Nederland maakland versus handelsland

Werknemers leggen laatste hand aan vrachtwagen in fabriek
© Hollandse Hoogte
Dit onderzoek bekijkt de samenstelling van de export van industriële bedrijven. Die kan worden onderscheiden naar de mate van het zelf produceren van producten (de kernproducten) én het exporteren van niet zelfgeproduceerde producten. Deze laatsten bestaan grotendeels uit producten die gerelateerd zijn aan de kernproducten, en de export daarvan wordt in dit onderzoek ‘carry along trade’ (CAT) genoemd. De niet zelfgeproduceerde producten zijn producten die door andere bedrijven in Nederland of het buitenland geproduceerd worden.

Case studies

In dit onderzoek zijn drie case studies uitgevoerd om de methode voor het identificeren van CAT te testen en het aandeel waarin CAT aanwezig is bij industriële bedrijven in te schatten.

Door dit onderzoek kan er een beter onderscheid gemaakt worden tussen de handel in kernproducten en de bijkomende Carry Along Trade en daardoor komt er ook meer inzicht in de handelsfunctie en productiefunctie van industriële bedrijven. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan vraagstukken rondom branchevervaging (omvang en aandeel), het belang van handel voor productie, en de dynamiek van veranderende business modellen (offshoring en outsourcing, verschuiving naar meer handel).

Onderzoeksprogramma Globalisering

Dit onderzoek maakt onderdeel uit van het CBS-onderzoeksprogramma Globalisering. Het ministerie van Buitenlandse Zaken financiert dit onderzoeksprogramma. Veel van de onderzoeken binnen dit programma zijn diepgaand en langlopend van aard. De meeste bestaan uit verschillende fases waarvoor tussentijdse notities worden opgeleverd. De definitieve notities worden vanwege de technische aard gepubliceerd onder Verdieping in het Dossier Globalisering.