Kunstzinnige vorming

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Het beschrijven van het aantal leerlingen, cursisten en cursussen en de bedrijfseconomische situatie van de leden van de Kunstconnectie.

Doelpopulatie

Leden van de Kunstconnectie.

Statistische eenheid

Leden van de Kunstconnectie (overwegend bedrijfseenheden).

Aanvang onderzoek

1995.

Frequentie

Tweejaarlijks.

Publicatiestrategie

Voorlopig/definitief.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

Volledige populatie van de leden van de Kunstconnectie.

Waarnemingsmethode

Schriftelijke enquêtering van de leden van de Kunstconnectie.

Berichtgevers

Instellingen die in kunstzinnige vorming doceren (overwegend bedrijfseenheden).

Steekproefomvang

Leden van de Kunstconnectie: ongeveer 400 berichtgevers.

Controle- en correctiemethoden

Het data bestand wordt gaafgemaakt, controle data: t met t-1, uitschieters, controle aggregaten t met t-1. Correctie in de harde data.

Weging

Ratioschatters.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Het responscriterium is gemiddeld 75%. De respons van de leden van de kunstconnectie is laag: +/-60%.

In geval van te lage respons worden er door het CBS 50 berichtgevers telefonisch gerappelleerd.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De reeks van verslagperiode 1995- 2005 zijn vergelijkbaar. In de periode ervoor is een andere methode gebruikt.