Regionale kerncijfers Nederland

Regionale kerncijfers Nederland

Regio's Perioden Bouwen en wonen Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Particuliere huishoudens excl. studenten (x 1 000) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Particuliere huishoudens excl. studenten (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Eenpersoonshuishouden (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Eenoudergezin (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Paar, zonder kind (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Paar, met kind(eren) (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Woningbezit: eigen woning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Woningbezit: huurwoning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens excl. studenten (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Eenpersoonshuishouden (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Eenoudergezin (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Paar, zonder kind (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Paar, met kind(eren) (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Woningbezit: eigen woning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Woningbezit: huurwoning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Particuliere huishoudens excl. studenten (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Eenpersoonshuishouden (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Eenoudergezin (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Paar, zonder kind (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Type: Paar, met kind(eren) (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Woningbezit: eigen woning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Woningbezit: huurwoning (1 000 euro) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers, totaal Uitkeringsontvangers, totaal (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers, totaal Tot de AOW- leeftijd (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers, totaal Vanaf de AOW- leeftijd (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Werkloosheid (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand tot de AOW-leeftijd (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Wajong-uitkering (aantal) Sociale zekerheid Uitkeringsontvangers per soort uitkering AOW (aantal) Landbouw Graasdieren Rundvee (aantal) Landbouw Graasdieren Schapen (aantal) Landbouw Graasdieren Geiten (aantal) Landbouw Graasdieren Paarden en pony's (aantal) Landbouw Hokdieren Varkens (aantal) Landbouw Hokdieren Kippen (aantal) Landbouw Hokdieren Kalkoenen (aantal) Landbouw Hokdieren Slachteenden (aantal) Landbouw Hokdieren Overig pluimvee (aantal) Landbouw Hokdieren Konijnen (aantal) Landbouw Hokdieren Edelpelsdieren (aantal) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Totale oppervlakte (are) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Akkerbouw (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Tuinbouw open grond (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Tuinbouw onder glas (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Blijvend grasland (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Natuurlijk grasland (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Tijdelijk grasland (%) Landbouw Oppervlakte cultuurgrond Groenvoedergewassen (%) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Personenauto's (aantal) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Personenauto's, relatief (per 1 000 inwoners) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Personenauto's particulieren (aantal) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Personenauto's particulieren, relatief (per 1 000 inwoners) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Bedrijfsmotorvoertuigen (aantal) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Motorfietsen (aantal) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Motorfietsen, relatief (per 1 000 inwoners) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Voertuigen met bromfietskenteken (aantal) Verkeer en vervoer Motorvoertuigen Voertuigen met bromfietskenteken (%) (per 1 000 inwoners) Nabijheid voorzieningen Gezondheid Afstand tot huisartsenpraktijk (km) Nabijheid voorzieningen Gezondheid Aantal huisartsenpraktijken binnen 3 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Gezondheid Afstand tot huisartsenpost (km) Nabijheid voorzieningen Gezondheid Afstand tot ziekenhuis (km) Nabijheid voorzieningen Gezondheid Aantal ziekenhuizen binnen 20 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Kinderopvang Afstand tot kinderdagverblijf (km) Nabijheid voorzieningen Kinderopvang Aantal kinderdagverblijven binnen 3 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Onderwijs Afstand tot school basisonderwijs (km) Nabijheid voorzieningen Onderwijs Aantal basisonderwijsscholen binnen 3 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Onderwijs Afstand tot school vmbo (km) Nabijheid voorzieningen Onderwijs Aantal scholen vmbo binnen 5 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Onderwijs Afstand tot school havo/vwo (km) Nabijheid voorzieningen Onderwijs Aantal scholen havo/vwo binnen 5 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Detailhandel Afstand tot grote supermarkt (km) Nabijheid voorzieningen Detailhandel Aantal grote supermarkten binnen 3 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Horeca Afstand tot restaurant (km) Nabijheid voorzieningen Horeca Aantal restaurants binnen 3 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot bibliotheek (km) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot bioscoop (km) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Aantal bioscopen binnen 10 km (aantal) Nabijheid voorzieningen Vrije tijd en cultuur Afstand tot zwembad (km) Nabijheid voorzieningen Verkeer en vervoer Afstand tot oprit hoofdverkeersweg (km) Nabijheid voorzieningen Verkeer en vervoer Afstand tot treinstation (km) Lokalisering Gemeenten (aantal) Lokalisering Wijken (aantal) Lokalisering Buurten (aantal) Lokalisering Koppelvariabele regio (code) (code)
Nederland 2025 398 5.060.610 1.402.320 3.655.220 153.870 445.200 63.080 408.730 824.240 140.440 277.610 230.000 3.652.210 3.653.395 678.020 628.967 103.900 9.972.339 88.354.587 447.711 405.566 31.635 260.083 . 180.384.874 30,3 5,1 0,6 36,8 5,0 11,2 11,0 9.247.810 513 8.112.145 450 1.265.892 720.591 40 1.144.561 63 342 3.423 14.729 NL01
Noord-Nederland (LD) 2025 306 513.410 147.720 365.640 14.250 49.740 3.560 45.710 86.010 12.830 21.790 30.680 365.420 927.152 201.249 66.768 20.639 440.214 17.507.349 42.969 0 0 5.000 . 53.403.105 31,8 1,1 0,1 43,7 5,1 10,0 8,3 956.702 539 887.989 501 149.385 91.526 52 114.224 64 40 558 2.259 LD01
Oost-Nederland (LD) 2025 383 998.540 290.570 707.470 30.140 85.770 10.480 78.730 179.060 28.280 54.970 58.520 706.810 1.498.688 158.624 257.150 31.148 2.960.198 29.537.918 93.221 377.758 535 128.583 . 50.787.464 21,7 4,0 0,3 43,1 3,8 12,9 14,3 2.178.717 571 1.826.667 479 315.090 167.131 44 237.699 62 82 724 3.391 LD02
West-Nederland (LD) 2025 432 2.117.990 638.660 1.477.960 71.910 229.020 39.230 209.600 347.150 59.800 126.670 93.330 1.476.360 553.537 227.313 81.018 24.774 433.942 5.783.036 0 0 0 31.300 . 43.294.469 34,9 8,5 1,5 35,1 5,8 8,6 5,7 3.989.769 461 3.490.995 403 513.932 300.876 35 545.928 63 133 1.394 6.063 LD03
Zuid-Nederland (LD) 2025 376 1.063.790 295.210 767.920 35.440 80.410 9.750 74.550 184.220 31.790 64.650 46.760 767.420 674.018 90.834 224.031 27.339 6.137.985 35.526.284 311.521 27.808 31.100 95.200 . 32.899.836 35,3 8,8 0,7 18,0 5,7 14,1 17,4 2.122.622 559 1.906.494 502 287.485 161.058 42 246.710 65 87 747 3.016 LD04
Groningen (PV) 2025 295 168.430 55.270 113.330 4.910 19.840 1.460 18.510 31.370 4.570 7.490 11.370 113.250 192.988 60.865 11.358 4.073 123.574 4.293.823 18.779 0 0 0 . 15.920.593 52,7 0,8 0,0 29,4 3,6 8,0 5,6 305.391 507 276.699 459 44.432 28.228 47 36.038 60 10 123 644 PV20
Fryslân (PV) 2025 304 189.980 51.030 138.770 5.330 18.340 1.130 16.840 28.130 3.920 7.500 10.810 138.700 517.301 102.053 28.845 10.933 137.934 5.819.813 0 0 0 5.000 . 22.665.198 10,3 0,7 0,0 65,7 5,8 9,5 8,0 361.837 545 338.646 510 63.776 33.828 51 45.110 68 18 246 936 PV21
Drenthe (PV) 2025 323 155.000 41.430 113.540 4.010 11.560 970 10.360 26.510 4.340 6.800 8.510 113.470 216.863 38.331 26.565 5.633 178.706 7.393.713 24.190 0 0 0 . 14.817.315 42,3 2,2 0,1 25,3 5,7 12,8 11,5 289.474 571 272.644 538 41.177 29.470 58 33.076 65 12 189 679 PV22
Overijssel (PV) 2025 356 318.090 95.270 222.760 9.650 28.360 3.830 26.260 58.750 9.400 15.790 20.270 222.490 596.009 57.868 94.967 10.957 1.330.279 10.484.345 0 111.708 0 69.527 . 19.592.535 10,7 1,1 0,1 52,9 3,9 14,4 16,9 632.485 529 576.430 482 94.055 55.731 47 75.768 63 25 274 1.088 PV23
Flevoland (PV) 2025 379 97.610 34.620 62.840 4.310 10.520 1.570 9.550 20.270 3.510 7.610 5.420 62.740 61.754 8.222 8.682 1.583 85.245 2.669.123 22.767 55.645 0 0 . 8.886.087 69,1 9,2 0,5 4,4 1,6 10,6 4,6 415.274 910 201.318 441 59.373 16.911 37 27.010 59 6 103 487 PV24
Gelderland (PV) 2025 398 582.840 160.680 421.870 16.190 46.890 5.080 42.920 100.050 15.370 31.570 32.830 421.580 840.925 92.534 153.501 18.608 1.544.674 16.384.450 70.454 210.405 535 59.056 . 22.308.841 12,5 4,4 0,3 49,9 4,6 12,6 15,7 1.130.958 523 1.048.919 485 161.662 94.489 44 134.921 62 51 347 1.816 PV25
Utrecht (PV) 2025 480 325.190 95.380 229.580 11.310 29.190 4.030 26.970 56.330 9.940 22.260 14.590 229.350 203.245 33.262 37.035 6.419 238.179 2.273.750 0 0 0 31.300 . 7.141.492 2,6 3,5 0,1 70,2 6,8 8,3 8,5 789.682 560 587.337 417 111.695 48.512 34 71.718 51 26 222 970 PV26
Noord-Holland (PV) 2025 480 732.580 226.850 505.430 27.720 77.490 14.310 69.860 124.900 24.240 45.110 31.990 504.910 145.698 89.226 19.410 7.447 17.528 1.063.019 0 0 0 0 . 12.559.551 23,9 16,1 0,8 33,5 5,7 15,4 4,5 1.281.857 428 1.152.956 385 158.464 107.054 36 187.722 63 44 485 2.131 PV27
Zuid-Holland (PV) 2025 390 946.050 290.050 655.190 30.310 114.860 20.110 105.760 149.170 22.970 54.020 42.270 654.370 154.987 72.367 19.453 8.119 116.632 473.934 0 0 0 0 . 11.700.106 29,9 6,2 4,2 43,6 6,4 4,8 4,8 1.700.604 440 1.545.062 400 210.448 125.272 32 255.001 66 50 518 2.509 PV28
Zeeland (PV) 2025 319 114.180 26.380 87.750 2.570 7.480 790 7.010 16.740 2.660 5.290 4.480 87.730 49.607 32.458 5.120 2.789 61.603 1.972.333 0 0 0 0 . 11.893.320 70,7 5,5 0,2 7,5 4,6 5,3 6,3 217.626 554 205.640 523 33.325 20.038 51 31.487 80 13 169 453 PV29
Noord-Brabant (PV) 2025 406 700.640 190.120 510.100 24.110 53.150 6.350 49.100 115.870 19.990 42.710 29.640 509.770 561.072 64.475 176.936 18.826 4.797.156 21.830.994 128.146 19.788 31.100 78.603 . 23.394.809 32,5 7,5 0,7 18,6 5,3 16,1 19,3 1.503.993 565 1.316.255 494 217.174 111.164 42 168.457 63 56 495 2.084 PV30
Limburg (PV) 2025 311 363.150 105.080 257.820 11.330 27.260 3.400 25.450 68.350 11.800 21.940 17.120 257.650 112.946 26.359 47.095 8.513 1.340.829 13.695.290 183.375 8.020 0 16.597 . 9.505.028 42,3 12,1 0,9 16,3 6,7 9,1 12,7 618.629 545 590.239 520 70.311 49.894 44 78.253 69 31 252 932 PV31
Oost-Groningen (CR) 2025 266 46.410 14.640 31.890 1.200 4.170 270 3.900 9.530 1.750 2.130 3.090 31.870 40.831 5.808 7.490 526 97.666 1.661.325 0 0 0 0 . 5.114.925 73,3 0,7 0,0 9,1 3,5 7,0 6,3 80.444 578 77.425 556 11.568 8.674 62 8.563 62 5 31 158 CR01
Delfzijl en omgeving (CR) 2025 250 14.840 4.270 10.590 340 1.400 100 1.320 2.590 370 670 860 10.580 26.237 4.701 41 312 4.554 688.428 0 0 0 0 . 2.134.877 53,4 0,7 0,0 27,3 2,0 10,9 5,6 24.498 547 23.802 531 2.978 2.873 64 2.678 60 1 19 92 CR02
Overig Groningen (CR) 2025 309 107.180 36.350 70.850 3.370 14.260 1.100 13.290 19.250 2.460 4.700 7.420 70.790 125.920 50.356 3.827 3.235 21.354 1.944.070 18.779 0 0 0 . 8.670.790 40,3 0,8 0,1 41,9 4,0 7,8 5,2 200.449 479 175.472 419 29.886 16.681 40 24.797 59 4 73 394 CR03
Noord-Friesland (CR) 2025 284 92.440 26.510 65.810 2.590 10.360 620 9.480 13.970 2.040 3.780 5.200 65.770 184.323 58.210 10.529 4.332 35.300 2.960.428 0 0 0 5.000 . 9.675.536 18,3 1,0 0,1 59,7 7,3 8,5 5,2 170.854 518 162.552 493 28.277 15.537 47 23.181 70 11 107 446 CR04
Zuidwest-Friesland (CR) 2025 334 40.990 9.120 31.810 1.040 3.080 170 2.840 5.130 720 1.450 1.840 31.800 171.268 19.358 10.930 3.149 24.455 862.418 0 0 0 0 . 6.670.132 3,7 0,4 0,0 75,1 4,3 8,5 8,0 78.234 548 74.219 520 14.181 7.550 53 8.660 61 2 72 225 CR05
Zuidoost-Friesland (CR) 2025 317 56.550 15.400 41.150 1.700 4.910 340 4.520 9.030 1.160 2.270 3.760 41.130 161.710 24.485 7.386 3.452 78.179 1.996.967 0 0 0 0 . 6.319.530 4,9 0,7 0,0 65,0 4,9 12,1 12,4 112.749 589 101.875 532 21.318 10.741 56 13.269 69 5 67 265 CR06
Noord-Drenthe (CR) 2025 352 59.520 14.740 44.730 1.470 4.300 330 3.680 9.160 1.350 2.290 3.380 44.710 79.711 16.167 9.289 2.515 34.470 3.106.041 24.190 0 0 0 . 5.875.882 41,7 3,0 0,0 24,0 8,5 12,1 10,7 114.898 583 104.828 532 14.228 11.263 57 11.876 60 5 69 291 CR07
Zuidoost-Drenthe (CR) 2025 283 55.280 16.550 38.770 1.440 4.590 380 4.200 10.820 1.900 2.830 2.890 38.750 59.989 8.059 8.219 1.523 94.079 2.809.653 0 0 0 0 . 5.607.844 60,6 1,5 0,3 13,3 2,6 12,0 9,7 98.337 573 94.925 553 14.775 10.519 61 12.486 73 3 61 209 CR08
Zuidwest-Drenthe (CR) 2025 333 40.210 10.140 30.040 1.100 2.670 260 2.480 6.520 1.080 1.680 2.240 30.010 77.163 14.105 9.057 1.595 50.157 1.478.019 0 0 0 0 . 3.333.589 12,8 1,8 0,0 47,9 6,0 15,6 15,9 76.239 553 72.891 529 12.174 7.688 56 8.714 63 4 59 179 CR09
Noord-Overijssel (CR) 2025 371 94.900 27.090 67.720 2.970 8.150 710 7.430 16.370 2.600 4.110 6.420 67.670 277.597 31.812 38.046 3.515 362.224 4.615.305 0 106.819 0 0 . 8.804.123 12,0 1,2 0,1 54,2 4,7 13,5 14,3 199.313 511 185.393 475 33.537 19.713 51 24.514 63 8 111 421 CR10
Zuidwest-Overijssel (CR) 2025 377 43.840 13.310 30.540 1.400 3.890 360 3.580 8.260 1.360 2.500 2.710 30.520 68.302 8.574 18.253 1.787 229.655 1.358.034 0 0 0 22.955 . 2.802.957 10,2 0,7 0,0 55,3 3,4 13,5 16,9 81.866 506 76.858 475 9.809 7.153 44 9.878 61 3 36 130 CR11
Twente (CR) 2025 343 179.350 54.880 124.500 5.280 16.320 2.760 15.260 34.120 5.450 9.190 11.140 124.300 250.110 17.482 38.668 5.655 738.400 4.511.006 0 4.889 0 46.572 . 7.985.456 9,4 1,3 0,0 50,6 3,2 15,6 19,9 351.306 546 314.179 488 50.709 28.865 45 41.376 64 14 127 537 CR12
Veluwe (CR) 2025 428 185.430 47.760 137.600 4.700 12.180 1.270 11.060 31.490 4.990 9.340 10.770 137.490 481.157 35.060 58.624 6.498 396.602 9.853.339 6.025 186.512 0 6.541 . 5.272.551 8,3 1,4 0,1 60,7 4,0 10,1 15,4 380.989 524 344.688 474 62.004 31.363 43 47.884 66 16 112 524 CR13
Achterhoek (CR) 2025 362 125.250 30.610 94.540 2.940 7.380 620 6.670 20.790 3.500 6.470 6.540 94.490 222.076 18.623 31.848 4.743 818.657 2.623.017 0 23.893 310 32.234 . 9.356.508 13,3 0,8 0,0 47,4 2,2 17,2 19,1 230.319 565 219.618 538 31.718 22.251 55 23.927 59 11 59 453 CR14
Arnhem/Nijmegen (CR) 2025 382 210.180 67.060 143.050 6.740 23.600 2.770 21.710 37.850 5.400 12.090 13.050 142.940 54.123 10.641 25.702 4.504 182.718 839.864 0 0 225 14.808 . 3.507.248 20,6 4,1 0,5 42,6 10,8 8,7 12,8 373.380 485 352.278 458 39.074 28.799 37 45.742 59 16 131 599 CR15
Zuidwest-Gelderland (CR) 2025 425 61.980 15.250 46.690 1.810 3.730 420 3.480 9.920 1.470 3.680 2.470 46.660 83.569 28.210 37.327 2.863 146.697 3.068.230 64.429 0 0 5.473 . 4.172.535 9,0 16,6 1,1 48,1 5,4 8,7 11,1 146.270 569 132.335 515 28.866 12.076 47 17.368 68 8 45 240 CR16
Utrecht (CR) 2025 480 325.190 95.380 229.580 11.310 29.190 4.030 26.970 56.330 9.940 22.260 14.590 229.350 203.245 33.262 37.035 6.419 238.179 2.273.750 0 0 0 31.300 . 7.141.492 2,6 3,5 0,1 70,2 6,8 8,3 8,5 789.682 560 587.337 417 111.695 48.512 34 71.718 51 26 222 970 CR17
Kop van Noord-Holland (CR) 2025 361 110.170 28.890 81.350 2.600 6.260 750 5.830 20.430 3.700 5.700 6.310 81.310 71.922 53.191 10.001 1.761 10.448 635.686 0 0 0 0 . 7.158.872 29,7 23,8 0,8 17,2 3,0 20,4 5,1 202.958 522 193.427 498 36.233 21.091 54 24.838 64 11 108 536 CR18
Alkmaar en omgeving (CR) 2025 436 72.850 19.670 53.210 1.800 4.840 620 4.450 13.330 2.430 4.000 4.010 53.170 16.754 8.482 792 1.558 2.212 116.501 0 0 0 0 . 1.315.974 12,3 16,3 0,8 45,8 9,0 11,9 3,9 130.275 506 121.487 471 15.969 12.037 47 16.422 64 4 51 191 CR19
IJmond (CR) 2025 419 55.230 14.770 40.440 1.330 4.150 460 3.970 9.520 1.840 3.300 2.360 40.410 6.596 2.977 100 739 0 0 0 0 0 0 . 372.875 1,4 6,3 0,5 65,1 16,7 5,5 4,4 100.667 497 96.067 474 12.278 9.509 47 13.289 66 5 41 162 CR20
Agglomeratie Haarlem (CR) 2025 560 59.700 16.390 43.350 2.290 4.730 610 4.340 9.600 2.040 3.520 2.430 43.310 366 151 0 229 9 1.783 0 0 0 0 . 31.557 1,0 16,5 0,3 73,6 8,3 0,3 0,0 101.199 426 92.934 392 8.254 7.169 30 12.533 53 4 33 166 CR21
Zaanstreek (CR) 2025 393 45.710 15.120 30.620 1.450 4.150 540 3.900 9.760 1.980 3.440 2.090 30.590 9.194 3.717 3.976 487 0 14.829 0 0 0 0 . 528.828 3,5 0,2 0,2 77,7 13,4 2,9 2,2 81.754 456 76.100 425 9.978 7.830 44 13.037 73 2 22 93 CR22
Groot-Amsterdam (CR) 2025 509 325.320 117.200 207.700 15.880 48.880 10.790 43.190 54.150 10.580 22.140 12.820 207.390 36.137 18.220 4.416 2.112 4.857 294.220 0 0 0 0 . 2.864.363 23,5 2,6 1,2 51,8 7,2 9,6 4,0 541.172 365 458.879 310 64.201 40.540 27 93.350 63 12 193 818 CR23
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2025 558 63.610 14.800 48.770 2.380 4.490 530 4.180 8.120 1.670 3.020 1.970 48.740 4.729 2.488 125 561 2 0 0 0 0 0 . 287.082 2,5 0,6 0,1 75,0 15,3 2,5 3,9 123.832 504 114.062 464 11.551 8.878 36 14.253 58 6 37 165 CR24
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2025 463 107.170 25.700 81.370 3.140 7.550 990 7.000 15.360 2.430 5.170 5.000 81.310 16.852 7.830 506 1.039 11.458 14.288 0 0 0 0 . 1.152.152 10,5 24,4 1,2 54,0 3,1 3,1 3,6 195.084 436 183.407 410 22.215 15.792 35 31.775 71 11 64 329 CR25
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2025 404 220.390 77.090 143.070 7.330 32.580 6.470 29.230 38.450 6.190 14.650 9.810 142.830 5.412 3.637 84 803 2 0 0 0 0 0 . 357.481 0,9 0,4 8,1 72,8 12,2 2,9 2,6 371.252 402 329.960 357 38.186 23.418 25 54.832 59 6 88 388 CR26
Delft en Westland (CR) 2025 412 55.740 14.670 40.980 1.460 4.950 840 4.660 8.480 1.270 2.910 2.530 40.930 7.251 3.004 356 640 0 0 0 0 0 0 . 664.479 2,5 3,3 45,1 38,7 5,1 3,8 1,6 105.374 427 95.790 389 18.416 8.409 34 17.663 72 3 25 181 CR27
Oost-Zuid-Holland (CR) 2025 407 86.830 21.200 65.490 2.360 6.190 780 5.870 13.010 1.950 4.600 4.220 65.460 57.585 26.732 4.034 1.699 68.871 288.389 0 0 0 0 . 2.614.295 6,4 2,7 1,0 70,1 9,7 5,2 4,9 171.130 486 160.419 456 25.331 16.294 46 22.939 65 6 61 335 CR28
Groot-Rijnmond (CR) 2025 359 377.570 123.070 254.230 13.480 54.420 9.840 50.510 56.830 8.470 20.480 16.180 253.870 23.609 21.064 6.731 2.363 832 171.257 0 0 0 0 . 5.033.618 60,7 6,8 2,5 14,5 5,8 5,0 4,7 664.586 440 604.498 400 78.211 47.751 32 102.283 68 15 189 777 CR29
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2025 362 98.350 28.330 70.040 2.540 9.180 1.190 8.490 17.060 2.660 6.200 4.530 69.970 44.278 10.100 7.742 1.575 35.469 0 0 0 0 0 . 1.878.080 7,2 0,7 0,1 74,9 4,7 5,3 7,1 193.178 505 170.988 447 28.089 13.608 36 25.509 67 9 91 499 CR30
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2025 289 32.660 7.350 25.290 680 1.760 250 1.670 5.030 930 1.440 1.330 25.280 21.209 6.706 904 920 18.575 661.236 0 0 0 0 . 5.185.559 77,6 2,2 0,2 6,0 3,8 4,2 6,0 62.465 589 60.141 567 8.570 5.205 49 6.984 66 3 60 124 CR31
Overig Zeeland (CR) 2025 332 81.520 19.030 62.460 1.890 5.720 540 5.340 11.710 1.730 3.840 3.140 62.450 28.398 25.752 4.216 1.869 43.028 1.311.097 0 0 0 0 . 6.707.761 65,3 8,1 0,3 8,6 5,1 6,2 6,4 155.161 541 145.499 507 24.755 14.833 52 24.503 85 10 109 329 CR32
West-Noord-Brabant (CR) 2025 383 177.770 47.670 130.110 5.750 14.590 1.600 13.590 28.040 4.390 9.530 7.100 130.020 75.072 15.263 14.437 3.136 351.280 2.045.851 0 0 0 0 . 6.395.857 44,6 10,9 1,2 14,2 5,4 12,1 11,4 413.535 632 325.619 498 56.343 27.343 42 38.931 60 13 99 404 CR33
Midden-Noord-Brabant (CR) 2025 381 131.730 37.520 94.080 4.810 11.620 1.200 10.580 21.650 3.390 8.310 5.610 94.010 131.613 9.855 53.819 3.179 518.600 2.134.269 48.109 0 0 16.660 . 4.377.457 31,2 5,7 0,3 21,6 7,0 16,8 17,4 285.334 557 246.678 482 41.365 19.938 39 31.443 61 11 142 521 CR34
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2025 427 182.360 48.440 133.800 5.950 10.960 1.470 10.260 32.360 5.970 11.890 8.320 133.730 198.690 18.791 83.452 6.380 2.114.359 7.349.447 55.826 0 0 22.462 . 6.881.418 24,0 7,4 0,3 22,7 4,9 16,3 24,4 382.350 561 347.003 509 60.502 30.001 44 44.728 66 11 113 592 CR35
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2025 422 208.780 56.500 152.120 7.590 15.990 2.080 14.670 33.810 6.240 12.980 8.610 152.020 155.697 20.566 25.228 6.131 1.812.917 10.301.427 24.211 19.788 31.100 39.481 . 5.740.076 30,2 5,3 0,7 16,4 4,3 19,8 23,4 422.774 518 396.955 486 58.964 33.882 42 53.355 65 21 141 567 CR36
Noord-Limburg (CR) 2025 349 84.800 21.860 62.930 3.170 5.960 710 5.480 13.060 2.410 4.860 3.790 62.890 41.066 11.727 26.452 3.249 826.958 6.493.535 131.019 0 0 5.199 . 3.607.243 35,2 20,5 2,2 13,3 6,8 9,9 12,1 160.260 550 152.179 522 20.646 13.236 45 19.330 66 8 87 292 CR37
Midden-Limburg (CR) 2025 342 76.500 20.370 56.010 2.330 4.480 680 4.200 13.920 2.270 5.040 3.340 55.990 41.830 5.607 19.815 2.844 500.819 6.835.412 28.715 8.020 0 11.398 . 3.138.615 46,2 9,9 0,2 13,5 6,4 10,2 13,7 139.484 572 132.892 545 17.663 11.653 48 16.832 69 7 72 219 CR38
Zuid-Limburg (CR) 2025 284 201.850 62.850 138.880 5.830 16.820 2.010 15.770 41.370 7.130 12.040 10.000 138.780 30.050 9.025 828 2.420 13.052 366.343 23.641 0 0 0 . 2.759.170 47,1 3,5 0,0 23,4 7,1 6,7 12,2 318.885 531 305.168 508 32.002 25.005 42 42.091 70 16 93 421 CR39
Flevoland (CR) 2025 379 97.610 34.620 62.840 4.310 10.520 1.570 9.550 20.270 3.510 7.610 5.420 62.740 61.754 8.222 8.682 1.583 85.245 2.669.123 22.767 55.645 0 0 . 8.886.087 69,1 9,2 0,5 4,4 1,6 10,6 4,6 415.274 910 201.318 441 59.373 16.911 37 27.010 59 6 103 487 CR40
Aa en Hunze 2025 371 8.400 1.700 6.680 180 400 30 360 1.130 170 290 420 6.680 11.452 4.060 214 873 0 691.733 0 0 0 0 . 1.476.877 55,2 0,4 0,0 14,3 11,7 10,7 7,7 16.066 619 15.373 593 2.367 1.821 70 1.547 60 1 21 54 GM1680
Aalburg 2025
Aalsmeer 2025 526 7.280 1.600 5.660 260 370 50 360 980 160 400 260 5.660 49 31 1 360 0 0 0 0 0 0 . 46.933 56,5 12,2 14,5 13,1 0,0 0,7 3,1 17.496 526 16.083 484 2.457 1.438 43 2.890 87 1 3 9 GM0358
Aalten 2025 344 7.750 1.770 5.980 120 370 30 360 1.290 200 410 380 5.970 15.636 705 48 253 68.531 264.865 0 0 0 0 . 658.601 17,5 1,1 0,0 39,0 1,8 22,5 18,1 15.297 557 14.767 538 2.130 1.560 57 1.683 61 1 4 29 GM0197
Ter Aar 2025
Aarle-Rixtel 2025
Abcoude 2025
Achtkarspelen 2025 294 7.720 2.130 5.570 180 620 30 570 1.360 250 340 460 5.560 16.209 6.158 164 395 21.193 605.440 0 0 0 0 . 635.358 2,1 0,4 0,0 78,9 6,6 4,0 8,0 15.927 565 15.400 546 3.156 1.430 51 2.984 106 1 3 24 GM0059
Akersloot 2025
Alblasserdam 2025 351 5.110 1.360 3.750 110 420 40 400 840 130 320 210 3.740 202 51 0 44 1.473 0 0 0 0 0 . 24.913 27,1 6,9 0,0 26,4 37,3 0,1 2,3 9.873 488 8.861 438 1.946 663 33 1.088 54 1 6 29 GM0482
Albrandswaard 2025 456 6.140 1.580 4.550 200 500 40 360 900 120 290 310 4.540 159 40 3 79 0 0 0 0 0 0 . 64.534 56,8 1,8 0,3 25,8 0,0 6,2 9,1 13.352 500 12.456 466 1.266 1.130 42 1.886 71 1 7 26 GM0613
Alkemade 2025
Alkmaar 2025 380 31.210 9.820 21.400 870 2.780 400 2.560 6.340 1.200 1.970 1.790 21.380 9.808 5.422 35 415 0 0 0 0 0 0 . 664.405 14,8 7,9 0,1 50,1 11,5 11,9 3,7 54.457 482 49.390 437 7.655 4.606 41 7.352 65 1 11 66 GM0361
Almelo 2025 295 22.280 8.430 13.900 710 2.650 560 2.510 5.230 880 1.430 1.640 13.860 6.314 1.524 35 113 39.406 208.820 0 0 0 0 . 258.836 11,4 0,9 0,0 50,9 1,3 15,1 20,4 38.051 509 35.144 470 4.776 2.821 38 4.610 62 1 12 71 GM0141
Almere 2025 397 46.080 18.500 27.490 2.430 6.080 1.010 5.480 10.240 1.840 4.120 2.420 27.420 945 130 35 84 0 0 0 0 0 0 . 107.976 42,9 10,9 2,5 7,1 8,1 20,1 8,4 301.497 1.313 94.492 412 43.159 7.540 33 13.399 58 1 71 238 GM0034
Alphen aan den Rijn 2025 397 28.190 6.960 21.190 790 1.950 250 1.840 4.330 650 1.530 1.420 21.170 12.594 4.995 792 358 6.913 91.428 0 0 0 0 . 619.410 10,6 8,4 0,9 66,6 1,7 5,6 6,2 57.453 496 54.268 469 7.968 5.372 46 7.855 68 1 16 100 GM0484
Alphen en Riel 2025
Alphen-Chaam 2025 477 2.820 450 2.370 60 90 10 90 310 40 120 70 2.370 15.513 130 19.247 400 33.571 299.527 0 0 0 7.522 . 510.662 26,8 5,1 0,4 20,7 9,0 20,7 17,3 6.628 629 6.412 608 1.125 700 66 905 86 1 6 19 GM1723
Altena 2025 401 13.980 3.030 10.950 320 700 40 670 2.030 350 690 510 10.940 13.918 4.199 4.668 402 6.881 452.099 0 0 0 0 . 1.166.717 44,2 3,0 0,2 27,1 4,7 11,4 9,4 32.248 549 29.875 509 6.669 2.514 43 4.668 79 1 19 63 GM1959
Ambt Delden 2025
Ambt Montfort 2025
Ameland 2025 351 1.010 150 870 20 10 0 10 120 30 30 20 870 2.171 2.112 3 236 0 0 0 0 0 0 . 198.932 0,5 0,0 0,0 70,4 27,2 0,9 1,0 2.097 552 2.016 531 485 352 93 525 138 1 1 7 GM0060
Amerongen 2025
Amersfoort 2025 446 36.460 12.580 23.840 1.600 3.910 620 3.510 7.270 1.450 2.770 1.800 23.800 4.319 3.012 1.980 937 17.521 56.444 0 0 0 0 . 238.439 9,9 0,8 0,0 37,8 38,0 6,0 7,5 147.254 902 67.275 412 24.893 5.831 36 9.417 58 1 33 145 GM0307
Ammerzoden 2025
Amstelveen 2025 568 21.190 4.660 16.490 840 1.280 290 1.220 2.610 510 1.090 620 16.470 1.374 268 164 52 2 0 0 0 0 0 . 90.348 4,2 0,8 4,1 69,7 3,2 4,6 13,4 39.306 410 34.685 362 2.759 2.058 21 4.825 50 1 14 47 GM0362
Amsterdam 2025 518 197.290 84.940 112.070 11.290 41.090 9.380 35.840 33.870 6.710 14.660 7.840 111.850 4.125 2.313 2.004 323 2.638 0 0 0 0 0 . 302.602 5,9 2,1 0,2 76,6 7,5 4,2 3,6 268.379 287 224.005 240 25.100 19.912 21 50.963 55 1 110 517 GM0363
Andijk 2025
Angerlo 2025
Anloo 2025
Anna Paulowna 2025
Apeldoorn 2025 386 47.910 14.240 33.720 1.350 4.120 410 3.600 8.960 1.410 2.470 3.140 33.680 28.964 935 647 520 25.182 169.701 0 0 0 0 . 473.815 8,2 4,2 0,2 59,3 2,2 9,6 16,2 88.532 525 79.315 471 10.860 7.166 43 10.960 65 1 16 95 GM0200
Appingedam 2025
Arcen en Velden 2025
Arnemuiden 2025
Arnhem 2025 350 43.070 18.800 24.280 1.740 7.810 1.140 7.200 9.610 1.230 2.940 3.840 24.250 1.563 739 60 97 48 0 0 0 225 0 . 194.411 25,6 1,2 0,0 26,5 26,2 6,7 13,8 71.740 424 66.903 395 6.074 4.667 28 10.606 63 1 24 83 GM0202
Assen 2025 294 20.350 6.590 13.760 600 2.260 210 2.000 3.830 570 950 1.530 13.750 2.642 3.011 1 114 2 13.601 0 0 0 0 . 345.661 35,7 0,3 0,0 21,6 29,2 6,2 7,0 35.653 506 33.219 472 3.484 3.660 52 3.886 55 1 10 109 GM0106
Asten 2025 442 4.720 960 3.760 120 200 10 190 650 120 230 170 3.760 12.435 290 206 427 144.125 1.134.578 0 0 0 0 . 367.644 20,4 2,4 2,8 23,6 1,2 24,8 24,9 11.086 638 9.336 537 2.773 800 46 945 54 1 11 28 GM0743
Avereest 2025
Axel 2025
Baarle-Nassau 2025 418 2.220 440 1.780 50 100 10 60 290 50 100 60 1.780 43.919 29 4.568 180 161.626 374.936 0 0 0 8.938 . 503.917 37,0 1,0 0,0 14,1 8,0 17,3 22,5 4.561 633 4.266 592 855 374 52 528 73 1 3 10 GM0744
Baarn 2025 508 7.750 2.020 5.740 230 420 50 360 1.390 200 330 710 5.740 1.578 65 1.682 179 0 0 0 0 0 0 . 65.463 0,1 0,0 0,0 86,2 2,8 5,8 5,1 13.232 525 11.995 476 1.061 881 35 1.316 52 1 5 21 GM0308
Bakel en Milheeze 2025
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.

Wijzigingen per 31 december 2025:

Verkeer en vervoer – motorvoertuigen
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.

Lokalisering – lokalisering van gemeenten
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.

Inkomen en vermogen
De cijfers van 2023 en 2024 zijn toegevoegd.

Bouwen en wonen – gemiddelde WOZ-waarde van woningen
De cijfers van 2024 en 2025 zijn toegevoegd.

Sociale zekerheid
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.

Landbouw – Graasdieren, hokdieren en cultuurgrond
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Maart 2026.

Toelichting onderwerpen

Bouwen en wonen
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is vanaf 2019 op basis van de BAG woningvoorraadpopulatie berekend in plaats van de WOZ woningvoorraad.

Sinds 2019 registeren alle gemeenten officieel de WOZ-informatie in de landelijke voorziening WOZ. Sinds dat jaar maakt het CBS ook gebruik van dit register. In de LV WOZ is ook de relatie vastgelegd met het/de verblijfsobject(en) uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Voorheen werd de WOZ-waarde bepaald op basis van de woningdefinitie en populatie in de WOZ.

Vanaf 2019 geldt:
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.

Tot en met 2018 geldt:
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is berekend op basis van de WOZ woningvoorraad.
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf (WOZ-objectcode 10) en woningen met praktijkruimte (WOZ-objectcode 11) met een waarde groter dan nul euro.
Inkomen en vermogen
Inkomen en vermogen van huishoudens. De populatie bestaat uit alle particuliere huishoudens met bekend inkomen, waarbij studentenhuishoudens in deze tabel worden uitgesloten. Peildatum voor de populatie is 1 januari van het verslagjaar.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Inkomen van particuliere huishoudens
Besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

Besteedbaar inkomen: het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Betaalde inkomensoverdrachten bestaan uit overdrachten tussen huishoudens zoals alimentatie betaald aan de ex-echtgeno(o)t(e). Premies inkomensverzekeringen betreffen premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Type: Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Type: Eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Type: Paar, zonder kind
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Type: Paar, met kind(eren)
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar met (een) thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Woningbezit: eigen woning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Woningbezit: huurwoning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Type: Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Type: Eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Type: Paar, zonder kind
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Type: Paar, met kind(eren)
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar met (een) thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Woningbezit: eigen woning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Woningbezit: huurwoning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Mediaan vermogen huishoudens
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Type: Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Type: Eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Type: Paar, zonder kind
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Type: Paar, met kind(eren)
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar met (een) thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Woningbezit: eigen woning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Woningbezit: huurwoning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Sociale zekerheid
Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
Cijfers over het aantal personen met een AOW-uitkering zijn vanaf 2013 toegevoegd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
Cijfers over het aantal personen met een AOW-uitkering zijn vanaf 2013 toegevoegd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Tot de AOW- leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of Algemene ouderdomswet (AOW).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is:
Tot 2013: 65 jaar.
Vanaf 2013: gekoppeld aan de levensverwachting,
Vanaf de AOW- leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of de Algemene ouderdomswet (AOW).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
Cijfers over het aantal personen met een AOW-uitkering zijn vanaf 2013 toegevoegd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is:
Tot 2013: 65 jaar.
Vanaf 2013: gekoppeld aan de levensverwachting,
Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
Cijfers over het aantal personen met een AOW-uitkering zijn vanaf 2013 toegevoegd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheid
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet (WW).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
Bijstand en bijstandsgerelateerd
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet.

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Vanaf 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Personen met een uitkering in het kader van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) zijn uitsluitend opgenomen in het totaal aantal personen dat een bijstandsuitkering of bijstandsgerelateerde uitkering ontvangt.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz):
Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is ingesteld om een zelfstandige tijdelijk een uitkering te verstrekken totdat hij weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien.
Degenen die in aanmerking komen voor het Bbz zijn gevestigde zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen verkeren, of startende zelfstandigen.
Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of hulp wanneer zelfstandigen hun bedrijf willen beëindigen.
Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is:
Tot 2013: 65 jaar.
Vanaf 2013: gekoppeld aan de levensverwachting,
Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet.

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is:
Tot 2013: 65 jaar.
Vanaf 2013: gekoppeld aan de levensverwachting,
Bijstand tot de AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet. Ingaande 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is:
Tot 2013: 65 jaar.
Vanaf 2013: gekoppeld aan de levensverwachting,
Arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering in het kader van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Wajong-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) of de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
De Wajong is een wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Vanaf 1 januari 2010 is de Wajong vervangen door de Wet Wajong. De Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.
Het recht op een Wajong-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden.
In tegenstelling tot de Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen.
Vanaf 2015 staat de Wet Wajong alleen nog open voor jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces.
Jonggehandicapten die nog kunnen werken, maar ondersteuning nodig hebben vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente.
Het recht op een uitkering in het kader van de Wet Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
AOW
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse socialezekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is:
Tot 2013: 65 jaar.
Vanaf 2013: gekoppeld aan de levensverwachting,
Landbouw
De gegevens voor dit onderwerp komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.
De overgang van Weesp naar Amsterdam heeft plaatsgevonden op 24 maart 2022. Daarom is bij de cijfers over 2022 Weesp bij Amsterdam geteld voor het onderwerp Landbouw.

In 2022 maken paarden, pony's en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie 'koppeling naar relevante tabellen en artikelen').

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.
Graasdieren
Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
Rundvee
Jongvee, melk- en kalfkoeien, zoogkoeien en vlees- en weidekoeien, fokstieren en kalveren.
Schapen
Ooien, lammeren en rammen.
Geiten
Paarden en pony's
Uitsluitend de op geregistreerde landbouwbedrijven voorkomende paarden en pony's.

Vanaf 2010 inclusief ezels van 6 maanden en ouder.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling.
Hokdieren
Hokdieren zijn varkens, diverse soorten pluimvee, konijnen en edelpelsdieren.

Om hobbymatig van bedrijfsmatig gehouden dieren te onderscheiden, worden bij pluimvee, konijnen en edelpelsdieren aantallen van minder dan 25 stuks niet in de telling meegenomen.
Varkens
Biggen, fokvarkens en vleesvarkens.
Kippen
Leghennen, ouderdieren van leghennen, vleeskuikens en ouderdieren van vleeskuikens.
Kalkoenen
Kalkoenen, slachteenden en pluimvee (legeenden, ganzen, parelhoenders en dergelijke met uitzondering van kippen).
Om hobbymatig van bedrijfsmatig gehouden dieren te onderscheiden, worden bij pluimvee aantallen van minder dan 25 stuks niet in de telling meegenomen.
Slachteenden
Overig pluimvee
Legeenden, ganzen, parelhoenders en dergelijke.
Konijnen
Gespeende vleeskonijnen en voedsters (moederdieren).
Edelpelsdieren
Sinds 8 januari 2021 is er in Nederland een verbod op de pelsdierhouderij.

Nertsen en overige pelsdieren, uitsluitend moederdieren.

Sinds 2008 voornamelijk nertsen.

Het is in Nederland niet meer toegestaan vossen en chinchilla's te fokken voor bont. In 1998 werd al bepaald dat er geen nieuwe vossen- en chinchillafokkerijen bij mochten komen, en dat bestaande bedrijven niet konden uitbreiden. Op 1 april 2008 is er een einde gekomen aan de tienjarige overgangstermijn voor bestaande fokkerijen.
Oppervlakte cultuurgrond
Cultuurgrond is grond die, blijvend dan wel tijdelijk, deel uitmaakt van het bedrijf, en in hoofdzaak bestemd is voor het voortbrengen van landbouwproducten (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij), met inbegrip van braakland en (tijdelijk) grasland.

Omvat akkerbouw, tuinbouw open grond, tuinbouw onder glas, grasland en groenvoedergewassen.
Totale oppervlakte
Oppervlakte cultuurgrond van alle land- en tuinbouwbedrijven.
Akkerbouw
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van akkerbouw als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Tuinbouw open grond
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van tuinbouw open grond als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Tuinbouw onder glas
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van tuinbouw onder glas als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Blijvend grasland
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van blijvend grasland als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Blijvend grasland is grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor minstens 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.

Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Natuurlijk grasland
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van natuurlijk grasland als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Natuurlijk grasland is grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen waarvan de opbrengst niet meer bedraagt dan 5 ton droge stof/ha per jaar en waarbij het beheer gedurende meerdere jaren op geen enkele wijze gericht is op een verhoging of handhaving van de landbouwkundige productie. Hiermee worden maatregelen bedoeld zoals bemesting, drainage en onkruidbestrijding.
Tijdelijk grasland
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van tijdelijk grasland als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.

Tijdelijk grasland is grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor minder dan 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.

Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Groenvoedergewassen
Oppervlakte cultuurgrond ten behoeve van groenvoedergewassen als percentage van de totale oppervlakte cultuurgrond.
Omvat luzerne, snijmaïs en voederbieten.
Verkeer en vervoer
Motorvoertuigen
Gemotoriseerde voertuigen voor het wegverkeer.
Hieronder vallen personenauto's, bedrijfsmotorvoertuigen (bestelauto's, vrachtauto's, trekkers, speciale voertuigen, bussen), motorfietsen en voertuigen met een bromfietskenteken.
Aanhangers, opleggers, op rails rijdende voertuigen, en fietsen met trapondersteuning vallen niet onder de motorvoertuigen.

De gegevens zijn ontleend aan de Statistiek van de Motorvoertuigen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de kentekenregistratie van RDW. Met behulp van deze registratie zijn tellingen gemaakt van alle voertuigen met actuele, houderschapsplichtige kentekens die op 1 januari in het kentekenbestand voorkomen.

Tot en met 2018 werden ook enkele niet-verzekerde voertuigen meegenomen.
Vanaf 2019 zijn de cijfers berekend op basis van een nieuwe verbeterde selectiemethode, waarbij alleen voertuigen zijn meegenomen, die op basis van verzekering, deel mochten nemen aan het verkeer.

De uitkomsten zijn beschikbaar vanaf 2000, voertuigen met een bromfietskenteken vanaf 2007.
Personenauto's
Motorvoertuig voor personenvervoer over de weg, exclusief brom- en motorfietsen, met maximaal negen zitplaatsen (met inbegrip van de bestuurdersplaats).

Hieronder vallen:
a) personenauto's
b) bestelwagens ontworpen voor en voornamelijk gebruikt voor het vervoer van reizigers
c) taxi's
d) huurauto's
e) ziekenwagens
f) campers.
Lichte wegvoertuigen voor goederenvervoer over de weg, touringcars, autobussen en minibussen vallen hier niet onder.
Het begrip personenauto omvat ook taxi's en huurauto's met minder dan tien zitplaatsen. Vanaf 1 mei 2009 worden campers gekentekend als personenauto of als bus afhankelijk van het aantal zitplaatsen. Vóór die datum zijn campers geregistreerd als speciale voertuigen.
Personenauto's, relatief
Personenauto's per duizend inwoners.

Personenauto:
Motorvoertuig voor personenvervoer over de weg, exclusief brom- en motorfietsen, met maximaal negen zitplaatsen (met inbegrip van de bestuurdersplaats).

Hieronder vallen:
a) personenauto's
b) bestelwagens ontworpen voor en voornamelijk gebruikt voor het vervoer van reizigers
c) taxi's
d) huurauto's
e) ziekenwagens
f) campers.
Lichte wegvoertuigen voor goederenvervoer over de weg, touringcars, autobussen en minibussen vallen hier niet onder.
Het begrip personenauto omvat ook taxi's en huurauto's met minder dan tien zitplaatsen. Vanaf 1 mei 2009 worden campers gekentekend als personenauto of als bus afhankelijk van het aantal zitplaatsen. Vóór die datum zijn campers geregistreerd als speciale voertuigen.
Personenauto's particulieren
Personenauto's in bezit bij natuurlijke personen (particulieren). Dit cijfer is exclusief de personenauto's op naam van bedrijven. Hierdoor wordt de vertekening opgeheven die ontstaat door de concentratie van (lease)bedrijven in enkele regio's.
Personenauto's particulieren, relatief
Personenauto's particulieren per duizend inwoners.

Personenauto's particulieren:
Personenauto's in bezit bij natuurlijke personen (particulieren). Dit cijfer is exclusief de personenauto's op naam van bedrijven. Hierdoor wordt de vertekening opgeheven die ontstaat door de concentratie van (lease)bedrijven in enkele regio's.
Bedrijfsmotorvoertuigen
Motorvoertuig ingericht voor het vervoer van goederen of personen, voor het uitvoeren van bijzondere doeleinden of voor het trekken van opleggers.

Hieronder vallen bestelauto's, vrachtauto's, trekkers, speciale voertuigen en bussen.
Aanhangwagens en opleggers vallen hier niet onder.
Motorfietsen
Voertuig voor het wegverkeer op twee, drie of vier wielen met een onbeladen gewicht van maximaal 400 kg. Dergelijke motorvoertuigen met een cilinderinhoud van meer dan 50 cm³ vallen hieronder, alsook motorvoertuigen met een cilinderinhoud van minder dan 50 cm³ die niet aan de definitie van bromfiets beantwoorden.
Motorfietsen, relatief
Motorfietsen per duizend inwoners.

Motorfiets:
Voertuig voor het wegverkeer op twee, drie of vier wielen met een onbeladen gewicht van maximaal 400 kg. Dergelijke motorvoertuigen met een cilinderinhoud van meer dan 50 cm³ vallen hieronder, alsook motorvoertuigen met een cilinderinhoud van minder dan 50 cm³ die niet aan de definitie van bromfiets beantwoorden.
Voertuigen met bromfietskenteken
Voertuigen met een Nederlands bromfietskenteken.

Het totaal van alle snorfietsen, bromfietsen, brommobielen en overige voertuigen met bromfietskenteken (zoals bromfiets-quads, bakbromfietsen en 3-wielige brommers).
Exclusief gehandicapten-voertuigen.
Voertuigen met bromfietskenteken (%)
Voertuigen met een Nederlands bromfietskenteken per duizend inwoners.

Voertuigen met een Nederlands bromfietskenteken:
Het totaal van alle snorfietsen, bromfietsen, brommobielen en overige voertuigen met bromfietskenteken (zoals bromfiets-quads, bakbromfietsen en 3-wielige brommers).
Exclusief gehandicapten-voertuigen.
Nabijheid voorzieningen
- De gemiddelde afstanden voor de inwoners van Nederland van hun woonadres naar de dichtstbijzijnde voorzieningen (bijvoorbeeld school, huisarts of bibliotheek);
- Het aantal voorzieningen dat zich binnen een bepaalde afstand van het woonadres bevindt. Deze gegevens zijn berekend als gemiddelde over alle personen van het gebied.

Voorziening
Een locatie (pand, ruimte, terrein of plek) die bezocht kan worden door personen.

Afstand
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde voorziening, berekend over de (verharde) autoweg.

Inwoner
Persoon behorende tot de bevolking van een bepaald gebied.

Waarnemingsmethode
De afstand tot het (dichtstbijzijnde) bezoekadres van een voorziening wordt per bewoond adres berekend over de verharde (auto)weg. Om de berekeningen te vereenvoudigen wordt de afstand niet exact van het woonadres tot aan het adres van de voorziening berekend, maar wordt elk adres op het dichtstbijzijnde projectiepunt in de eigen straat geprojecteerd. Deze projectiepunten liggen vanaf 2018 om de 100 meter op het wegennetwerk. (Voor 2018 lagen deze projectpunten om de 25 meter op het wegennetwerk.) Als afstand tussen het adres en de voorziening wordt de afstand via de weg tussen de twee geprojecteerde adressen op het wegennetwerk gehanteerd. Verbindingen via het buitenland worden niet meegenomen.

Hierbij wordt rekening gehouden met ongelijkvloerse kruisingen en veerponten. Ook is rekening gehouden met eenrichtingsverkeer op Rijks- en Provinciewegen en in toenemende mate met eenrichtingsverkeer op overige wegen, voor zover door gemeenten aangegeven in het Nationaal Wegen Bestand. Bij de overgang naar nieuwe software zijn de rijrichtingen als restrictie bij het bepalen van de routes voor de verslagjaren 2018 t/m 2021 niet meegenomen. Vanaf verslagjaar 2022 zijn de rijrichtingen (weer) meegenomen in de berekeningen en daarmee afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen.

De gemiddelde afstand per gebied tot een voorziening wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende afstand van alle adressen in dat gebied. Daarbij wordt het aantal bewoners van elk adres gebruikt als weegfactor, zodat een dichtbevolkte straat zwaarder meetelt in het gemiddelde voor het gebied. De dichtstbijzijnde voorziening hoeft daarbij niet binnen ditzelfde gebied te liggen.

Het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een vaste afstand per gebied wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende aantallen voorzieningen per persoon, voor alle personen in dat gebied. Hoe meer voorzieningen aanwezig zijn binnen de vaste afstand, des te meer keuze de inwoners van het gebied voor deze voorziening hebben. De vaste afstanden zijn bepaald op 1, 3, 5, 10, 20 of 50 kilometer. Afhankelijk van de dichtheid van voorzieningen worden hieruit de meest relevante afstand gekozen voor publicatie in de tabel.


Gezondheid
Afstand tot huisartsenpraktijk
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk.
Een huisartsenpraktijk is een pand of ruimte waarin een of meer huisartsen (samen) werken.
Aantal huisartsenpraktijken binnen 3 km
Het gemiddeld aantal huisartsenpraktijken binnen 3 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.
Een huisartsenpraktijk is een pand of ruimte waarin een of meer huisartsen (samen) werken.
Afstand tot huisartsenpost
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde huisartsenpost.

Een huisartsenpost is een plaats waar huisartsen uit de regio de avond-, nacht- en weekenddiensten verzorgen. Voor een aantal huisartsenposten geldt een wisseldienst.

Tot en met 2012 werd de afstand van een woonadres tot een van de huisartsenposten in een cluster van wisseldiensten bepaald als het gemiddelde van de afstanden tot alle huisartsenposten binnen dat cluster.
Vanaf 2013 is geen informatie meer beschikbaar over wisseldiensten. De afstand is dan bepaald van het woonadres tot de dichtstbijzijnde huisartsenpost, ongeacht eventuele wisseldiensten.
Afstand tot ziekenhuis
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis.

Een ziekenhuis is een instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken. Er kunnen patiënten voor meer dan 24 uur opgenomen worden en er kunnen grote operaties worden uitgevoerd.

Buitenpoliklinieken blijven hier buiten beschouwing. Onder een buitenpolikliniek wordt een locatie van een ziekenhuis verstaan waar niet bedlegerige patiënten worden behandeld of gecontroleerd. Patiënten worden er niet voor meer dan 24 uur opgenomen en er worden geen grote operaties uitgevoerd.
Aantal ziekenhuizen binnen 20 km
Het gemiddeld aantal ziekenhuizen binnen 20 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.

Een ziekenhuis is een instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken. Er kunnen patiënten voor meer dan 24 uur opgenomen worden en er kunnen grote operaties worden uitgevoerd.

Buitenpoliklinieken blijven hier buiten beschouwing. Onder een buitenpolikliniek wordt een locatie van een ziekenhuis verstaan waar niet bedlegerige patiënten worden behandeld of gecontroleerd. Patiënten worden er niet voor meer dan 24 uur opgenomen en er worden geen grote operaties uitgevoerd.
Kinderopvang
Afstand tot kinderdagverblijf
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde kinderdagverblijf.

Een kinderdagverblijf is een plaats waar kinderen van 0 tot 4 jaar gedurende één of meer dagdelen per week het hele jaar door worden opgevangen. Er kan voor meer dan 5 uur per dag van het kinderdagverblijf gebruik gemaakt worden en voor maximaal 10 dagdelen per week.
Aantal kinderdagverblijven binnen 3 km
Het gemiddeld aantal kinderdagverblijven binnen 3 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.

Een kinderdagverblijf is een plaats waar kinderen van 0 tot 4 jaar gedurende één of meer dagdelen per week het hele jaar door worden opgevangen. Er kan voor meer dan 5 uur per dag van het kinderdagverblijf gebruik gemaakt worden en voor maximaal 10 dagdelen per week.
Onderwijs
Afstand tot school basisonderwijs
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde school voor basisonderwijs.

Het basisonderwijs omvat alleen de basisscholen zoals bekend bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het speciaal basisonderwijs en de speciale scholen zijn niet meegenomen.

Voor de cijfers over onderwijs is met ingang van verslagjaar 2018 een nieuwe methode gebruikt: in de huidige methodiek wordt voor de scholen in het reguliere basisonderwijs gebruik gemaakt van bestanden van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Hierdoor kunnen de cijfers vanaf 2018 licht afwijken van de voorgaande jaren.

De cijfers gelden voor januari van het betreffende schooljaar.
Aantal basisonderwijsscholen binnen 3 km
Het gemiddeld aantal scholen (vestigingen) voor basisonderwijs binnen 3 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.

Het basisonderwijs omvat alleen de basisscholen zoals bekend bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het speciaal basisonderwijs en de speciale scholen zijn niet meegenomen.

Voor de cijfers over onderwijs is met ingang van verslagjaar 2018 een nieuwe methode gebruikt: in de huidige methodiek wordt voor de scholen in het reguliere basisonderwijs gebruik gemaakt van bestanden van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Hierdoor kunnen de cijfers vanaf 2018 licht afwijken van de voorgaande jaren.

De cijfers gelden voor januari van het betreffende schooljaar.
Afstand tot school vmbo
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde school (vestiging) voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs waar leerlingen door de overheid bekostigd voltijd onderwijs kunnen volgen.

De cijfers gelden voor januari van het betreffende schooljaar.
Aantal scholen vmbo binnen 5 km
Het gemiddeld aantal scholen voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs binnen 5 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.
Het betreft het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs waar leerlingen door de overheid bekostigd voltijd onderwijs kunnen volgen.

De cijfers gelden voor januari van het betreffende schooljaar.
Afstand tot school havo/vwo
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs waar leerlingen door de overheid bekostigd onderwijs kunnen volgen.

De cijfers gelden voor januari van het betreffende schooljaar.
Aantal scholen havo/vwo binnen 5 km
Het gemiddeld aantal scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs binnen 5 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.
Het betreft het hoger algemeen voortgezet onderwijs of voorbereidend wetenschappelijk onderwijs waar leerlingen door de overheid bekostigd onderwijs kunnen volgen.

De cijfers gelden voor januari van het betreffende schooljaar.
Detailhandel
Afstand tot grote supermarkt
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde grote supermarkt.

Een grote supermarkt is een winkel met verschillende soorten dagelijkse artikelen en met een minimale oppervlakte van 150 m2.
Aantal grote supermarkten binnen 3 km
Het gemiddeld aantal grote supermarkten binnen 3 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.

Een grote supermarkt is een winkel met verschillende soorten dagelijkse artikelen en met een minimale oppervlakte van 150 m2.
Horeca
Afstand tot restaurant
Restaurant, café-restaurant en afhaal/thuisbezorging.

De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde restaurant.
Aantal restaurants binnen 3 km
Restaurant, café-restaurant en afhaal/thuisbezorging.

Het gemiddeld aantal restaurants binnen 3 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.
Vrije tijd en cultuur
Afstand tot bibliotheek
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde bibliotheek, berekend over de weg.

Bibliotheken, hun vestigingen en servicepunten. De miniservicepunten, zelfbedieningsbibliotheken en de bibliobussen zijn niet opgenomen.

Een vestiging voldoet aan de volgende criteria: minimaal 15 uur per week open, digitale toegang tot de gehele collectie en activiteitenaanbod, vraagbemiddeling, culturele/literaire activiteiten, aanbod voor scholieren/instellingen passend bij de keuzes die gemaakt zijn in het spreidings- en- marketingbeleid en studiemogelijkheden.

Een servicepunt biedt minimaal het volgende dienstverleningsniveau: is minimaal 4 uur per week open, biedt digitale toegang tot het totale activiteitenaanbod en voorziet in vraagbemiddeling (zowel persoonlijk als via internet).

Afstand tot bioscoop
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde bioscoop.
Aantal bioscopen binnen 10 km
Het gemiddeld aantal bioscopen binnen 10 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.
Afstand tot zwembad
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde zwembad.
Verkeer en vervoer
Afstand tot oprit hoofdverkeersweg
Toegang tot een rijks- of provinciale weg.
Als uitgangspunt voor de opritten is het Nationale Wegenbestand (een product van Adviesdienst Verkeer en Vervoer van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu) gebruikt.

De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde oprit van een rijks- of provinciale weg, berekend over de weg.
Afstand tot treinstation
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde treinstation.
Lokalisering
De rubriek 'Lokalisering' bevat de namen en coderingen van een aantal door het CBS onderhouden gebiedsindelingen. Deze indelingen zijn ook opgenomen in de StatLinepublicaties Gebieden in Nederland.

Hiermee kan een gebruiker zelf overzichten maken. Zo kunnen door het samentellen van gemeentelijke cijfers over het aantal personenauto's of eenpersoonshuishoudens uitkomsten worden verkregen voor veiligheidsregio's.
Ook kan zo bijvoorbeeld het aantal banen per arbeidsmarktregio worden berekend.

Optellen van gemeentelijke cijfers tot totalen voor een bepaald gebied is echter niet altijd mogelijk. Voor sommige onderwerpen ontbreken bij een aantal gemeenten cijfers om redenen van statistische betrouwbaarheid, geheimhouding of niet aanwezig zijn van gegevens in het basismateriaal (non-respons).
Gemeenten
Aantal gemeenten per gekozen regio.
Geeft een overzicht van de dynamiek als gevolg van gemeentelijke herindelingen. Bijvoorbeeld de provincie Zuid-Holland bestaat in 1995 uit 95 en in 2005 uit 86 gemeenten.
Wijken
Aantal wijken per gekozen regio.
Een wijk is een onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit een of meer buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.
Buurten
Aantal buurten per gekozen regio.
Een buurt is een onderdeel van een gemeente, dat afgebakend is vanuit bebouwingsoogpunt of sociaal-economische structuur. Wijken zijn optellingen van een of meer buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.
Koppelvariabele regio (code)
Vergemakkelijkt het koppelen met andere tabellen.