Particuliere huishoudens naar samenstelling en grootte, 1 januari

Particuliere huishoudens naar samenstelling en grootte, 1 januari

Leeftijd referentiepersoon Perioden Particuliere huishoudens: samenstelling Totaal particuliere huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Eenpersoonshuishouden (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Meerpersoonshuishoudens met kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 2 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 3 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 4 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 5 of meer personen (aantal)
15 jaar 2025 407 181 226 0 186 30 6 4
16 jaar 2025 1.811 1.527 271 13 224 43 10 7
17 jaar 2025 4.678 4.309 333 36 292 55 16 6
18 jaar 2025 19.407 18.435 868 104 836 103 18 15
19 jaar 2025 37.373 34.963 2.141 269 2.080 255 33 42
20 jaar 2025 51.583 47.012 4.005 566 3.928 489 77 77
21 jaar 2025 63.199 55.809 6.451 939 6.366 775 149 100
22 jaar 2025 71.983 60.844 9.467 1.672 9.274 1.339 298 228
23 jaar 2025 82.511 65.998 13.760 2.753 13.658 2.061 497 297
24 jaar 2025 94.184 70.214 19.461 4.509 19.642 3.070 803 455
25 jaar 2025 102.291 70.038 26.053 6.200 26.423 4.051 1.212 567
26 jaar 2025 111.279 70.021 32.529 8.729 33.115 5.621 1.719 803
27 jaar 2025 117.460 68.503 36.807 12.150 37.632 7.604 2.763 958
28 jaar 2025 122.641 66.399 39.934 16.308 41.227 9.655 3.986 1.374
29 jaar 2025 127.638 63.714 41.616 22.308 43.535 12.673 5.732 1.984
30 jaar 2025 134.289 62.195 42.181 29.913 44.484 16.468 8.383 2.759
31 jaar 2025 135.738 58.998 39.328 37.412 42.159 19.482 11.298 3.801
32 jaar 2025 137.605 55.077 36.141 46.387 39.585 22.530 15.345 5.068
33 jaar 2025 139.715 52.374 32.462 54.879 36.473 24.610 19.756 6.502
34 jaar 2025 141.201 49.874 28.610 62.717 33.266 25.358 24.231 8.472
35 jaar 2025 137.018 45.566 24.491 66.961 29.601 24.276 27.472 10.103
36 jaar 2025 135.344 42.155 21.156 72.033 26.508 24.458 30.376 11.847
37 jaar 2025 135.246 40.188 18.622 76.436 24.571 23.550 32.906 14.031
38 jaar 2025 134.817 38.673 16.386 79.758 22.848 22.661 34.920 15.715
39 jaar 2025 132.105 36.949 14.857 80.299 21.602 21.532 35.450 16.572
40 jaar 2025 130.680 35.790 13.581 81.309 20.570 20.817 36.216 17.287
41 jaar 2025 126.953 34.136 12.221 80.596 19.620 19.801 35.581 17.815
42 jaar 2025 127.400 34.014 11.844 81.542 19.384 19.690 35.889 18.423
43 jaar 2025 128.930 33.597 11.475 83.858 19.870 19.816 36.867 18.780
44 jaar 2025 130.985 33.863 11.624 85.498 20.439 20.006 37.354 19.323
45 jaar 2025 127.297 33.419 11.187 82.691 20.210 19.592 35.733 18.343
46 jaar 2025 126.951 33.027 11.491 82.433 20.792 19.925 35.344 17.863
47 jaar 2025 125.314 32.727 11.622 80.965 21.015 19.645 34.789 17.138
48 jaar 2025 126.571 33.430 12.201 80.940 21.787 20.475 34.275 16.604
49 jaar 2025 127.295 34.039 13.073 80.183 23.006 21.186 33.191 15.873
50 jaar 2025 132.142 35.545 14.366 82.231 24.757 22.607 33.778 15.455
51 jaar 2025 136.324 36.709 15.966 83.649 27.139 24.633 33.210 14.633
52 jaar 2025 146.836 40.302 19.115 87.419 31.116 27.785 33.768 13.865
53 jaar 2025 154.026 42.766 22.686 88.574 35.024 30.439 32.813 12.984
54 jaar 2025 159.681 45.432 26.378 87.871 38.801 32.223 31.364 11.861
55 jaar 2025 163.042 47.563 30.845 84.634 42.947 33.244 29.133 10.155
56 jaar 2025 155.981 46.218 33.289 76.474 44.412 32.090 24.787 8.474
57 jaar 2025 153.860 46.859 37.559 69.442 47.787 31.057 21.203 6.954
58 jaar 2025 154.153 48.254 42.329 63.570 51.657 29.652 18.588 6.002
59 jaar 2025 156.225 50.351 47.633 58.241 56.244 29.076 15.668 4.886
60 jaar 2025 158.306 52.157 53.785 52.364 61.650 27.181 13.218 4.100
61 jaar 2025 155.133 52.412 57.581 45.140 64.286 24.308 10.869 3.258
62 jaar 2025 151.846 52.484 60.983 38.379 66.759 21.453 8.643 2.507
63 jaar 2025 149.403 52.353 64.103 32.947 69.201 19.126 6.735 1.988
64 jaar 2025 144.989 51.648 65.375 27.966 69.769 16.520 5.370 1.682
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat informatie over de huishoudens in Nederland naar grootte en samenstelling naar leeftijd van de referentiepersoon, 1 januari.

Inhoud tabel:
Particuliere huishoudens naar leeftijd van de referentiepersoon en samenstelling;
Particuliere huishoudens naar leeftijd van de referentiepersoon en grootte.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen 21 augustus 2025:
De cijfers per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2026 worden de cijfers per 1 januari 2026 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens: samenstelling
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit.

Samenstelling huishouden:
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge relaties van de personen binnen het huishouden.
Totaal particuliere huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Meerpersoonshuishouden
Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen
Meerpersoonshuishouden zonder thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.

Meerpersoonshuishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishouden met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.

Particuliere huishoudens: grootte
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit.

Huishoudensgrootte:
Aantal personen dat deel uitmaakt van het particulier huishouden.
Meerpersoonshuishouden
Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
2 personen
3 personen
4 personen
5 of meer personen