Oordeel en verwachtingen: voedings- en genotmiddelenindustrie

Uit de Conjunctuurtest van januari 2010 blijkt dat de ondernemers in de voedings- en genotmiddelenindustrie onveranderd pessimistisch zijn gestemd over hun orderpositie. Er heerst enig optimisme over de te verwachten afzetprijzen, maar ook somberheid over de werkgelegenheid. Verder is er sprake van een verbeterde concurrentiepositie, volgens de ondernemers.

Orderportefeuille iets gegroeid

Er zijn iets meer orders ontvangen dan in de voorgaande periode maar de ondernemers beoordelen hun orderportefeuille wederom als te klein. De werkvoorraad die tot uitdrukking komt in de index orderpositie is licht gestegen en bedraagt 120,2. Verder vinden de ondernemers dat hun voorraden eindproduct nog steeds iets te groot zijn, gelet op de te verwachten afzet.

Orderpositie, oordeel 1 en index 2

Orderpositie, oordeel en index

1) oordeel orderpositie = saldo van het percentage ondernemers dat positief of negatief oordeelt
2) index orderpositie = ontvangen orders uitgedrukt in maanden werk, geïndexeerd

Flinke afname productie verwacht

De ondernemers hebben minder geproduceerd dan in de voorgaande periode en zij verwachten een flinke afname van de productie voor de periode januari tot en met maart. Wel denken zij dat de afzetprijzen fors gaan stijgen. Verder voorzien zij een verdere afname van de werkgelegenheid in hun branche.

Verwachting voor januari tot en met maart 2010

Verwachting voor januari tot en met maart 2010

Verbetering concurrentiepositie

De ondernemers vinden dat hun concurrentiepositie op zowel de binnenlandse als de EU-markt  is verbeterd. Het oordeel over de markt buiten de EU is minder negatief geworden. De bezettingsgraad van de productieinstallaties is licht afgenomen en komt uit op 81,3 procent. Van de onderzochte bedrijven gaf een op de vier aan dat de productiebelemmering die zij ondervinden, te maken heeft met onvoldoende vraag naar hun producten.