Oogstraming maïs

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Vaststellen van het geoogste areaal maïs en de opbrengsten per hectare bij Nederlandse agrarische bedrijven. De gegevens worden gebruikt voor onderzoek en voor beleid (nationaal en internationaal).

Aanvang onderzoek

De oogstraming maïs in de huidige vorm wordt sinds 1993 berekend. 

Frequentie

Er wordt één keer per jaar een raming gemaakt.

Publicatiestrategie

Zodra de gegevens zijn geanalyseerd worden deze op StatLine geplaatst en verzonden aan Eurostat. Dit vindt plaats in de maand maart van het volgende kalenderjaar .

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

De gegevens over de beteelde oppervlakte zijn afkomstig uit de Landbouwtelling.
De gegevens over opbrengst in droge stof per hectare zijn vanaf 1997
afkomstig uit het onderzoek Rundveestapel/graslandgebruik die jaarlijks in
november wordt gehouden onder bedrijven met rundvee.
Deze gegevens worden aangevuld met gegevens van het onderzoek Oogstraming akkerbouw van datzelfde jaar. De gegevens van vóór 1997 zijn in zijn geheel uit dit onderzoek afkomstig.

Waarnemingsmethode

Schriftelijke enquête.

Waarnemingspopulatie

Landbouwtelling: alle Nederlandse agrarische bedrijven
Onderzoek rundveestapel/graslandgebruik: alle bedrijven met rundvee
Oogstraming akkerbouwgewassen: agrarische bedrijven met akkerbouwgewassen, exclusief maïs, luzerne, graszaad, teunisbloem, poot-, plant- en zilveruien en enkele kleinere gewassen.
Alle bedrijven moeten een bedrijfsomvang hebben groter dan 3 NGE en vastgelegd zijn in het Bedrijfsregistratiesysteem (BRS) van de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV. De NGE (Nederlandse Grootte-eenheid) is een economische maatstaf waarin de omvang van een agrarisch bedrijf wordt uitgedrukt. Bedrijven kleiner of gelijk aan 3 NGE zijn zeer kleine bedrijven, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld een bedrijf met in totaal maximaal 4 hectare snijmaïs.

Steekproefomvang

Onderzoek rundveestapel/graslandgebruik: circa 3 000 bedrijven.
Oogstraming akkerbouwgewassen: circa 2 500 bedrijven.

Controle- en correctiemethoden

De gegevens worden bij binnenkomst op microniveau gecontroleerd op direct aanwijsbare fouten en vervolgens gecorrigeerd. Bij de verdere analyse (op meso- en macroniveau) wordt op plausibiliteit van de gegevens gecontroleerd, o.a. door relatiecontroles en vergelijkingen met vorig jaar.

Weging

Ophoging op basis van totalen (kaders) uit de Landbouwtelling.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

De gepubliceerde opbrengsten per ha hebben bij een 95 procent
betrouwbaarheidsinterval, een statistische betrouwbaarheidsmarge van  < 5 procent.