Industriebeeld: ondernemers iets minder somber

De ondernemers in de industrie waren in april iets minder pessimistisch dan een maand eerder. Het producentenvertrouwen steeg met 3,4 punten tot -17,4. Dit is de tweede achtereenvolgende maand waarin het vertrouwen van producenten iets opkrabbelde. In februari stond de vertrouwensindicator met -22,9 nog op het laagste niveau sinds 1985.

De ondernemers in de industrie behaalden in februari 27 procent minder omzet dan een jaar eerder. In het buitenland werd 33 procent minder omgezet, op de binnenlandse markt 20 procent. De omzetdaling in februari is de grootste sinds de start van de reeks begin jaren negentig. In januari was de omzet al zo’n 25 procent lager dan een jaar eerder. De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in februari bijna 13 procent lager dan een jaar eerder. De afname van de productie in februari was daarmee iets groter dan die in januari. Toen was de productie bijna 11 procent lager dan een jaar eerder.

In het vierde kwartaal van 2008 is het volume van de bruto toegevoegde waarde van de industrie ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder gekrompen met 5,9 procent.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Ondernemers minder somber over toekomstige productie

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.

De ondernemers waren in april een stuk minder somber over de verwachte productie dan een maand eerder. Toch was het aantal ondernemers dat een toename van de productie verwachtte nog steeds kleiner dan het aantal dat een afname voorzag. Over de voorraden gereed product bleven de ondernemers even somber. Ook het oordeel over de orderpositie bleef onveranderd slecht.

De bezettingsgraad daalde tot het laagste niveau ooit waargenomen. Deze was in april 74,3 procent, tegen 76,7 procent in januari. Ruim 40 procent van de ondernemers beschouwde onvoldoende vraag als een belangrijke productiebelemmering.

Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers pessimistischer dan in maart. Niet eerder waren ondernemers zo somber over de werkgelegenheid. Daarentegen nam de waarde van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden iets toe. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) steeg van 101,4 in maart tot 102,0 in april.

Omzet flink lager

De afname van de omzet in februari is voor ongeveer een derde toe te schrijven aan lagere afzetprijzen. Daarnaast telde februari in 2009 een werkdag minder dan in 2008. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ongeveer 3 procent.

Alle branches behaalden minder omzet dan in februari 2008. De transportmiddelenindustrie kende met 46 procent de grootste teruggang van de omzet. In de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie was de omzetdaling met 38 procent ook beduidend groter dan gemiddeld. Deze afname is voor het grootste deel toe te schrijven aan lagere afzetprijzen. De prijsontwikkeling in de aardolieverwerkende industrie hangt sterk samen met de prijs van ruwe aardolie. De prijs van een vat North Sea Brent olie was ruim 50 procent lager dan een jaar eerder.

Lagere productie breed gedragen

In februari werd in alle branches minder geproduceerd dan een jaar eerder. De voedings- en genotmiddelenindustrie deed het relatief het beste met bijna 4 procent minder productie. De transportmiddelenindustrie kende de grootste afname met een 33 procent lagere productie.

Bruto toegevoegde waarde industrie krimpt sterk

In het vierdekwartaal van 2008 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de Nederlandse industrie 5,9 procent kleiner dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2007.

Over heel 2008 kromp het volume van de bruto toegevoegde waarde met 0,1 procent. In 2007 groeide het volume van de bruto toegevoegde waarde van de Nederlandse industrie nog met 3,2 procent.

De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van 2008 gekrompen met 0,6 procent. Voor het eerst in vijf jaar was het volume van het bruto binnenlands product (bbp) kleiner dan een jaar eerder. De teruggang van de Nederlandse economie komt vooral door het inzakken van de export. Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was 3,3 procent kleiner dan een jaar eerder. De uitvoer van in Nederland geproduceerde goederen is sterk teruggelopen. Het niveau van de wederuitvoer veranderde nauwelijks. Alleen de export van diensten was hoger dan in het vierde kwartaal van 2007. De invoer van goederen en diensten nam met 0,3 procent af.

In het hele jaar 2008 groeide de Nederlandse economie met 2,1 procent. Deze groei ligt in de buurt van de groeicijfers van 2001, 2004 en 2005, maar is duidelijk minder dan de voorspoedige jaren 2006 en 2007. In 2007 groeide de Nederlandse economie met 3,5 procent.