Solvabiliteit

© ANP
De solvabiliteit van grote, niet-financiële vennootschappen kwam in het vierde kwartaal van 2018 uit op 50,1 procent.

Dit is 0,4 procentpunt lager dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Ten opzichte van een jaar eerder nam het vreemd vermogen meer toe dan het eigen vermogen, respectievelijk 44,8 miljard en 36,1 miljard. In het vierde kwartaal van 2018 bedroeg het vreemd vermogen 647,5 miljard euro. De toename is voor bijna 85 procent toe te schrijven aan schulden met een looptijd korter dan één jaar.

Kortlopende schulden lagen 37,5 miljard hoger, voor 80 procent afkomstig van groepsfinanciering. De schulden met een looptijd langer dan één jaar lagen 6,3 miljard hoger. Tegenover 11,2 miljard meer langlopende groepsfinanciering, stond 5 miljard minder financiering buiten de groep.

Vergeleken met een kwartaal eerder was de solvabiliteit van grote ondernemingen in het vierde kwartaal van 2018 0,7 procentpunt lager. Het vreemd vermogen steeg met 18,5 miljard relatief harder dan het eigen vermogen, dat met 1,8 miljard toenam.

Solvabiliteit
JaarKwartaalSolvabiliteit (%)
20171e kwartaal50,2
2e kwartaal 49,8
3e kwartaal50,3
4e kwartaal50,5
20181e kwartaal49,5
2e kwartaal50,9
3e kwartaal50,8
4e kwartaal50,1

De cijfers betreffen de 250 grootste niet-financiële ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit productie van goederen en niet-financiële diensten. De gegevens zijn gebaseerd op een panel van ondernemingen.