Investeringen

Wat behelst het onderzoek?

Doel

De statistiek ‘Investeringen’ beschrijft op jaarbasis de door bedrijven gerealiseerde investeringen in materiële vaste activa. Hierbij worden de investeringen naar diverse aspecten onderscheiden:
• standaard bedrijfsindeling van het CBS (SBI 2008);
• regio: landsdeel en provincie;
• soort activa;
• nieuw of bestaand / tweedehands.
Tevens wordt de opbrengstwaarde van de verkochte materiële vaste activa vermeld.

Doelpopulatie

In de verslagperiode economisch actieve bedrijven met de hoofdactiviteit in een van de bedrijfstakken volgens de SBI 2008: 016, 06-09, 10-33, 35, 36-39, 41-43, 45-47, 49-53, 55-56, 58-63, 68, 69-75, 77-82, 84, 85, 86-88, 90-93 en 95-96. De bedrijfstakken 85, 86-88 en 90-93 zijn toegevoegd vanaf verslagperiode 2021, tot 2020 zijn hier geen gegevens van beschikbaar.
Bedrijfstakken en branches zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven ingedeeld naar voornaamste activiteit. Tot 2009 hanteerde het CBS voor de indeling van bedrijven naar voornaamste activiteit de zogenoemde standaard bedrijfsindeling 1993 (SBI'93). In 2008 heeft een ingrijpende herziening plaatsgevonden van de internationale indelingen ISIC en NACE en daarmee ook van de daarop gebaseerde SBI. Hiermee sluiten deze indelingen beter aan op de bedrijfsactiviteiten van deze tijd.
Het bovenstaande houdt tevens in dat de SBI codes van de SBI’93 en SBI 2008 in veel gevallen verschillen. Een SBI code uit de 2008-versie geeft vaak een andere activiteit weer dan dezelfde SBI code uit de 1993-versie. Ook kan de samenstelling van een bedrijfstak of branche zijn gewijzigd: nieuwe branches kunnen bijvoorbeeld zijn toegevoegd en branches kunnen zijn verdwenen of ingedeeld bij een andere bedrijfstak of branche.

Statistische eenheid

Bedrijf. De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden.
Uit deze definitie en vooral uit het element zelfstandigheid volgt dat een bedrijf meer dan één vestiging kan omvatten, maar ook meer dan één juridische eenheid. (Onder juridische eenheden worden zowel natuurlijke als rechtspersonen verstaan). Dit is het geval wanneer de afzonderlijke vestigingen of juridische eenheden niet zelfstandig opereren. Andersom komt het voor dat binnen een juridische eenheid verschillende onderdelen te onderscheiden zijn die wat betreft de productie zelfstandig opereren. Deze vormen dan op grond van de definitie evenzoveel bedrijven. Dit laatste doet zich vooral voor bij grotere concerns met uiteenlopende activiteiten. Wanneer een aldus gedefinieerde eenheid zich uitstrekt over verschillende landen wordt ten behoeve van de nationale statistiek het Nederlandse deel als een geheel bedrijf beschouwd.
In de officiële CBS terminologie wordt het bedrijf zoals hier gedefinieerd, bedrijfseenheid (BE) genoemd, zodat geen verwarring kan ontstaan met de term bedrijf uit het - in dit opzicht weinig precieze - spraakgebruik.
De statistische eenheid bedrijf is een operationalisering van de kind-of-activity unit, zoals gedefinieerd door Eurostat. Deze definitie combineert twee eisen die strijdig kunnen zijn: bijdragen aan één activiteit versus het overeenkomen met één of meer operationele eenheden. Nederland geeft bij het operationaliseren naar de statistische eenheid bedrijf prioriteit aan de tweede eis.

Aanvang onderzoek

Het onderzoek is in 1995 in de huidige vorm begonnen. Voor de jaren 1995-2000 hebben de onderzoeksgegevens betrekking op gerealiseerde investeringen volgens het gebruikscriterium (inclusief operational lease en huur). Vanaf 2000 zijn de investeringscijfers gebaseerd op het eigendomscriterium (exclusief operational lease en huur). In de periode 1949-1997 is ook onderzoek gedaan naar de investeringen maar dit vormt met het onderzoek in de huidige opzet geen in de tijd vergelijkbare reeks.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

De investeringsgegevens over jaar t kennen het volgende publicatieschema:
• aan het einde van jaar t+1 worden de voorlopige investeringscijfers (totaal investeringen zonder specificaties) van jaar t gepubliceerd van vijf sectoren, te weten:
-Winning van delfstoffen;
-Industrie;
-Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht;
-Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering;
-Bouwnijverheid.
• medio jaar t+2 worden van alle onderzochte sectoren (inclusief de eerder genoemde vijf) de definitieve realisatiecijfers van jaar t gepubliceerd.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Soort onderzoek

Het onderzoek is een steekproefonderzoek. Voor dit onderzoek is op basis van SBI en bedrijfsomvang een gestratificeerde steekproef getrokken uit de onderzoekspopulatie. Bedrijven met één of meer werkzame personen zijn alle in het onderzoek betrokken.

Waarnemingsmethode

De gegevens in het onderzoek worden verzameld door schriftelijke en digitale enquêtering van bedrijven.

Berichtgevers

Bedrijven.

Steekproefomvang

De steekproeffractie van de investeringsenquête bedraagt doorgaans circa 8 procent, dat wil zeggen dat één op de elf bedrijven uit de populatie bij het onderzoek is betrokken. De steekproef omvat daarmee iets meer dan 53.000 bedrijven.

Controle- en correctiemethoden

Opgaven van bedrijven worden beoordeeld op plausibiliteit, volledigheid en consistentie. Niet (tijdig) responderende bedrijven worden geschat.

Weging

De populatieschatting komt tot stand door middel van de quotiëntschatter. Dat wil zeggen dat voor het ophogen van de responsgegevens naar de gehele populatie, gebruik wordt gemaakt van een hulpvariabele die bekend is voor de hele populatie, namelijk het aantal werkzame personen Aan de hand van de respons is uitgerekend wat de gemiddelde investeringen per werknemer zijn, op basis waarvan voor de ontbrekende bedrijven de totale investeringen berekend worden.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Op basis van de resultaten van onderzoek naar de betrouwbaarheidsmarges van de investeringen voor de diverse SBI-niveaus, wordt een verantwoorde detaillering van de publicatie bepaald.Hetzelfde geldt voor de detaillering naar regio.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De gevolgde methode bij de statistische verwerking van de steekproefgegevens is erop gericht de vergelijkbaarheid in de tijd van de uitkomsten te garanderen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Bij het tot stand komen van de statistiek wordt gebruik gemaakt van controle- en correctiemethoden, nauwkeurigheidsonderzoek en gezorgd voor een zo hoog mogelijke respons.