Komen allochtone en autochtone jongeren dichter bij elkaar?

De situatie waarin niet-westers allochtone jongeren zich bevinden, is vergeleken met een paar jaar geleden op een aantal terreinen verbeterd. Zo zijn ze hoger opgeleid en meer aan het werk. Toch hebben niet-westers allochtone jongeren ten opzichte van autochtone jongeren op deze terreinen nog wel een inhaalslag te maken.

Een kwart allochtoon

Bijna een kwart van de 0- tot 25-jarigen in Nederland is van allochtone herkomst. Hiermee wonen er in Nederland ruim een miljoen allochtone jongeren. Zeven op de tien zijn in 2008 van niet-westerse herkomst. Turken en Marokkanen vormen met beide een aandeel van 21 procent de grootste groepen onder deze niet-westers allochtone jongeren.

Meer overgewicht, minder alcoholgebruik

Niet-westers allochtone jongeren van 2 tot 25 jaar hebben vaker met overgewicht te kampen dan hun autochtone leeftijdsgenoten (respectievelijk 22 om 14 procent in 2008). De niet-westers allochtone jeugd drinkt daarentegen minder dan de autochtone jeugd. Van de autochtone jongeren van 12 tot 19 jaar had in 2007 bijna 82 procent al ooit alcohol gedronken, van de niet-westerse allochtonen 57 procent.

Overgewicht 2008 en alcoholgebruik 2007

Overgewicht 2008 en alcoholgebruik 2007

Aantal allochtonen met diploma hoger onderwijs toegenomen

Het aantal niet-westers allochtone jongeren dat een diploma in het hoger onderwijs heeft gehaald is verdubbeld, van 2 duizend in 2000/’01 naar 4 duizend in 2006/’07. Daarnaast is van de 18- tot 25-jarigen vooral het aandeel niet-westers allochtone vrouwen dat over een startkwalificatie beschikt of nog een opleiding volgt fors toegenomen: van 74 procent in 2003 naar 85 procent in 2008.

Jongeren (18 tot 25 jaar) met een startkwalificatie of nog onderwijsvolgend

Jongeren (18 tot 25 jaar) met een startkwalificatie of nog onderwijsvolgend

Ondanks het verdubbelde aantal geslaagden in het hoger onderwijs, is het aandeel niet-westers allochtone jongeren dat een opleiding in het hoger onderwijs volgt nog steeds lager dan onder autochtone jongeren. In 2006/’07 lag dat aandeel op 12 procent bij de 12- tot 25-jarige niet-westerse allochtonen, tegenover bijna 17 procent van de autochtone jongeren.

Ook meer allochtone jongeren aan het werk

Gesteund door de gunstige economie van de afgelopen jaren nam ook het aandeel jongeren met werk onder de niet-westers allochtonen van 15 tot 23 jaar toe: van 47 procent in 2003 naar 56 procent in 2008. Ondanks deze toename van het aandeel werkzame niet-westers allochtone jongeren beschikken zij nog steeds veel minder vaak over een baan dan autochtone jongeren (respectievelijk 56 en 81 procent in 2008).

Aandeel werkende jongeren (15 tot 23 jaar)

Aandeel werkende jongeren (15 tot 23 jaar)

Deze en meer informatie over de diversiteit onder jongeren op de terreinen gezondheid, onderwijs, justitie en arbeidmarkt, komt aan bod in Jeugd en integratie, een publicatie van de Landelijke Jeugdmonitor.

Francis van der Mooren en Astrid Pleijers

Bron: Jeugd en integratie (1e kwartaalrapportage 2009 Landelijke Jeugdmonitor)