Uitgaven Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van gemeentelijke statistische uitkomsten over begrote en gerealiseerde uitgaven (exclusief uitvoeringskosten) van gemeenten aan maatwerkvoorzieningen verstrekt in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo2015).

Doelpopulatie 

Gemeenten met uitgaven aan Wmo-maatwerkvoorzieningen.

Statistische eenheid

Gemeenten in combinatie met de typen Wmo maatwerkvoorzieningen.

Aanvang onderzoek

2017.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Voor de jaarcijfers wordt er gestreefd naar de zogenaamde 1-op-1 publicatienorm, waarbij de tijd tussen het einde van de verslagperiode en publicatie van de gegevens niet langer is dan de verslagperiode zelf. Dit betekent dat jaarcijfers uiterlijk 12 maanden na afloop van het jaar worden gepubliceerd. De cijfers over het meest recente verslagjaar worden als voorlopige cijfers gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande jaar definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

In dit onderzoek worden gegevens over begrote en gerealiseerde uitgaven voor Wmo-maatwerkarrangementen door gemeenten geleverd aan CBS.

Waarnemingsmethode

Bestanden met gegevens worden elektronisch aan het CBS geleverd.

Berichtgevers

Gemeenten.

Steekproefomvang

Er is geen sprake van een steekproef. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om gegevens over uitgaven aan Wmo-maatwerkvoorzieningen te leveren in het kader van de gemeentelijke monitor sociaal domein. Er worden cijfers op gemeenteniveau gepubliceerd. Bij voldoende aanlevering (>80% van de Nederlandse populatie) zullen uitgaven met behulp van modelmatige extrapolatie op landelijk niveau worden berekend en gepubliceerd.

Controle- en correctiemethoden

Plausibiliteit is gecontroleerd door uitgaven per 1000 inwoners tussen gemeenten te vergelijken. Daarnaast zijn jaar op jaar vergelijkingen gedaan en zijn waar mogelijk begrote met gerealiseerde uitgaven met elkaar vergeleken. Bij grote afwijkingen is contact opgenomen met de betreffende gemeente om te achterhalen of de aangeleverde uitgaven kloppen. Waar nodig hebben gemeenten correcties aangeleverd. Voor gemeenten kleiner dan 20 duizend inwoners is jaar op jaar vergelijking minder informatief dan voor grotere gemeenten, omdat de uitgaven bij een lager aantal inwoners meer schommelen. Bij kleinere gemeenten met grote verschillen tussen jaren is steekproefsgewijs navraag gedaan naar correctheid van de cijfers. Begrote cijfers met betrekking tot Wmo verblijf worden niet geschat.

Weging

De gegevens worden niet gewogen of opgehoogd omdat er geen sprake is van steekproef gegevens.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

De nauwkeurigheid van de statistiek is afhankelijk van de nauwkeurigheid van de door gemeenten aangeleverde informatie. De cijfers over de totale uitgaven Wmo in Nederland zijn geschat met een regressiemodel op de data van de deelnemende gemeenten. De onzekerheidsmarges (95%-betrouwbaarheidsintervallen) van deze schattingen in duizenden euro’s zijn voor de jaarcijfers als volgt:

Zorgjaar 2019
Totaal begroot exclusief verblijf en opvang [3 316 407, 3 391 494]
Totaal gerealiseerd [5 304 406, 5 316 317]
Totaal gerealiseerd exclusief verblijf en opvang [3 453 590, 3 465 501]

Zorgjaar 2020
Totaal begroot exclusief verblijf en opvang [3 572 743, 3 685 591]
Totaal gerealiseerd [5 530 266, 5 621 242]
Totaal gerealiseerd exclusief verblijf en opvang [3 605 417, 3 696 393]

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Geen bijzonderheden.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Uitkomsten van statistisch onderzoek worden pas gepubliceerd nadat deze zijn beoordeeld op plausibiliteit en akkoord zijn bevonden. Om de plausibiliteit van de uitkomsten vast te stellen zijn de volgende controles uitgevoerd:
 - tijdreeksanalyse: hoe zijn de ontwikkelingen in de tijd;
 - kengetallenanalyse: wat is de verhouding tussen de variabelen, bijvoorbeeld is het totaal groter dan de som van de uitgaven voor afzonderlijke typen maatwerkarrangementen;
 - hoe is de verdeling van de uitgaven per 1000 inwoners.