Industriebeeld: producentenvertrouwen iets verslechterd

De stemming onder ondernemers in de industrie is in april 2012 iets verder verslechterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op -3,3 tegen -2,6 in maart.

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in februari 2012 ruim 3 procent lager dan in februari 2011. In januari nam de productie met ruim 1 procent af ten opzichte van januari 2011. De industrie behaalde in februari nog wel 1,5 procent meer omzet, maar de verkochte producten van de industrie waren bijna 5 procent duurder dan een jaar eerder. In januari bedroeg de omzetstijging nog ruim 8 procent.

In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,6 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Oordeel over orders en productie iets verslechterd

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de voorraden gereed product.

Het oordeel over de orderpositie was in april 2012 iets negatiever dan vorige maand. Daarnaast waren de ondernemers nog wat somberder over de toekomstige productie. Het oordeel over de voorraden veranderde niet.

Het aantal ondernemers dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden zag toenemen was, net als vorige maanden, kleiner dan het aantal dat de waarde zag afnemen. De index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) nam iets af en kwam uit op 101,7.

Net als in de voorgaande maanden was het aantal ondernemers dat dacht hun personeelsbestand in de komende drie maanden in te krimpen groter dan het aantal dat een uitbreiding voorzag. Het aantal ondernemers dat een krimp voorzag, was groter dan vorige maand.

Met 77,9 procent lag de bezettingsgraad in april ruim 1 procentpunt lager dan in januari. Net als in januari gaf een kwart van de ondernemers aan last te hebben van onvoldoende vraag. Het aantal ondernemers dat de productiecapaciteit te groot vond was even groot als het aantal dat de productiecapaciteit als te klein beoordeelde. De concurrentiepositie is volgens de ondernemers iets verbeterd in de afgelopen drie maanden.

Groei voorraden industrie iets groter

De ondernemers in de industrie hielden in februari 5 procent meer voorraad gereed product aan dan in februari 2011. In januari was er een toename van ruim 4 procent. De voorraden zijn al meer dan een jaar groter dan een jaar eerder, maar de toename is de laatste maanden minder fors. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in februari uit op 105,7 tegen 104,5 een maand eerder.

Krimp in alle branches

De productie kromp in alle bedrijfstakken. In de transportmiddelenindustrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie bedroeg de krimp ongeveer 5 procent. Het koude weer in februari speelde de bouwsector parten en mede daardoor nam de productie in de hout- en bouwmaterialenindustrie af met 22 procent.

Omzetgroei in binnenland

In de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie nam de omzet nog flink toe (+10,5 procent), maar dit kwam vooral door hogere prijzen. Daartegenover stonden forse afnames van de omzet in de elektrotechnische en machine-industrie en transportmiddelenindustrie (met respectievelijk 12 en 9 procent).

De omzetgroei in februari werd op de binnenlandse markt gerealiseerd; daar was de omzet 3,5 procent hoger dan een jaar eerder. Op de buitenlandse markt was er voor het eerst in meer dan twee jaar geen groei van de omzet.

Economie krimpt

In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,6 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent. In het vierde kwartaal kromp de consumptie, bleef de uitvoer gelijk en lieten de investeringen een bescheiden groei zien.

De goederenproducenten leverden 2,2 procent minder productie dan in het vierde kwartaal van 2010. Met 14 procent was de productiekrimp verreweg het grootst in de delfstoffenwinning. De industriële productie kromp met 0,2 procent. De bouwproductie groeide daarentegen met 2,2 procent.

Ten opzichte van het voorgaande kwartaal kromp de economie in het vierde kwartaal ook met 0,6 procent. Het was de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij. Daarmee zit de Nederlandse economie in een recessie.

De consumptie door huishoudens was 2,3 procent lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Aan goederen werd 3,8 procent minder besteed, aan diensten werd vrijwel evenveel uitgegeven. Door het relatief zachte weer werd er veel minder aardgas verstookt. Dit drukte de consumptie fors, maar ook aan andere producten dan aardgas werd minder gespendeerd. De overheidsconsumptie was 0,2 procent lager dan een jaar eerder.

De uitvoer van goederen en diensten was even hoog als een jaar eerder, het volume van de invoer kromp met 0,1 procent. In de voorgaande kwartalen was er nog sprake van een groei van zowel de uitvoer als de invoer. In het vierde kwartaal was de uitvoer van goederen van eigen bodem 2,6 procent lager dan een jaar eerder. De uitvoer van diensten en de wederuitvoer waren daarentegen hoger.

De investeringen waren 3,6 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2010. De groei was daarmee kleiner dan in het derde kwartaal (5,0 procent). Vooral in personenauto’s en vrachtwagens werd in het vierde kwartaal meer geïnvesteerd dan een jaar eerder.

De Industrieradar toont in april een verslechtering in vergelijking met een maand eerder. Vanaf juni 2011 laat het merendeel van de indicatoren een achteruitgang zien. Van de zes indicatoren vertonen er vier een verslechtering ten opzichte van maart. De Europese industriële orders-indicator verbetert, de binnenlandse consumptie is stabiel. Alle indicatoren liggen onder de langjarig gemiddelde ontwikkelingen.