvangers, en wel de groep met geen of relatief weinig aanvullend pensioen bovenop de AOW, vormen een substantieel aandeel. De meeste personen in huishoudens van pensioenontvangers komen merendeels voor in de tweede, derde en vierde inkomensgroep. In de hogere inkomensgroepen komen ze steeds minder vaak voor. Deze groepen worden gedomineerd door de werkenden met aandelen van 75 tot 90 procent. Een relatief groot deel van de zelfstandigen is vertegenwoordigd in de hoogste inkomensgroep.
Inkomensgroep | Werknemers (% personen) | Zelfstandigen (% personen) | Pensioenontvangers (% personen) | Bijstandsontvangers (% personen) | Overige uitkeringsontvangers (% personen) |
---|---|---|---|---|---|
1e (laagste) | 27,6 | 7,9 | 18,4 | 26,8 | 19,3 |
2e | 36,2 | 5,9 | 43,9 | 3,2 | 10,8 |
3e | 52,6 | 7,6 | 34,3 | 0,5 | 5,0 |
4e | 61,8 | 9,1 | 25,8 | 0,1 | 3,2 |
5e | 68,1 | 10,0 | 19,8 | 0,0 | 2,1 |
6e | 70,8 | 11,0 | 16,7 | 0,0 | 1,5 |
7e | 73,2 | 12,0 | 13,7 | 0,0 | 1,1 |
8e | 74,7 | 13,7 | 10,8 | 0,0 | 0,8 |
9e | 73,5 | 17,1 | 8,8 | 0,0 | 0,6 |
10e (hoogste) | 61,1 | 29,5 | 9,0 | 0,0 | 0,4 |
*voorlopige cijfers |
Bronnen
- StatLine - Koopkrachtontwikkeling personen; persoonskenmerken
- StatLine - Koopkrachtontwikkeling personen; huishoudenskenmerken
Relevante links
- Achtergrond - Wie zit waar in de inkomensverdeling?
- Nieuwsbericht - Energietoeslag dempt koopkrachtverlies in 2022