Ervaren gezondheid, zorggebruik en leefstijl bij kinderen tot 12 jaar

Ervaren gezondheid, zorggebruik en leefstijl bij kinderen tot 12 jaar

Geslacht Leeftijd Marges Perioden Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Consultatiebureau, 0 tot 5 jaar Kinderen met minimaal 1 contact (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met de huisarts Kinderen met minimaal 1 contact (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met de huisarts Contacten per kind (aantal) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met specialist Kinderen met minimaal 1 contact (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met specialist Contacten per kind (aantal) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met tandarts Kinderen met minimaal 1 contact (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met tandarts Contacten per kind (aantal) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met fysio-en oefentherapeut Kinderen met minimaal 1 contact (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact met fysio-en oefentherapeut Contacten per kind (aantal) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact psycholoog/psychiater,4 of ouder Kinderen met minimaal 1 contact (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Contact psycholoog/psychiater,4 of ouder Contacten per kind (aantal) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Ziekenhuisopname afgelopen 12 maanden Opname met overnachting(en) % kinderen met overnachting(en) (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Ziekenhuisopname afgelopen 12 maanden Dagopname % kinderen met dagopname (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Ziekenhuisopname afgelopen 12 maanden Dagopname Dagopnamen per 100 kinderen (aantal) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Kinderen die thuiszorg ontvingen (%) Gezondheid en zorggebruik Zorggebruik Kinderen met zorg in het buitenland (%)
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2014 92,4 59,4 2,8 26,6 1,3 75,7 2,3 6,9 0,9 5,4 0,4 3,5 5,1 6,8 1,9 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2015 95,2 62,7 2,5 29,6 2,0 74,0 2,2 8,2 1,1 6,1 0,4 5,6 6,2 7,0 2,4 3,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2016 94,4 62,2 3,2 27,3 1,5 75,2 2,2 6,5 0,8 7,3 0,5 3,9 6,1 8,0 2,8 3,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2017 94,3 61,6 3,5 30,3 1,8 75,5 2,3 6,7 1,3 5,8 0,7 4,0 7,0 8,0 1,6 2,9
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2018 93,2 60,5 4,0 29,4 2,3 75,6 2,5 8,4 0,9 7,2 0,4 3,6 6,6 8,4 2,1 3,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2019 92,2 63,6 3,6 29,8 1,9 77,5 2,8 9,4 1,2 7,9 0,6 3,7 7,4 12,3 2,0 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2020 87,7 56,2 3,1 24,7 1,4 76,1 2,1 8,3 1,0 6,2 0,5 2,1 4,2 8,7 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2021 84,2 46,5 2,3 26,1 1,7 76,8 3,1 9,6 1,1 5,7 0,6 3,5 5,2 . 1,6 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2022 87,7 58,8 3,9 27,0 1,9 75,1 3,0 7,8 0,7 5,6 0,4 4,3 5,1 . 1,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2023 92,4 60,5 3,8 32,0 2,7 75,7 3,1 9,6 0,9 7,8 0,5 3,9 7,7 . 2,9 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2024 91,4 60,8 3,5 26,6 2,5 78,9 3,3 8,1 0,8 7,0 0,6 3,8 5,6 . 1,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2014/2016 94,0 61,4 2,8 27,8 1,6 75,0 2,2 7,2 0,9 6,2 0,4 4,3 5,8 7,3 2,4 3,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2015/2017 94,6 62,1 3,1 29,1 1,8 74,9 2,2 7,1 1,1 6,4 0,5 4,5 6,5 7,7 2,3 3,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2016/2018 94,0 61,4 3,5 29,0 1,9 75,4 2,4 7,2 1,0 6,8 0,5 3,8 6,6 8,1 2,2 3,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2017/2019 93,2 61,5 3,5 29,7 1,9 77,1 2,6 8,1 1,1 7,0 0,6 3,7 6,9 9,3 1,8 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2018/2020 91,3 60,3 3,6 28,1 1,9 76,4 2,5 8,7 1,0 7,2 0,5 3,2 6,2 9,8 2,2 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2019/2021 88,3 55,9 3,0 27,0 1,7 76,9 2,7 9,1 1,1 6,7 0,6 3,1 5,7 . 2,1 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2020/2022 86,6 54,1 3,1 25,9 1,7 76,0 2,7 8,5 0,9 5,8 0,5 3,3 4,8 . 2,0 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2021/2023 88,2 55,6 3,4 28,4 2,1 75,8 3,1 9,0 0,9 6,4 0,5 3,9 6,0 . 2,1 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Waarde 2022/2024 90,5 60,0 3,8 28,5 2,3 76,6 3,1 8,5 0,8 6,8 0,5 4,0 6,1 . 2,1 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2014 90,1 56,7 2,4 24,2 1,0 73,4 2,0 5,5 0,5 3,9 0,2 2,5 3,9 4,4 1,2 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2015 93,3 60,0 2,2 27,1 1,3 71,5 1,9 6,6 0,7 4,5 0,2 4,4 4,9 5,3 1,6 2,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2016 92,3 59,4 2,7 24,8 1,2 72,8 1,9 5,1 0,5 5,5 0,3 2,8 4,7 5,8 1,9 2,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2017 92,3 59,0 2,9 27,8 1,4 73,1 2,0 5,4 0,7 4,3 0,0 2,9 5,6 6,2 0,9 1,9
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2018 91,1 57,9 3,1 26,9 1,5 73,3 2,2 6,9 0,7 5,5 0,3 2,6 5,3 6,5 1,3 2,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2019 89,9 60,9 3,1 27,3 1,4 75,2 2,5 7,8 0,7 6,1 0,3 2,7 5,9 8,1 1,2 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2020 84,6 53,2 2,5 22,1 1,0 73,5 1,8 6,6 0,6 4,5 0,3 1,3 3,0 3,8 1,8 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2021 80,2 43,2 1,9 23,4 1,3 74,0 2,7 7,8 0,7 4,1 0,3 2,5 3,9 . 1,0 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2022 84,1 55,9 3,4 24,4 1,5 72,4 2,6 6,4 0,4 4,2 0,2 3,2 4,0 . 1,1 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2023 89,5 57,6 3,3 29,4 1,8 73,1 2,7 8,0 0,7 6,1 0,3 2,9 6,3 . 2,0 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2024 88,2 57,9 3,0 24,0 1,7 76,4 2,9 6,6 0,5 5,3 0,3 2,8 4,4 . 1,1 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2014/2016 92,8 59,8 2,6 26,4 1,3 73,6 2,1 6,3 0,7 5,3 0,3 3,7 5,0 6,0 1,9 2,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2015/2017 93,5 60,6 2,8 27,6 1,5 73,5 2,1 6,3 0,8 5,4 0,3 3,8 5,7 6,6 1,8 2,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2016/2018 92,7 59,9 3,2 27,6 1,6 74,1 2,2 6,4 0,8 5,8 0,3 3,2 5,8 7,0 1,7 2,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2017/2019 92,0 60,0 3,2 28,3 1,6 75,8 2,4 7,3 0,9 6,0 0,3 3,1 6,2 7,8 1,4 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2018/2020 89,8 58,7 3,2 26,6 1,5 75,0 2,3 7,8 0,8 6,1 0,3 2,6 5,4 7,7 1,8 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2019/2021 86,3 54,1 2,7 25,5 1,4 75,3 2,5 8,1 0,8 5,7 0,4 2,6 4,9 . 1,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2020/2022 84,5 52,3 2,8 24,4 1,4 74,4 2,5 7,6 0,7 4,9 0,3 2,8 4,1 . 1,6 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2021/2023 86,3 53,9 3,1 26,9 1,8 74,3 2,8 8,0 0,7 5,4 0,3 3,3 5,2 . 1,6 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Ondergrens 95%-interval 2022/2024 88,7 58,3 3,5 27,0 1,9 75,1 2,9 7,6 0,6 5,8 0,4 3,4 5,4 . 1,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2014 94,7 62,1 3,2 29,1 1,6 78,1 2,6 8,2 1,2 6,9 0,6 4,5 6,3 9,3 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2015 97,1 65,3 2,9 32,2 2,7 76,4 2,4 9,7 1,4 7,7 0,6 6,9 7,6 8,6 3,3 4,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2016 96,5 64,9 3,6 29,8 1,8 77,7 2,5 7,9 1,1 9,1 0,7 5,0 7,4 10,3 3,8 4,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2017 96,3 64,3 4,0 32,8 2,3 77,8 2,6 8,1 1,8 7,4 1,5 5,1 8,4 9,7 2,3 3,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2018 95,4 63,2 4,8 31,9 3,1 78,0 2,9 10,0 1,2 9,0 0,5 4,6 8,0 10,4 2,9 4,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2019 94,6 66,3 4,2 32,4 2,3 79,9 3,2 11,0 1,7 9,7 0,9 4,8 8,9 16,5 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2020 90,9 59,1 3,6 27,2 1,7 78,6 2,4 9,9 1,4 8,0 0,7 3,0 5,4 13,6 3,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2021 87,5 49,7 2,7 29,1 2,1 79,5 3,5 11,7 1,4 7,9 1,0 4,9 6,9 . 2,6 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2022 90,5 61,7 4,5 29,7 2,2 77,6 3,4 9,6 0,9 7,5 0,5 5,8 6,6 . 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2023 94,6 63,3 4,4 34,9 3,6 78,2 3,5 11,5 1,2 10,0 0,7 5,3 9,5 . 4,2 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2024 93,7 63,7 4,1 29,3 3,3 81,3 3,7 9,8 1,1 9,1 0,9 5,1 7,2 . 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2014/2016 95,2 62,9 3,1 29,3 1,9 76,4 2,4 8,0 1,1 7,2 0,5 5,0 6,5 8,5 2,9 4,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2015/2017 95,8 63,7 3,3 30,6 2,1 76,3 2,4 8,0 1,3 7,3 0,8 5,2 7,2 8,8 2,8 3,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2016/2018 95,2 63,0 3,9 30,5 2,2 76,8 2,5 8,1 1,2 7,7 0,8 4,4 7,4 9,3 2,6 3,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2017/2019 94,4 63,0 3,9 31,1 2,2 78,4 2,7 9,0 1,4 7,9 0,8 4,3 7,7 10,8 2,3 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2018/2020 92,7 61,9 4,0 29,6 2,2 77,8 2,7 9,6 1,3 8,2 0,6 3,8 6,9 12,0 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2019/2021 90,0 57,6 3,3 28,6 1,9 78,3 2,9 10,1 1,3 7,8 0,7 3,8 6,6 . 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2020/2022 88,4 55,9 3,4 27,5 1,9 77,5 3,0 9,6 1,1 7,0 0,6 4,1 5,7 . 2,6 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2021/2023 89,9 57,3 3,7 30,0 2,5 77,3 3,3 10,0 1,0 7,5 0,6 4,7 6,9 . 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen Totaal Bovengrens 95%-interval 2022/2024 92,0 61,7 4,1 30,1 2,8 78,0 3,4 9,5 0,9 7,9 0,6 4,8 7,0 . 2,7 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2014 95,1 67,7 3,5 26,0 1,2 34,0 1,1 7,7 0,5 . . 8,2 5,5 6,4 4,7 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2015 95,6 74,2 3,0 33,1 2,1 31,2 0,7 9,9 1,0 . . 12,0 7,3 7,7 3,9 5,3
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2016 95,2 74,2 3,9 29,3 1,4 31,8 0,7 5,1 0,3 . . 7,7 6,6 10,4 6,2 4,9
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2017 96,3 75,5 4,6 34,9 2,4 33,6 0,9 5,8 0,5 . . 7,5 9,3 10,1 2,5 3,1
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2018 94,0 72,9 4,5 33,8 1,3 34,4 1,2 7,7 0,7 . . 7,4 7,6 10,7 4,9 3,7
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2019 93,6 75,9 4,9 34,1 1,9 38,8 1,3 9,3 0,6 . . 7,0 8,0 10,3 2,3 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2020 89,1 66,3 3,8 28,0 1,8 35,2 0,7 9,7 1,1 . . 5,4 6,2 8,1 4,7 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2021 83,7 61,0 3,5 30,8 2,1 40,0 1,3 10,0 0,8 . . 8,8 7,7 . 2,3 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2022 88,3 72,5 6,0 30,9 1,9 37,8 1,1 8,9 0,4 . . 7,8 5,4 . 2,6 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2023 93,5 71,4 4,6 34,5 2,4 36,9 1,4 9,6 0,8 . . 7,9 10,4 . 4,0 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2024 92,9 67,4 4,8 24,2 1,6 42,7 1,6 6,9 0,4 . . 6,6 7,8 . 1,3 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2014/2016 95,3 72,0 3,5 29,4 1,6 32,3 0,8 7,6 0,6 . . 9,3 6,5 8,2 4,9 5,1
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2015/2017 95,7 74,7 3,8 32,5 2,0 32,2 0,8 6,9 0,6 . . 9,1 7,8 9,4 4,2 4,4
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2016/2018 95,2 74,2 4,3 32,7 1,7 33,3 0,9 6,2 0,5 . . 7,5 7,9 10,4 4,5 3,9
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2017/2019 94,7 74,5 4,6 33,7 1,8 36,2 1,1 7,6 0,6 . . 7,2 8,2 10,2 3,2 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2018/2020 92,4 71,9 4,4 32,1 1,6 36,1 1,1 8,9 0,8 . . 6,7 7,3 9,8 3,9 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2019/2021 89,1 68,2 4,1 31,1 1,9 38,0 1,1 9,6 0,8 . . 7,0 7,3 . 3,0 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2020/2022 87,1 66,9 4,5 29,9 1,9 37,7 1,0 9,5 0,8 . . 7,3 6,4 . 3,2 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2021/2023 88,7 68,6 4,8 32,1 2,1 38,2 1,3 9,5 0,7 . . 8,1 7,8 . 2,9 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Waarde 2022/2024 91,5 70,4 5,2 29,9 2,0 39,1 1,4 8,5 0,6 . . 7,4 7,8 . 2,6 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2014 93,0 63,1 2,8 21,7 0,8 29,3 0,8 5,1 0,3 . . 5,5 3,3 3,6 2,6 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2015 93,5 69,9 2,3 28,5 0,6 26,6 0,4 6,9 0,4 . . 8,8 4,7 4,9 2,0 3,1
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2016 93,0 69,8 3,1 24,7 0,9 27,1 0,4 2,9 0,1 . . 5,0 4,1 4,8 3,8 2,7
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2017 94,5 71,3 3,7 30,3 1,4 29,0 0,6 3,5 0,2 . . 4,9 6,5 6,8 1,0 1,4
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2018 91,7 68,6 3,7 29,2 0,8 29,8 0,8 5,1 0,2 . . 4,9 5,1 6,7 2,8 1,8
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2019 91,2 71,7 4,1 29,4 1,2 34,0 0,9 6,4 0,2 . . 4,5 5,3 6,1 0,8 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2020 85,8 61,4 2,7 23,2 1,1 30,2 0,4 6,6 0,1 . . 3,0 3,7 4,3 2,4 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2021 79,2 55,5 2,7 25,9 1,4 34,8 0,8 7,0 0,3 . . 6,0 5,1 . 1,1 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2022 84,3 67,4 4,7 26,2 1,2 32,8 0,7 6,2 0,2 . . 5,3 3,4 . 1,3 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2023 90,4 66,4 3,6 29,7 1,6 32,0 0,9 6,9 0,4 . . 5,5 7,6 . 2,3 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2024 89,4 62,2 3,7 20,0 1,0 37,5 1,1 4,7 0,1 . . 4,4 5,4 . 0,5 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2014/2016 94,1 69,4 3,0 26,8 1,0 29,7 0,7 6,1 0,4 . . 7,7 5,1 5,9 3,7 3,5
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2015/2017 94,5 72,2 3,3 29,8 1,4 29,6 0,6 5,5 0,4 . . 7,4 6,2 7,1 3,0 3,2
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2016/2018 93,9 71,7 3,8 30,1 1,3 30,6 0,8 4,9 0,3 . . 6,0 6,3 7,9 3,3 2,8
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2017/2019 93,5 72,1 4,1 31,1 1,4 33,5 0,9 6,1 0,4 . . 5,8 6,7 8,0 2,2 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2018/2020 90,8 69,3 3,9 29,4 1,3 33,4 0,9 7,2 0,4 . . 5,2 5,8 7,4 2,8 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2019/2021 86,9 65,2 3,6 28,3 1,5 35,1 0,9 7,9 0,4 . . 5,6 5,9 . 2,2 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2020/2022 84,8 63,8 3,9 27,1 1,5 34,6 0,8 7,7 0,4 . . 5,8 5,0 . 2,2 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2021/2023 86,5 65,7 4,1 29,3 1,7 35,2 1,0 7,7 0,5 . . 6,5 6,3 . 2,1 .
Totaal mannen en vrouwen 0 tot 4 jaar Ondergrens 95%-interval 2022/2024 89,6 67,6 4,5 27,2 1,5 36,2 1,1 6,9 0,4 . . 6,0 6,3 . 1,8 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers uit de Gezondheidsenquête over gezondheid, zorggebruik en leefstijl van de Nederlandse kinderen van 0 jaar tot 12 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en periode.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 2 april 2025:
Cijfers over 2024 en over de periode 2022 tot en met 2024 werden toegevoegd.
Daarnaast werd de tabel uitgebreid met twee nieuwe variabelen voor 2024. Naast het percentage mensen met een (zeer) goede ervaren gezondheid wordt nu ook het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren gezondheid weergegeven.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2026 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2025.

Toelichting onderwerpen

Gezondheid en zorggebruik
Zorggebruik
Aan de ouder/verzorger wordt gevraagd of hun kind contact heeft gehad met het consultatiebureau, de huisarts, de specialist, de tandarts, de mondhygiënist, de orthodontist , de fysio- en oefentherapeut, de psycholoog, psychotherapeut of psychiater, en of zij behandeld zijn door een alternatief genezer. Ook wordt gevraagd naar ziekenhuisopnamen en dagopnamen, en of kinderen thuiszorg hebben ontvangen. De meeste vragen naar medische contacten worden aan kinderen van alle leeftijden gesteld. Contacten die niet vaak voorkomen bij jonge kinderen worden gesteld vanaf een hogere leeftijd.
Consultatiebureau, 0 tot 5 jaar
Percentage kinderen die op het moment van enquêteren een leeftijd hebben van 0 tot 5 jaar van wie de ouder/verzorger meer dan “0” antwoordt op de vraag: “Hoe vaak is uw kind in de afgelopen 12 maanden naar het consultatiebureau geweest?”. De leeftijdscategorie van 4 tot 8 jaar heeft dus betrekking op kinderen van 4 tot 5 jaar.
Kinderen met minimaal 1 contact
Percentage kinderen dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad
Contact met de huisarts
Vanaf 2021 is de inleidende tekst voor de vraag over huisartscontacten gewijzigd in: Nu iets over contacten met de huisarts. Denkt u hierbij aan bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken, telefonische consulten, beeldbellen, contacten via e-mail of andere e-consulten. Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost moet u ook meetellen. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige moet u niet meetellen.

Tot 2021 was de inleidende tekst ‘Contacten met de huisarts zijn bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken en telefonische consulten. Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost tellen hierbij ook mee. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige tellen niet mee.’
Kinderen met minimaal 1 contact
Percentage kinderen dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad
Contacten per kind
Dit cijfer is het gemiddelde aantal contacten, in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum, per persoon in de bevolking.

Om vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te beperken is respondenten gevraagd naar het aantal contacten in de periode van 4 weken voorafgaand aan de enquêtedatum. Om het gemiddeld aantal contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum te bepalen, is het aantal contacten in 4 weken vermenigvuldigd met 13 (13 periodes van 4 weken = 1 jaar).
Contact met specialist
Vanaf 2021 is de inleidende tekst voor de vraag naar specialist gewijzigd in: ‘Nu iets over contacten met specialisten. Denk hierbij aan contacten met specialisten op de polikliniek, op een afdeling in het ziekenhuis, op de spoedeisende hulp, in een praktijk buiten het ziekenhuis of in een privékliniek. Denk ook aan telefonische consulten, beeldbellen, contacten via e-mail of andere e-consulten. (Contacten met specialisten tijdens een ziekenhuis- of dagopname moet u hier niet meetellen.)’

Tot 2021 was de tekst: ‘Contacten met de specialist kunnen plaatsvinden op de polikliniek, op een afdeling in het ziekenhuis, op de spoedeisende hulp, in een praktijk buiten het ziekenhuis of in een privékliniek. Contacten met specialisten tijdens een ziekenhuis- of dagopname tellen niet mee.’
Kinderen met minimaal 1 contact
Percentage kinderen dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad
Contacten per kind
Dit cijfer is het gemiddelde aantal contacten, in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum, per persoon in de bevolking.

Om vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te beperken is respondenten gevraagd naar het aantal contacten in de periode van 4 weken voorafgaand aan de enquêtedatum. Om het gemiddeld aantal contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum te bepalen, is het aantal contacten in 4 weken vermenigvuldigd met 13 (13 periodes van 4 weken = 1 jaar).
Contact met tandarts
Percentage kinderen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad met de tandarts. Contacten met de mondhygiënist, orthodontist en kaakchirurg tellen niet mee. De vragen worden gesteld aan de ouder/verzorger van kinderen van 1 jaar of ouder. Van kinderen van 0 jaar wordt aangenomen dat ze niet naar de tandarts zijn geweest.
Kinderen met minimaal 1 contact
Percentage kinderen dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad
Contacten per kind
Dit cijfer is het gemiddelde aantal contacten, in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum, per persoon in de bevolking.

Om vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te beperken is respondenten gevraagd naar het aantal contacten in de periode van 4 weken voorafgaand aan de enquêtedatum. Om het gemiddeld aantal contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum te bepalen, is het aantal contacten in 4 weken vermenigvuldigd met 13 (13 periodes van 4 weken = 1 jaar).
Contact met fysio-en oefentherapeut
Cijfers over fysiotherapie en oefentherapie. Fysiotherapie en oefentherapie tijdens ziekenhuis- of dagopname tellen niet mee.
Kinderen met minimaal 1 contact
Percentage kinderen dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.
Contacten per kind
Dit cijfer is het gemiddelde aantal contacten, in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum, per persoon in de bevolking.

Om vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te beperken is respondenten gevraagd naar het aantal contacten in de periode van 4 weken voorafgaand aan de enquêtedatum. Om het gemiddeld aantal contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum te bepalen, is het aantal contacten in 4 weken vermenigvuldigd met 13 (13 periodes van 4 weken = 1 jaar).
Contact psycholoog/psychiater,4 of ouder
Cijfers over contacten met de psycholoog, psychiater of psychotherapeut.
Kinderen met minimaal 1 contact
Percentage kinderen dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad
Contacten per kind
Dit cijfer is het gemiddelde aantal contacten, in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum, per persoon in de bevolking.

Om vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te beperken is respondenten gevraagd naar het aantal contacten in de periode van 4 weken voorafgaand aan de enquêtedatum. Om het gemiddeld aantal contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum te bepalen, is het aantal contacten in 4 weken vermenigvuldigd met 13 (13 periodes van 4 weken = 1 jaar).
Ziekenhuisopname afgelopen 12 maanden
Opname met overnachting(en)
Opnamen in een ziekenhuis of kliniek voor minimaal één nacht.
% kinderen met overnachting(en)
Percentage kinderen met een opnamen in een ziekenhuis of kliniek voor minimaal één nacht in de afgelopen 12 maanden.
Dagopname
Dagopnamen zijn ziekenhuisopnamen zonder overnachting zoals een van te voren geplande kleine ingreep, een kijkoperatie, chemokuur of bestraling.
% kinderen met dagopname
Percentage kinderen in de bevolking dat minstens 1 keer in de periode van 12 maanden vóór de enquêtedatum een dagopname had in het ziekenhuis.
Dagopnamen per 100 kinderen
Het gemiddeld aantal dagopnamen in het ziekenhuis per 100 kinderen per jaar in de bevolking. Vanaf 2021 is er niet meer gevraagd naar het aantal keer dat een respondent werd opgenomen voor een dagopname.
Kinderen die thuiszorg ontvingen
Percentage personen dat in de 12 maanden voorafgaand aan het interview thuis betaalde hulp of zorg vanwege problemen met de gezondheid ontvangt. Het gaat bijvoorbeeld om hulp in het huishouden, hulp bij persoonlijke verzorging, verpleging, kraamzorg of een maaltijdservice zoals ‘tafeltje-dek-je’. Bij betaalde hulp gaat het om hulp betaald door iemand zelf of door een instantie.
Kinderen met zorg in het buitenland
Percentage kinderen dat in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête gebruik heeft gemaakt van de gezondheidszorg in het buitenland, zoals een huisarts, specialist, ziekenhuis of tandarts.
“Vanaf 2019 wordt de vraag over zorg in het Buitenland niet meer gesteld in de gezondheidsenquête.”