Industriebeeld: Ondernemers fors pessimistischer

Het producentenvertrouwen is in juni fors verslechterd en uitgekomen op -1,7. Het producentenvertrouwen is in juni op de laagste stand beland sinds maart 2004. Zowel over de verwachte productie, de voorraden gereed product als de orderpositie zijn de ondernemers minder te spreken.

De Nederlandse industrie heeft ook in april 2005 meer omgezet dan een jaar eerder. In vergelijking met april vorig jaar was de omzet 6 procent hoger. De omzettoename is toe te schrijven aan hogere afzetprijzen. De industrie heeft in de periode maart-april van dit jaar 1,7 procent minder geproduceerd dan in de periode januari-februari.

Het volume van de bruto toegevoegde waarde daalde in het eerste kwartaal van 2005 in vergelijking met het overeenkomstige kwartaal van 2004.

Negatiever over productie, voorraden en orderpositie

Het producentenvertrouwen is een stemmingsindicator voor de industrie. Het cijfer is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.

Het producentenvertrouwen is in juni 2,5 punt lager dan in mei. Dit is de grootste daling in een maand sinds twee jaar. Vooral de producenten van halffabrikaten zijn negatiever over de verwachte productie in de komende drie maanden. Ook de producenten van consumptiegoederen zijn hierover minder positief. De producenten van investeringsgoederen zijn juist positiever over de toekomstige productie. Over de orderpositie zijn alle producenten negatiever, terwijl over de voorraad gereed product vooral de producenten van halffabrikaten slechter te spreken zijn.

Ondernemers verwachten iets lagere verkoopprijzen

Een op de negen ondernemers verwacht lagere verkoopprijzen, terwijl een op de twintig hogere prijzen voorziet. Vooral de producenten van halffabrikaten verwachten lagere verkoopprijzen. In 2004 was de groep ondernemers die verwacht de prijzen te verhogen groter dan de groep die een prijsdaling verwacht. Deze verhouding is in het tweede kwartaal van 2005 omgekeerd.

Een op de zes ondernemers verwacht de personeelsomvang in de komende maanden te verminderen, terwijl maar een op de veertien van plan is het aantal personeelsleden te verhogen. Sinds begin vorig jaar is deze verhouding vrijwel onveranderd.

Meer omzet door hogere prijzen

De omzettoename van 6 procent is ongeveer gelijk aan de stijging van de afzetprijzen. Verder telde april dit jaar een werkdag meer dan in 2004. Het positieve effect van deze werkdag op de omzet raamt het CBS op 2 procent. Het omzetvolume was gemiddeld 2 procent lager dan in april 2004.

De omzetgroei is in april 2005 bijna gelijk verdeeld over de binnenlandse en de buitenlandse markt. Ten opzichte van april 2004 heeft de Nederlandse industrie 6 procent meer omgezet in het buitenland. De toename van de omzet op de binnenlandse markt was 5 procent.

Productie daalt opnieuw

In de periode maart-april 2005 daalde de productie, na correctie voor seizoeninvloeden, met 1,7 procent ten opzichte van de periode januari-februari. De productie leverde hiermee opnieuw iets in van de kleine opleving van eind 2004 en begin 2005. De productie van grondstoffen en halffabrikaten en die van investerings- en consumptiegoederen daalde in de periode maart-april 2005.

Vergeleken met een jaar eerder was in april 2005, gecorrigeerd voor het verschil in het aantal werkdagen, de productie met 0,7 procent afgenomen.

Volume bruto toegevoegde waarde daalt in eerste kwartaal

Het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) was in het eerste kwartaal 1,8 procent lager in vergelijking met het eerste kwartaal van 2004.

De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2005 voor het eerste sinds 2003 gekrompen. Het bruto binnenlands product (BBP) was 0,3 procent lager dan een jaar eerder. Belangrijke oorzaak voor de daling van het BBP is de ontwikkeling van de export. De groei van de export is in het eerste kwartaal met meer dan de helft afgenomen. Verder hebben de huishoudens minder gekocht en zijn de investeringen teruggelopen. De overheidsconsumptie groeide bescheiden.

Productiegroei en producentenvertrouwen