Inflatie stijgt naar 5,2 procent in april

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte
Consumentengoederen en -diensten waren in april 5,2 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In maart was de inflatie 4,4 procent.

Het CBS publiceert naast het algemene inflatiecijfer maandelijks ook wat de inflatie is exclusief de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) en brandstof. In april waren consumentengoederen en –diensten exclusief energie en motorbrandstoffen 7,8 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In maart was de prijsstijging op jaarbasis 8,1 procent.

De inflatie wordt elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De CPI geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Een inflatie van 5,2 procent in april 2023 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 5,2 procent hoger zijn dan in april 2022. De inflatie van 5,2 procent in april komt dus niet bovenop de inflatie van 4,4 procent in maart.

Inflatie (CPI)
jaarmaandInflatie (CPI) (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Inflatie (CPI) exclusief energie en motorbrandstoffen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2018januari1,51,2
2018februari1,21
2018maart10,8
2018april1,10,8
2018mei1,71,2
2018juni1,71,1
2018juli2,11,4
2018augustus2,11,4
2018september1,91,2
2018oktober2,11,5
2018november21,6
2018december21,6
2019januari2,21,7
2019februari2,62
2019maart2,82,2
2019april2,92,2
2019mei2,41,8
2019juni2,72,2
2019juli2,52,3
2019augustus2,82,7
2019september2,62,5
2019oktober2,72,6
2019november2,62,3
2019december2,72,3
2020januari1,82,1
2020februari1,62
2020maart1,42,2
2020april1,22,3
2020mei1,22,4
2020juni1,62,6
2020juli1,72,6
2020augustus0,71,5
2020september1,11,9
2020oktober1,22,1
2020november0,81,7
2020december11,8
2021januari1,62,1
2021februari1,82
2021maart1,91,7
2021april1,91,3
2021mei2,11,5
2021juni21,4
2021juli1,40,5
2021augustus2,41,5
2021september2,71,5
2021oktober3,41,6
2021november5,22,3
2021december5,72,4
2022januari6,42,7
2022februari6,22,9
2022maart9,73,1
2022april9,64,1
2022mei8,84,4
2022juni8,64,7
2022juli10,35,7
2022augustus126
2022september14,56,5
2022oktober14,36,9
2022november9,96,8
2022december9,67,5
2023januari7,67,7
2023februari88,1
2023maart4,48,1
2023april5,27,8

Kleinere prijsdaling energie en benzine

De prijsontwikkeling van energie en benzine had een opwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie. Energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) was in april 32,2 procent goedkoper dan in april vorig jaar. In maart waren de prijzen 36,5 procent lager. Benzine was deze maand 11,1 procent goedkoper dan in april 2022, in maart waren de prijzen 20,8 procent lager. Het effect van de accijnsverlaging op motorbrandstoffen in april vorig jaar werkt vanaf april 2023 niet meer door in de inflatie.

Prijsindex elektriciteit, gas en stadsverwarming
Maand2023 (2015=100)2022 (2015=100)2021 (2015=100)
Jan189,85196,49104,43
Feb182,39187,87106,13
Mrt175,11275,85107,18
Apr173,03255,21107,97
Mei221,75108,22
Jun201,81109,99
Jul240,6115,79
Aug294,51117,17
Sep369,46123,29
Okt373,21136,56
Nov277,97163,61
Dec276,71182,04

Nieuwe meetmethode energieprijzen

Vanaf verslagmaand juni 2023, waarvan op 30 juni de snelle raming wordt gepubliceerd, gebruikt het CBS een nieuwe methode om energieprijzen te meten in de CPI. Bij de huidige methode wordt de prijsontwikkeling gemeten op basis van nieuwe contracten. Bij de nieuwe methode worden transactiedata van energieleveranciers gebruikt, zodat er ook rekening kan worden gehouden met de tarieven van al langer lopende energiecontracten. Dit zorgt voor een nauwkeuriger inflatiecijfer. Het CBS publiceerde op 2 maart een update van het onderzoek naar de nieuwe methode om energieprijzen te meten.

Kleinere prijsstijging voedingsmiddelen

De prijsontwikkeling van voeding had een neerwaarts effect op de ontwikkeling van de inflatie. In april 2023 waren voedingsmiddelen 15,9 procent duurder dan een jaar eerder. In maart was dat 18,4 procent. Vooral de prijsontwikkeling van vlees, groenten en zuivel droeg hieraan bij.

CPI; belangrijkste bijdragen aan de jaarmutatie
 April 2023 (%-punt)Maart 2023 (%-punt)
Totaal5,24,4
Voedingsmiddelen en
alcoholvrije dranken
1,892,13
Diverse goederen en
diensten
0,70,72
Horeca0,680,51
Recreatie en cultuur0,520,5
Stoffering en huishoudelijke
apparaten
0,510,57
Kleding en schoenen0,510,55
Vervoer0,3-0,14
Onderwijs0,280,28
Huisvesting, water
en energie
-0,57-1,16

Inflatie eurozone 7,0 procent

Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in april 5,8 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in maart was dat 4,5 procent. De inflatie in de eurozone steeg van 6,9 procent in maart naar 7,0 procent in april.

Europees geharmoniseerde inflatie (HICP)
jaarmaandNederland (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)Eurozone (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)
2018januari1,51,3
2018februari1,31,1
2018maart11,4
2018april11,2
2018mei1,92
2018juni1,72
2018juli1,92,2
2018augustus1,92,1
2018september1,62,1
2018oktober1,92,3
2018november1,81,9
2018december1,81,5
2019januari21,4
2019februari2,61,5
2019maart2,91,4
2019april31,7
2019mei2,31,2
2019juni2,71,3
2019juli2,61
2019augustus3,11
2019september2,70,8
2019oktober2,80,7
2019november2,61
2019december2,81,3
2020januari1,71,4
2020februari1,31,2
2020maart1,10,7
2020april10,3
2020mei1,10,1
2020juni1,70,3
2020juli1,60,4
2020augustus0,3-0,2
2020september1-0,3
2020oktober1,2-0,3
2020november0,7-0,3
2020december0,9-0,3
2021januari1,60,9
2021februari1,90,9
2021maart1,91,3
2021april1,71,6
2021mei22
2021juni1,71,9
2021juli1,42,2
2021augustus2,73
2021september33,4
2021oktober3,74,1
2021november5,94,9
2021december6,45
2022januari7,65,1
2022februari7,35,9
2022maart11,77,4
2022april11,27,4
2022mei10,28,1
2022juni9,98,6
2022juli11,68,9
2022augustus13,79,1
2022september17,19,9
2022oktober16,810,6
2022november11,310,1
2022december119,2
2023januari8,48,6
2023februari8,98,5
2023maart4,56,9
2023april5,87

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. Meer prijsindicatoren zijn te vinden in het prijzendashboard. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.