Zorguitgaven

Wat behelst het onderzoek

Doel

Beschrijven van de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg.

Domeinbeschrijving

Het domein van de statistiek omvat alle activiteiten voor gezondheids- en welzijnszorg waarbij direct contact is met de patiënt of cliënt, en activiteiten van beleid, beheer en verzekering van gezondheids- en welzijnszorg. Dat betekent dat niet alleen bedrijven en instellingen met als hoofdactiviteit het verstrekken van zorg (SBI 86, 87 en 88) meetellen, maar ook de zorgactiviteiten van andere bedrijven en instellingen, zoals bijvoorbeeld apotheken, opticiens, ministeries, taxibedrijven die ziekenvervoer aanbieden, etcetera. Ook de zorg die geleverd wordt door huishoudens in het kader van persoonsgebonden budgetten en de zorg die door buitenlandse zorgaanbieders geleverd wordt aan ingezetenen van Nederland telt mee. De gezondheids- en welzijnszorg in Caribisch Nederland blijft buiten beschouwing. 

De onderwerpen die in de statistiek zijn opgenomen zijn:

  • de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg in lopende prijzen;
  • de uitgaven aan gezondheidszorg volgens de internationale definitie van het System of Health Accounts (SHA), in lopende prijzen;
  • de jaar-op-jaar ontwikkeling van de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg, uitgesplitst in een volume-ontwikkeling en een prijsontwikkeling.

De onderwerpen zijn uitgesplitst naar type zorgaanbieder, financieringsvorm en zorgtype; de uitgaven aan gezondheidszorg volgens de internationale definitie zijn ook uitgesplitst naar functies (doelen) van gezondheidszorg.

Aanvang onderzoek

Er zijn cijfers vanaf 1972, maar niet alle tabellen bevatten cijfers over alle jaren:

  • Er is één tabel met cijfers voor de periode 1972-2022, met alleen een uitsplitsing naar enkele categorieën zorgaanbieders en naar enkele financieringsvormen, aangevuld met enkele kerncijfers (uitgaven per hoofd van de bevolking, uitgaven als percentage van het bbp).
  • Er is een uitgebreide set tabellen voor de periode 1998-2022, zowel voor het de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg als voor de uitgaven aan gezondheidszorg volgens de internationale definitie. De uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg worden uitgesplitst naar aanbiederscategorieën*financieringsvormen. De uitgaven aan gezondheidszorg volgens de internationale definitie worden uitgesplitst naar aanbiederscategorie*financieringsvorm, aanbiederscategorie*zorgfunctie en financieringsvorm*zorgfunctie; daarbij wordt gebruik gemaakt van internationaal afgesproken indelingen van aanbieders, zorgfuncties en financieringsvormen. Verder is er een tabel beschikbaar met de uitsplitsing van de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg in een prijs- en een volume-component.
  • Er is een nog uitgebreidere set tabellen voor de periode 2021-2023, waarbij de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg ook nog uitgesplitst worden naar aanbiederscategorie*zorgtype en financieringsvorm*zorgtype. Deze tabellen worden jaarlijks aangevuld met nieuwe jaren. Daarnaast zullen ook nog enkele (2 tot 4) jaren vóór 2021 toegevoegd worden. Tussen deze set tabellen en de bij het vorige punt genoemde set is dus een overlap van twee jaren (2021-2022). De verschillen tussen beide sets tabellen worden toegelicht in de paragraaf Revisies.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

In het tweede kwartaal worden voorlopige cijfers van jaar t-1 gepubliceerd over de uitgaven aan gezondheidszorg volgens de internationale definitie. Ook worden dan alle cijfers over t-2 en t-3 geactualiseerd. In het vierde kwartaal worden nieuwe cijfers van jaar t-1 gepubliceerd over de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg. De cijfers van jaar t-1 over de uitgaven aan gezondheidszorg volgens de internationale definitie worden dan geactualiseerd, net als alle cijfers over t-2 en t-3. De cijfers over t-3 worden dan definitief.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

De cijfers over de uitgaven aan zorg komen tot stand middels een integratieproces waarbij gegevens uit diverse interne en externe bronnen met elkaar geconfronteerd en geanalyseerd worden. Er vindt dus geen specifieke uitvraag plaats voor deze statistiek. De basis wordt gevormd door data over de inkomsten die zorgaanbieders verwerven door het aanbieden van zorg. Dit wordt zoveel mogelijk gebaseerd op data over declaraties per wet, omdat de uitgaven daarmee veelal kunnen worden uitgesplitst naar type aanbieder en zorgtype. Als geen declaratiegegevens beschikbaar zijn, wordt vooral geput uit jaarrekeningen van zorgaanbieders, aangevuld met fiscale data (winstaangiftes) en CBS-enquêtes.

Uit dit integratieproces resulteren sets van data per categorie zorgaanbieders met cijfers over de uitgaven, uitgesplitst naar financieringsvormen, zorgtypes en functies. Ook prijs- en volumegegevens komen beschikbaar.

Belangrijkste bronnen

Interne bronnen: economische statistieken van zorgaanbieders, statistieken over de financiën van gemeenten, persoonsstatistieken over zorggebruik, statistieken over lonen, statistieken over prijsontwikkelingen van zorgproducten die zorggebruikers uit eigen middelen betalen.
Externe bronnen: financieringsgegevens van Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit, declaraties Zorgverzekeringswet/Wet langdurige zorg/aanvullende verzekeringen van Vektis, jaarverslagen en begrotingen van ministeries, jaarverslagen van instellingen op het zorgterrein, tariefinformatie van de Nederlandse Zorgautoriteit en rapporten over (de ontwikkeling van) de omvang van het zorggebruik en/of de zorguitgaven.

Revisies

  • Revisie 1998: tot 1998 werden de uitgaven van de publiek gefinancierde zorg beschreven; vanaf 1998 is het hele terrein van zorg, en gefinancierd door alle mogelijke bronnen beschreven. In de StatLinepublicatie Uitgaven gezondheids, welzijnszorg; financiering 1972-2022, zijn de cijfers teruggelegd tot 1972.
  • Revisie 2008: de belangrijkste wijzigingen houden verband met het niet meer opnemen van de niet-zorgactiviteiten van de zorgaanbieders (met name bij de instellingen) en het gebruikmaken van de uitkomsten van statistieken die worden samengesteld in het kader van de maatschappelijke verantwoording (jaardocument zorg). Op het niveau van het totaal van de zorguitgaven hebben deze wijzigingen echter slechts een gering effect.
  • Revisie 2015: het belangrijkste onderdeel van deze revisie was dat er, mede als gevolg van de decentralisatie van zorg naar gemeenten, veranderingen optraden in de gebruikte bronnen. Het gebruik van nieuwe bronnen leidde op een aantal plaatsen tot aanpassing van de cijfers. Over deze revisie is een aparte publicatie verschenen: Revisie zorgrekeningen 2015
  • Revisie 2021: de belangrijkste verandering die met deze revisie is doorgevoerd is dat de uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg nu ook worden uitgesplitst naar zorgtype. De nieuwe output die dat heeft opgeleverd is hierboven reeds beschreven onder het kopje “Aanvang onderzoek”. Het beschikbaar komen van de Wlz- en Zvw-declaraties per zorgaanbieder (data van Vektis) heeft in grote mate bijgedragen aan het samenstellen van de nieuwe output naar zorgtype. Over deze revisie is een aparte publicatie verschenen: Revisie statistieken uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg, 2021-2023.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De definitieve cijfers zijn voor het grootste deel van de zorguitgaven nauwkeurig omdat gebruik gemaakt kan worden van bronnen die zeer volledig zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de declaratiedata, voor de Jaardocumenten Maatschappelijke Verantwoording van zorgaanbieders en voor fiscale data. Op het moment dat de eerste voorlopige cijfers worden gepubliceerd zijn deze bronnen echter nog niet beschikbaar. Vergelijking van de voorlopige met definitieve uitkomsten laat zien dat het verschil tussen de voorlopige en definitieve cijfers in de regel van beperkte omvang is. Het verschil varieert van maximaal één procent bij de totale uitgaven aan zorg (hoogste aggregatieniveau) tot enkele procenten bij de uitgaven aan afzonderlijke, kleine aanbieders van zorg.

Voor de onderdelen van de gezondheids- en welzijnszorg waar het zorg betreft die niet verzekerd is (bijvoorbeeld zorg die betaald wordt met subsidies of met eigen geld van de zorggebruiker), is de uitsplitsing van de totale zorguitgaven per aanbiederscategorie naar zorgtype en financieringsvorm minder nauwkeurig. Het is niet goed te kwantificeren hoe groot die onnauwkeurigheid is. Het gaat dan bijvoorbeeld om de aanbieders van niet-verzekerde paramedische zorg en de ‘overige aanbieders’ in de gezondheids- en welzijnszorg, waarvoor vaak alleen fiscale informatie beschikbaar is, en daarin ontbreekt de uitsplitsing naar financieringsvorm en zorgtype.

Een specifieke bron van onnauwkeurigheid is dat betrouwbare gegevens over onder-aanneming (i.e. zorg uitgevoerd door zorgaanbieders in opdracht van andere zorgaanbieders) vaak ontbreken. Als onder-aanneming niet als zodanig herkend wordt, ontstaat dubbeltelling van zorguitgaven. In 'Revisie statistieken uitgaven aan gezondheids- en welzijnszorg, 2021-2023' wordt uitgebreid beschreven hoe hiervoor zo goed mogelijk gecorrigeerd wordt.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Voor de periode 1998-2022 zijn het beschreven terrein en de gehanteerde definities en begrippen eenduidig, zodat de volgtijdelijke vergelijkbaarheid gewaarborgd is. Vanaf verslagjaar 2021 is een nieuwe reeks gestart, waarbij de gehanteerde definities en begrippen niet zijn veranderd, maar het beschreven terrein en de afbakening van ‘zorguitgaven’ wel.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Bij het samenstellen van de cijfers worden de uitkomsten van een veelheid van interne en externe bronnen met elkaar geconfronteerd, om te komen tot consistente en zo betrouwbaar mogelijke uitkomsten. De plausibiliteit van de uitkomsten wordt beoordeeld door jaar-op-jaar ontwikkelingen te vergelijken met externe bronnen die al eerder over de zorguitgaven in het betreffende jaar hebben gepubliceerd. De cijfers van Zorginstituut Nederland (Zorgcijfersdatabank.nl) over de uitgaven in het kader van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg spelen daarbij een belangrijke rol. Voor de overige zorg (dwz. niet-Zvw en niet-Wlz) wordt waar mogelijk informatie uit interne en externe bronnen over zorggebruik en over prijzen en tarieven gebruikt om de plausibiliteit van de uitgavencijfers te beoordelen. Waar nodig worden correcties toegepast.