Verkeersindexcijfers

Wat behelst het onderzoek

Doel

Samenstellen van een overzicht over de ontwikkeling van de verkeersdrukte op het totale rijks- en provinciale wegennet buiten de bebouwde kom.
Verkeerswaarnemingen in deze worden verricht met het doel gegevens te verzamelen over de intensiteit op een bepaald moment, onder meer ten behoeve van onderbouwing van verkeers- en vervoersbeleid en het berekenen van een trend van de ontwikkeling van het verkeer op het Nederlandse wegennet.

Doelpopulatie

Het rijks- en provinciale wegennet buiten de bebouwde kom.
Het totale rijks- en provinciale wegennet in Nederland is 12.900 kilometer. Op ruim 3.400 kilometer hiervan zijn ongeveer 1.240 permanente telpunten geplaatst die het aantal gepasseerde motorvoertuigen in twee richtingen registreren. Zowel motorvoertuigen met een Nederlands als met een buitenlands kenteken worden waargenomen.

Statistische eenheid

Het aantal geregistreerde motorvoertuigen dat gedurende een bepaalde tijdseenheid een permanent telpunt op het wegennet passeert.

Aanvang onderzoek

In 1973 is het CBS gestart met het publiceren van maandelijkse verkeersindexcijfers over de verkeersintensiteit op belangrijke wegen (rijks- en provinciale wegen) buiten de bebouwde kom. Aanleiding van deze statistiek was de energiecrisis eind 1973; er was behoefte aan korte termijn cijfers over ontwikkelingen in de verkeersintensiteit.

Frequentie

In het verleden werden elke maand, 6 weken na verslagperiode, maandcijfers gepubliceerd. Vanwege een inhaalslag worden over de periode 2000–2010 nu enkel jaarcijfers gepresenteerd.
Op een later tijdstip wordt bepaald met welke frequentie nieuwe verkeersindexcijfers weer gepubliceerd worden.

Publicatiestrategie

De nu gepubliceerde verkeersindexcijfers zijn definitieve jaarcijfers. Vanwege de uitgevoerde inhaalslag, zullen over de afgelopen jaren tot en met 2010 geen maandcijfers berekend worden.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd:

Soort onderzoek

Deze statistiek is een secundaire statistiek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bestaande informatie van wegbeheerders die niet altijd – puur – voor statistische doeleinden wordt verzameld.

Waarnemingsmethode

Op ca. 1.200 vaste telpuntlocaties op rijks- en provinciale wegen, buiten de bebouwde kom, wordt 24 uur per dag en 7 dagen in de week het aantal gepasseerde motorvoertuigen (naar 2 richtingen) geregistreerd. Vervolgens wordt er voor elk individueel telpunt, op maand- en jaarbasis, een gemiddelde werk- en weekdagintensiteit berekend. Deze maand- en jaaretmaal-gemiddeldes worden periodiek door de wegbeheerders geleverd aan het CBS.

Berichtgevers

Rijkswaterstaat en de 12 provincies zijn verantwoordelijk voor plaatsing en onderhoud van de tellers/telpunten op rijkswegen cq. provinciale wegen. De provincie Flevoland heeft de registratie van de tellingen en de verwerking van de gegevens uitbesteed aan Dinaf Traffic Control. Daardoor zijn de 12 wegbeheerders én Dinaf  in deze de berichtgevers, die periodiek de betreffende verkeersgegevens leveren aan het CBS.

Steekproefomvang

De ontvangen data van de ca. 1.240 locaties zijn afkomstig van tellingen uit aparte telsystemen van Rijkswaterstaat en de provincies op ruim 3.400 kilometer wegen; dit is bijna 27% van het totale rijk- en provinciale wegennet (buiten de bebouwde kom) in Nederland.

Controle- en correctiemethoden

De ca. 1.240 telpunten zijn gegroepeerd naar 12 provincies en 2 wegcategorieën, waardoor er 24 strata ontstaan. De locatie van het telpunt is bepalend voor de regionale indeling.
Voor de berekening van verkeersindexcijfers op jaarbasis zijn zowel de intensiteiten op een gemiddelde werk- en weekdag in dat jaar van belang als de lengte van het telvak waarin die specifieke teller gelegen is.
Tijdens de berekening van de nu opgeleverde verkeersindexcijfers waren alle essentiële data, zijnde intensiteiten en lengte telvakken van nagenoeg alle wegbeheerders, bekend, met uitzondering van jaaretmaalgemiddeldes van de provinciale wegen 2010 van de provincie Zuid-Holland en de telvaklengtes van alle telpunten op het rijkswegennet van na 2004.
De ontvangen data werden gecontroleerd op volledigheid en vergeleken met de waardes van de overeenkomstige telpunten in de tijd. Indien in een van de 24 strata bepaalde telpunten in een jaar, om welke reden dan ook, geen intensiteiten hadden, zijn die voor het eerst ontbrekende jaar geimputeerd cq. geschat op basis van de ontwikkeling van de overige telpunten in dat stratum. Op diezelfde wijze zijn ook de intensiteiten van de telpunten van de provincie Zuid-Holland voor het jaar 2010 ingeschat: in dit geval op basis van de ontwikkeling van alle andere telpunten op het provinciale wegennet van de overige 11 provincies.
Vanwege het ontbreken van recente lengten van de telvakken op rijkswegen werden de gegevens van 2004 ook gebruikt voor de volgende jaren tot en met 2010; de lengtes van de telvakken (zowel op rijks- als provinciale wegen) zijn redelijk stabiel.
Indien telpunten meerdere jaren geen waardes hebben, zijn ze niet meer meegenomen bij de berekening van het verkeersindexcijfer. 

Weging

Voor het berekenen van de ontwikkeling van de verkeersintensiteiten worden per stratum de afzonderlijke telpunten gewogen met de lengte van het daarbij horende telvak. Van elk van deze 24 strata is ook de totale lengte bekend van alle telpunten die in dat stratum operationeel zijn. De per stratum berekende voertuigkilometers van zowel de verslag- als referentieperiode worden opgehoogd met de factor: totale weglengte per stratum (uit statline) gedeeld door de totale lengte van de operationeel zijnde telvakken.
Op deze wijze worden de voertuigkilometers opgehoogd naar het totale wegennet.

Representativiteit

De verkeersindexcijfers worden bepaald op basis van een beperkte verzameling van telpunten op het rijks- en  provinciale wegennet. De telpunten waarvoor gegevens beschikbaar zijn, dekken niet het volledige wegennet af. De vraag is dan ook in hoeverre de indexcijfers representatief zijn voor het niet waargenomen deel van het wegennet. De dichtheid van de telpunten per provincie vertoont duidelijke verschillen. Om hiervoor te corrigeren bij het bepalen van cijfers per landdeel, worden de provinciecijfers gewogen naar de lengte van het wegennet per provincie. Dit is methodologisch gezien een suboptimale oplossing, voertuigen leggen immers routes af. Deze routes zorgen ervoor dat er een correlatie bestaat tussen de tellingen uitgevoerd door verschillende lussen. Een lus is hierdoor eerder representatief voor de routes die erlangs voeren dan dat hij representatief is voor een weg of regio. Over de gebruikte routes op het wegennet is echter geen informatie beschikbaar. Hiervoor kan dus niet door middel van een weging gecorrigeerd worden. Dit onderwerp vereist beduidend meer onderzoek. Het aantal telpunten/lussen waarover cijfers van 2000 t/m 2010 beschikbaar zijn voor het berekenen van de verkeersindexcijfers is beperkt (548 telpunten op rijkswegen en 690 op provinciale wegen). Verder zijn de locaties van de lussen bepaald vanuit verkeers-kundige perspectieven, waardoor er een vertekening kan ontstaan door de selectiviteit. Deze kans op vertekening wordt groter naarmate we een kleiner detailniveau kiezen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Bij het berekenen van dit verkeersindexcijfer is het goed het volgende in gedachten te houden:

  • Bij dit project wordt gebruik gemaakt van secundaire bronnen waarbij de aangeleverde verkeersgegevens van de wegbeheerders soms voor andere doeleinden verzameld worden. Hierdoor kan er meer geteld zijn op ‘drukkere’ dan op minder ‘drukke’ wegen.
  • De verkeersintensiteiten, die aan de basis van de berekening liggen, zijn waargenomen op slechts 27 % van het totale rijks- en provinciale wegennet; 3.400 van de 12.900 km.
  • Ondanks dat de lengtes van de telvakken op beide categorieën wegen in de tijd nauwelijks veranderen, is aan de telvakken op het rijkswegennet van ná 2004, vanwege het ontbreken van recentere gegevens, de telvaklengte uit 2004 gekoppeld.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

In eerder berekende en gepubliceerde verkeersindexcijfers werd vanuit de 12 aparte maand-cijfers een jaarcijfer berekend. Nu heeft er een vergelijking van jaarcijfers plaatsgevonden.
De verschillen met eerder berekende en gepubliceerde verkeersindexcijfers zijn:

  • Index baseren op vergelijking van een jaarcijfer (T) met een jaarcijfer (T-1) de zgn. jaaretmaalgemiddelden. Voorheen werd een maandcijfer (T) vergeleken met een jaarcijfer (T-2).
  • Extreme waarden met een ontwikkeling van meer dan 10 % (zowel plus als min) tov het referentiejaar worden niet meer gecorrigeerd maar ‘meegenomen’ in de berekeningen.
  • Verkeersindexcijfers worden nu enkel nog gepubliceerd naar een totaal-Nederland-cijfer, verdeeld naar rijks- en provinciale wegen en naar de 4 regio’s. Een nadere uitsplitsing van de rijkswegen naar autosnelwegen en andere belangrijke rijkswegen is niet meer mogelijk. Ook een indeling naar randstad-screenlines en Hoofdwegennet is komen te vervallen.
  • Berekende data per stratum worden gewogen met de ‘feitelijke lengte’ tov de ‘waar-genomen weglengte’; verkeersindexcijfers per provincie zullen daardoor niet veranderen; alle andere (totaal)cijfers veranderen wel enigszins.