Bodemgebruik in Nederland geharmoniseerd met TOP10Vector - hfdst. 3

3. Werkwijze

Een digitale topografische kaart geeft een representatie van de toestand van het terrein. In de topografische kaart zijn de fysieke kenmerken opgenomen van de objecten die op het terrein zijn waar te nemen. Om het bodemgebruik vast te stellen, is het nodig deze fysieke kenmerken te vertalen naar hun gebruik of functie. Aan de hand van de legenda (TOP10Vector coderingen, symbolen) van de topografische kaart is daarom getracht uit de kenmerken van de bodembedekking af te leiden wat het bodemgebruik is.

Een rechtstreekse vertaling van de fysieke kenmerken van objecten naar hun functie was niet overal mogelijk. Waar rechtstreekse vertaling niet lukte, is uiteindelijk ‘op het oog’ het bodemgebruik vastgesteld. Door het bestand bodemgebruik (BBG) na deze handmatige toewijzing meerdere keren te confronteren met de uitgangssituatie van TOP10Vector, is de vertaling van bodembedekking naar bodemgebruik geoptimaliseerd. Resultaat is een bestand van het bodemgebruik in Nederland waarvan de geometrie vrijwel volledig overeenkomt met die van TOP10Vector.

Het gebruik van TOP10Vector als ondergrond heeft als groot voordeel dat een goede aansluiting van informatie over het bodemgebruik op andere bronnen van geografische informatie verzekerd is. Die bronnen dienen dan uiteraard ook op TOP10Vector te zijn gebaseerd. De uitwisseling van geografische informatie uit andere bronnen wordt hierdoor eenvoudiger. Verder is belangrijk dat de nieuwste topografische gegevens van de TDN geautomatiseerd in het BBG worden verwerkt.

De interpretatie van de wijzigingen in het bodemgebruik is niet veranderd. Dit verloopt als volgt. Bij de inventarisatie wordt gebruik gemaakt van digitale luchtfoto’s. Deze worden op het beeldscherm geprojecteerd onder de digitale lijnenkaart. Zo wordt het mogelijk om de wijzigingen en correcties van het bodemgebruik interactief in de bestanden aan te brengen. De software die hiervoor is gebruikt is een door het CBS ontwikkelde applicatie in ArcView 3.1 (ESRI, Redlands, Californië). De digitale kaartbladen van het bodemgebruik komen qua vorm en indeling overeen met de kaartblad-indeling van de TDN. Als aanvullend hulpmiddel is bij de inventarisatie gebruik gemaakt van stadsplattegronden.

Opbouw en verwerking van de digitale bestanden vindt vervolgens plaats met behulp van een ARC/INFO Geografisch Informatie Systeem (GIS), waarbinnen door het CBS applicaties zijn ontwikkeld. Voor het samenstellen van uitkomsten zijn de digitale bestanden, door middel van een overlay-proces, met de gemeentegrenzen (een digitaal gemeentegrenzen bestand afkomstig van de TDN) samengevoegd. Uitkomsten per gemeente worden vervolgens geaggregeerd naar provincies en andere gebiedsindelingen.