Realisaties: aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie

De aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie heeft in april 2010 meer omgezet en meer geproduceerd dan een jaar eerder. De waarde van de ontvangen orders in de chemische industrie en in de farmaceutische industrie was hoger. Producten werden tegen een hogere prijs verhandeld dan in april 2009. Het volume van de bruto toegevoegde waarde was in het eerste kwartaal van 2010 groter dan in het overeenkomstige kwartaal van het afgelopen jaar.

Omzet, productie en afzetprijs (april 2010)

Omzet, productie en afzetprijs (april 2010)

Forse omzetgroei

In april 2010 was de omzet van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie bijna de helft hoger dan een jaar eerder. In eigen land was de omzet 55 procent hoger en in het buitenland was de omzettoename bijna 45 procent.

De omzetontwikkelingen van de vier subbranches waren in april erg verschillend. In de aardolie-industrie groeide de omzet met bijna 70 procent. Deze forse toename komt vrijwel geheel voor rekening van een hogere prijs die fabrikanten moesten betalen voor een vat North Sea Brent olie.

In de rubber- en kunststofproductenindustrie was de omzet een kleine 9 procent hoger. Deze toename wordt vrijwel geheel veroorzaakt door een groter verkoopvolume per eenheid product aan buitenlandse klanten.

In de farmaceutische industrie is het omzetbeeld anders. Daar werden ruim 5 procent minder producten verkocht. Omdat deze subbranche te maken had met hogere afzetprijzen, werd uiteindelijk een kleine 3 procent minder omgezet. Een jaar geleden profiteerde deze subbranche van een sterk groeiende vraag naar vaccins mede als gevolg van de Mexicaanse griep.

De chemie, ten slotte, lijkt met een omzettoename van bijna 50 procent als enige onderdeel van de industrie geen last meer te hebben van de economische crisis. De hogere omzet wordt voor ongeveer de helft veroorzaakt door flinke groei van de hoeveelheid verkochte producten. Het resterend deel van de omzetgroei komt doordat de eindproducten beduidend duurder waren dan een jaar eerder.

Hogere orderontvangsten

Als gevolg van de economische crisis was in april 2009 de vraag naar nieuwe producten van de chemische industrie sterk verminderd. Precies een jaar later gaat het veel beter. De orderportefeuille was in april 2010 dan ook ruim de helft meer waard. In de farmaceutische industrie was de waarde van de orderontvangsten ruim 2 procent hoger dan een jaar eerder.

Stijging afzetprijzen

De fabrikanten van de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie rekenden in april 2010 zo’n 30 procent meer voor hun producten dan in april vorig jaar. De afzetprijzen stegen in de aardolie-industrie met 55 procent het meest. In de chemische industrie waren de afzetprijzen bijna een kwart hoger. De prijsontwikkelingen in de farmaceutische industrie en de rubber- en kunststofproductenindustrie waren veel minder spectaculair.

Flink meer productie

In april 2010 werd volop geproduceerd in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie. Het volume van de gemiddelde dagproductie was in april 12 procent groter dan in dezelfde maand van 2009. Vooral de chemische industrie heeft aan deze groei een forse bijdrage geleverd met een groei van 20 procent.

Forse groei volume bruto toegevoegde waarde

Het volume van de bruto toegevoegde waarde in de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie was in het eerste kwartaal van dit jaar 15,5 procent groter dan een jaar eerder. Deze groei was de grootste sinds de eeuwwisseling. Ook in het vierde kwartaal van 2009 groeide het volume van de bruto toegevoegde waarde met ruim 12,5 procent fors. In het derde kwartaal groeide dit volume nog met slechts 1,2 procent. Vanaf het derde kwartaal van 2008 volgden er vier kwartalen met een afname.

Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)

Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)