Regionale kerncijfers Nederland
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.
Wijzigingen per 31 oktober 2025:
Bevolking - bevolkingsontwikkeling
De definitieve cijfers van 2024 zijn toegevoegd.
Bevolking - bevolkingssamenstelling op 1 januari - inwoners naar stedelijkheidsklasse
De voorlopige cijfers van 2025 zijn bijgesteld.
Bevolking - particuliere huishoudens
De definitieve cijfers van 2025 zijn toegevoegd.
Bouwen en wonen - woningvoorraad
De cijfers van 2022 - 2025 zijn geüpdatet.
Nabijheid
Voor 2023 zijn de cijfers definitief gemaakt.
De voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd.
Milieu en bodemgebruik - bodemgebruik - omgevingsadressendichtheid
De cijfers van 2025 zijn bijgesteld.
Landbouw - mestproductie
De definitieve cijfers van 2024 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
December 2025.
Toelichting onderwerpen
- Bevolking
- De geregistreerde bevolking van Nederland.
- Bevolkingssamenstelling op 1 januari
- Bevolking:
De inwoners van een bepaald gebied.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.- Leeftijd
- Leeftijd per 1 januari.
- Leeftijdsgroepen
- 80 jaar of ouder
- Leeftijdsgroepen, relatief
- 80 jaar of ouder
- Burgerlijke staat
- Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten zichtbaar (minder ongehuwd en meer gescheiden respectievelijk verweduwd).
Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd.
Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was.- Bevolking 15 jaar of ouder
- Inwoners 15 jaar of ouder
- Ongehuwd
- Burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap is aangegaan.
- Gehuwd
- Burgerlijke staat die ontstaat na sluiting van een huwelijk of het aangaan van een geregistreerd partnerschap. Inclusief personen die gescheiden zijn van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.
Per 1 januari 1998 is in Nederland het geregistreerd partnerschap ingevoerd. De registratie van het partnerschap in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) is mogelijk voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
Vanaf 1999 zijn personen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan geteld bij de gehuwden.
Sinds 1 april 2001 is het in Nederland ook voor paren van gelijk geslacht mogelijk in het huwelijk te treden.
- Gescheiden
- Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een huwelijk door echtscheiding of na ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner.
Behalve personen die gescheiden zijn van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.
- Verweduwd
- Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een huwelijk of geregistreerd partnerschap door overlijden van de partner.
- Particuliere huishoudens
- Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Trendbreuk
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling.- Particuliere huishoudens
- Totaal particuliere huishoudens
- Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften voorzien.
Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren met en zonder kinderen, echtparen met en zonder kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens).
- Eenpersoonshuishoudens
- Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
- Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen
- Meerpersoonshuishoudens zonder thuiswonende kinderen.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.
- Meerpersoonshuishoudens met kinderen
- Meerpersoonshuishoudens met thuiswonende kinderen.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen, maar geen pleegkinderen.
- Particuliere huishoudens, relatief
- Eenpersoonshuishoudens
- Particuliere huishoudens bestaande uit één persoon, als percentage van het totaal aantal particuliere huishoudens.
- Gemiddelde huishoudensgrootte
- Het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens.