Industriebeeld: stemming producenten slechter

Ondernemers in de industrie waren in december wat somberder gestemd dan in november. Het producentenvertrouwen daalde van -5,6 naar -8,6; voornamelijk doordat de ondernemers een stuk pessimistischer waren over de toekomstige productie. Ondanks dit stapje terug toont de stemmingsindicator sinds het dieptepunt in februari (-22,9) een duidelijk herstel, maar de stemming is nog altijd behoorlijk negatief.

De ondernemers in de industrie behaalden in oktober 17 procent minder omzet dan een jaar eerder. In september was de afname nog 21 procent. De afname van de industriële omzet is al vijf maanden op rij kleiner dan de voorgaande maand. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in oktober 7 procent lager dan in oktober 2008. Deze afname is nagenoeg gelijk aan die in september. De industriële productie lag in het eerste half jaar van 2009 circa 13 procent lager dan een jaar eerder; sindsdien is de afname kleiner geworden.

In het derde kwartaal van 2009 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2008 gekrompen met ruim 6 procent. Dat is een minder harde terugval dan in de eerste twee kwartalen van 2009. In het eerste kwartaal was het volume van de bruto toegevoegde waarde circa 14 procent kleiner en in het tweede kwartaal was het volume bijna 13 procent kleiner.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Ondernemers pessimistischer over de verwachte productie

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.

Over de verwachte productie in de komende drie maanden, waren de ondernemers een stuk pessimistischer dan voorgaande maand. Over hun voorraden gereed product waren de ondernemers iets minder positief dan in november. Het oordeel over de orderpositie verbeterde wel iets, maar bleef zeer negatief.

In december was het aantal ondernemers dat een toename van de waarde van de orderontvangsten zag voor de derde maand op rij groter dan het aantal dat een daling rapporteerde. Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren zij nog wat negatiever dan voorgaande maand.

Afname omzet in alle branches

De lagere omzet in oktober komt voor ruim de helft door lagere afzetprijzen. Daarnaast telde oktober 2009 een werkdag minder dan oktober 2008. Het negatieve effect hiervan wordt geraamd op ruim 2 procent.

Alle branches behaalden in oktober minder omzet. Met bijna 32 procent liep de omzet in de transportmiddelenindustrie het sterkst terug. In de voedings- en genotmiddelenindustrie was de afname van de omzet het kleinste, namelijk 7 procent.

Op de binnenlandse markt was de omzet 14 procent lager dan in oktober 2008 en op de buitenlandse markt 20 procent. De omzetontwikkeling op de binnenlandse markt is al bijna twee jaar gunstiger dan die op de exportmarkt.

Meer productie in aardolie en chemie

In de aardolie-, chemische en rubber- en kunststofproductenindustrie was de productie 4 procent hoger dan een jaar eerder. In de overige branches was de productie lager dan in oktober 2008. De terugval was het grootst in de transportmiddelenindustrie, daar werd bijna 39 procent minder geproduceerd. In de voedings- en genotmiddelenindustrie was de afname slechts 1 procent.

Krimp bruto toegevoegde waarde industrie kleiner

De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2009 met 3,7 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. In het tweede kwartaal bedroeg de krimp nog 5,4 procent. Ten opzichte van het voorafgaande kwartaal groeide de economie in het derde kwartaal met 0,5 procent. Volgens de gangbare definitie is hiermee een einde gekomen aan de recessie. Vier kwartalen lang kromp de economie. De opleving van de economie in het derde kwartaal komt vooral door een herstel van de export. Ook was de afname van de consumptie iets minder groot dan in het voorgaande kwartaal. De investeringen namen daarentegen verder af.

De uitvoer van goederen en diensten lag in het derde kwartaal bijna 8 procent lager dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal bedroeg de afname nog meer dan 12 procent. Dit betekent dat de uitvoer enigszins is hersteld. Het herstel betrof zowel de wederuitvoer als de uitvoer van Nederlandse producten. De krimp in het derde kwartaal lag bij beide circa 8,5 procent, tegen meer dan 13 procent in het tweede kwartaal. De uitvoer van diensten deelde nog niet in het herstel. De daling van de dienstenuitvoer nam toe van 4,6 procent in het tweede kwartaal naar 5,2 procent in het derde. De invoer van goederen en diensten kromp in het derde kwartaal met 9,3 procent. In het tweede kwartaal bedroeg de afname meer dan 12 procent.

De goederenproductie lag in het derde kwartaal 5,1 procent lager dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal bedroeg de krimp nog meer dan 10 procent. Met name de industrie droeg bij aan het herstel. De industriële productie lag ruim 6 procent lager dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal bedroeg de afname nog bijna 13 procent. Ook de delfstoffenwinning zorgde voor een afzwakking van de krimp. In het derde kwartaal nam de delfstoffenwinning af met meer dan 9 procent, tegen bijna 20 procent een kwartaal eerder. In de financiële en zakelijke dienstverlening nam de krimp wel verder toe.