Realisaties: aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie
De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie heeft in december 2010 aanzienlijk meer omgezet dan in december 2009. Per gemiddelde werkdag was er ook meer productie, maar werd er minder afgezet. De branche verkocht haar producten tegen een flink hogere prijs. In de chemische en de farmaceutische industrie waren er hogere orderontvangsten dan een jaar eerder.
Omzet, productie en afzetprijs (december 2010)
Omzet fors hoger, afzet blijft achter
In december vorig jaar was de omzet van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie 24 procent hoger dan een jaar eerder. Op de exportmarkt groeide, met ruim 30 procent, het bedrag aan verkopen het hardst. In eigen land was de omzettoename 16 procent. De hogere omzet kwam grotendeels voor rekening van een beduidend hogere afzetprijs. Daarnaast droeg een gunstig kalendereffect van een werkdag meer bij aan de omzetgroei. Het verkoopvolume per gemiddelde werkdag bleef achter bij het niveau van een jaar eerder.
Alle onderliggende branches behaalden in december meer omzet. Hierbij waren de toenames in de aardolie-industrie en in de chemische industrie veruit het sterkst, gevolgd door die in de farmaceutische industrie. De rubber- en kunststofproductenindustrie had weliswaar een hogere omzet, maar behaalde de kleinste groei na februari vorig jaar.
Het bedrag aan verkopen lag in het laatste kwartaal van vorig jaar 22 procent boven het niveau van het vergelijkbare kwartaal in 2009. In het gehele jaar 2010 was de groei, met bijna 30 procent, nog sterker.
Hogere waarden orderontvangsten
Zowel de chemische als de farmaceutische industrie hadden in december 2010 hogere orderontvangsten dan een jaar eerder. Vooral de ontwikkeling van de chemische industrie sprong er uit. In deze onderliggende branche steeg de waarde van de ontvangen orders met maar liefst een kwart. De farmaceutische industrie heeft in december voor ruim 4,5 procent meer aan orders binnengehaald. Deze groei kwam volledig op conto van gunstige orderontwikkelingen over de grens. In eigen land haalde deze subbranche een aanzienlijk lagere waarde aan orders binnen ten opzichte van december 2009.
In het vierde kwartaal van afgelopen jaar steeg de waarde van de ontvangen orders in de chemie met 19 procent. In de farmacie was deze waarde bijna 1 procent lager dan een jaar eerder. Over heel 2010 waren de orderontvangsten in de chemische en de farmaceutische industrie respectievelijk bijna 30 en 5 procent hoger.
Flinke stijging afzetprijs
De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie rekende in december 2010 haar producten 22 procent duurder af in vergelijking met een jaar eerder. De afzetprijs steeg over de grens iets harder dan in eigen land.
De onderliggende branches aardolie- en chemische industrie droegen flink bij aan de prijsstijging van de branche. Olie- en chemische producten werden, mede als gevolg van een hogere olieprijs, respectievelijk 30 en 22 procent duurder. In de twee overige subbranches stegen, met 3 procent, de afzetprijzen beduidend minder hard.
In het vierde kwartaal van vorig jaar werden de producten van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie een vijfde duurder. De prijsstijging over het gehele jaar 2010 lag in ongeveer dezelfde orde van grootte.
Meer productie
In december 2010 was de gemiddelde dagproductie van de branche bijna 1,5 procent groter dan in december het jaar ervoor.
Met dit cijfer was de productiegroei in het laatste kwartaal 0,5 procent. In heel 2010 werd er bijna 6 procent meer geproduceerd dan in 2009.
Volume bruto toegevoegde waarde groeit
Het volume van de bruto toegevoegde waarde van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie was in het derde kwartaal 4 procent groter dan een jaar eerder. In het tweede en eerste kwartaal van 2010 groeide de bruto toegevoegde waarde nog met respectievelijk 11 en 15,5 procent. De groei in het eerste kwartaal was voor de branche de grootste sinds de eeuwwisseling.
Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)
