Sectorrekeningen

Wat behelst het onderzoek?

Doel

De Nationale Rekeningen beschrijven de goeden en dienstenrekening middels de Aanbod en Gebruik tabellen en de inkomens en vermogensrekeningen middels de sectorrekeningen. De sectorrekeningen geven een kwantitatieve beschrijving van samenhangende economische deelprocessen in een economie. Deze economische processen worden beschreven voor groepen van eenheden met een min of meer homogeen economisch gedrag: de sectoren. De hoofdsectoren zijn: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. De sectorrekeningen laten de economische relaties van deze sectoren met elkaar zien. Daarnaast worden relaties tussen deze sectoren en het buitenland beschreven.

Binnen de sectorrekeningen worden de volgende economische deelprocessen onderscheiden: productie, inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensherverdeling, inkomensbesteding, kapitaalvorming en financiering. Behalve informatie over stromen (lopende en financiële transacties, en prijsmutaties en herwaarderingen - en overige volume mutaties) in een bepaalde periode (kwartaal, jaar), geven de sectorrekeningen ook informatie over standen: de balansen tonen de bezittingen en schulden die aan het eind van het kwartaal of jaar resulteren nadat alle economische deelprocessen in die periode hebben plaatsgevonden.

Domeinbeschrijving

Elk economisch deelproces wordt beschreven aan de hand van een aantal kenmerkende variabelen. Deze variabelen worden uitgedrukt in termen van bestedingen (of verandering in vorderingen) en middelen (of veranderingen in schulden). De resultanten van de economische deelprocessen worden weergegeven in macro-economische aggregaten. Bekende voorbeelden zijn het exploitatieoverschot, het nationaal inkomen (bni), beschikbaar inkomen, besparingen en het vorderingensaldo. Macro-economische aggregaten worden zowel voor de gehele economie als per sector opgesteld.

De sectorrekeningen worden in lopende prijzen opgesteld. De grondslag voor de registratie van stromen en standen is tegen marktwaarde. Ontwikkeling op de financiële markten zijn terug te zien in prijsmutaties en herwaarderingen.

Frequentie

Kwartaal (kwartaalsectorrekeningen) en jaar (jaarsectorrekeningen).

Publicatiestrategie

Binnen 85 dagen na afloop van een verslagkwartaal wordt de eerste kwartaalraming gepubliceerd. Eind september, december en maart kunnen kwartalen van het lopende jaar op basis van nieuwe informatie worden bijgesteld. In maart komt als som van vier kwartalen ook een eerste jaarraming beschikbaar. Eind juni worden, na 6 en 18 maanden, voorlopige en definitieve jaar- en kwartaalramingen gepubliceerd. Na 30 maanden komen tevens jaarlijkse revisie uitkomsten voor het deelproces financiering beschikbaar. Na 60 maanden worden alle economische deelprocessen gereviseerd (zie ‘revisie’). Cijfers zijn op Statline beschikbaar in de inkomens- en vermogensrekeningen: Kerngegevens sectoren, lopende transacties, financiële balansen en transacties, financiële instrumenten: van-wie-aan-wie matrices, sectoren: seizoengecorrigeerde cijfers, en de opbouw van het nationaal vorderingensaldo.

Hoe wordt het uitgevoerd?

Belangrijkste bronnen

Bij de samenstelling van de sectorrekeningen wordt gebruik gemaakt van een groot aantal bronnen op uiteenlopende terreinen als productie, finale bestedingen, inkomen en financiering. Voorbeelden zijn de Statistiek Financiën Ondernemingen (over verlies- en winstrekeningen en vermogens van niet-financiële ondernemingen), Statistieken over financiële instellingen en financiële markten van De Nederlandsche Bank, Statistiek Overheidsfinanciën op basis van overheidsadministraties van ministeries en gemeenten, Statistiek Inkomens en Vermogens van huishoudens, Statistiek Zelfstandige Ondernemingen, en statistieken over de buitenlandse handel.

Globale structuur integratiekader

Het systeem van de sectorrekeningen is een integratiekader waarbinnen de gebruikte bronnen met elkaar worden geconfronteerd. Daarna vinden drie integratieve bewerkingen plaats. Ten eerste worden per transactie middelen en bestedingen of vorderingen en schulden (over alle sectoren) met elkaar in evenwicht gebracht. Ten tweede worden per sector middelen en bestedingen of vorderingen en schulden (over alle transacties) met elkaar in evenwicht gebracht. Ten derde wordt de ontwikkeling van een balans volledig uit transacties en overige mutaties opgebouwd.

Coördinatie en integratie

Binnen de Nationale Rekeningen – en dus ook binnen het stelsel van sectorrekeningen – spelen coördinatie en integratie een sleutelrol. Coördinatie houdt in dat statistische eenheden in alle relevante statistieken op grond van dezelfde criteria worden ingedeeld, zodat de gegevens uit de afzonderlijke statistieken zo goed mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Ook variabelen worden op uniforme wijze gedefinieerd. De basis voor een wereldwijde coördinatie ligt in het Systeem van Nationale Rekeningen (System of National Accounts, SNA), een publicatie van de statistiek afdeling van de Verengde Naties. Nadere invulling voor coördinatie op Europees niveau bestaat in de vorm van het Europees Systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010). Integratie is het onderling afstemmen, completeren en consistent maken van statistische gegevens binnen een stelsel van definities en definitievergelijkingen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

In de sectorrekeningen is het correct weergeven van ontwikkelingen net zo belangrijk als het niveau van een variabele. Het jaarlijks revisieproces van het deelproces financiering is ingevoerd met als doel om sneller standen te kunnen herijken en een actueel beeld te bieden.

Revisie

Eens in de vijf jaar worden de Nationale Rekeningen, en als onderdeel daarvan ook de sectorrekeningen, aan een grondige revisie onderworpen. Bij een revisie worden voor een bepaald jaar alle niveaugrootheden opnieuw vastgesteld. Tevens worden nieuw beschikbaar gekomen bronnen en rekenmethoden doorgevoerd. De meest recente revisie is over verslagjaar 2015.

Een uitzondering hierop is het deelproces financiële rekeningen en balansen: deze worden jaarlijks gereviseerd. De uitkomsten van de jaarlijkse revisie worden eind juni gepubliceerd, tegelijk met de publicatie van definitieve en voorlopige jaar- en kwartaalcijfers.

Revisies zijn tevens van belang om de cijfers internationaal vergelijkbaar te houden. Dit vereist een goede, internationale afstemming van de wijze waarop de nationale jaar- en kwartaalsectorrekeningen tot stand komen. Nieuwe internationale verplichtingen en afspraken in EU-verband kunnen aanleiding zijn voor een revisie. Het betreft dan vooral de wijziging van concepten, de ramingsmethode en registratiewijze.

Een andere, meer statistisch-technische reden voor een revisie is het conflict tussen het juiste niveau en de juiste ontwikkeling. Een relevante beschrijving van de economie voldoet in het ideale geval aan twee voorwaarden, te weten: actualiteit (een zo juist mogelijke beschrijving van de economie over een bepaalde periode) en continuïteit (volgtijdelijke vergelijkbaarheid van de beschrijving over een reeks van perioden). Indien nieuwe of verbeterde bronnen beschikbaar komen, kan dit leiden tot nieuwe inzichten over oudere perioden. Bij een revisie kunnen nieuwe, actuele inzichten leiden tot een bijstelling van oudere periode.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De sectorrekeningen vormen een samenhangend en geïntegreerd geheel, waarin variabelen op een consistente wijze met elkaar samenhangen. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit en de gebruiksmogelijkheden van het systeem. De kwaliteit wordt bevorderd doordat de definitievergelijkingen die aan het systeem ten grondslag liggen het mogelijk maken om gegevens uit verschillende statistieken aan elkaar te relateren en met elkaar te confronteren. Als de uitkomsten van deze statistieken niet aansluiten, kan via integratie tot de meest plausibele schattingen worden gekomen. De gebruiksmogelijkheden van de sectorrekeningen worden verder bevorderd doordat de systematiek het mogelijk maakt de economische deelprocessen met elkaar in verband te brengen. Zo kan een verbetering van de vermogenspositie van sector huishoudens worden geanalyseerd in samenhang met inkomensontwikkelingen, consumptieve uitgaven en financieringsprocessen.

De sectorrekeningen worden al een groot aantal jaar door het CBS gepubliceerd. Hierbij worden internationale richtlijnen gevolgd, zoals vastgelegd in het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR 2010) van Eurostat, het statistische bureau van de Europese Commissie. Bovendien voert Eurostat regelmatig kwaliteitsrapportages en –controles uit. Deze bestaan uit verschillende elementen. Zo zijn er controles op consistentie binnen het statistisch domein, bijvoorbeeld de aansluiting jaar- en kwartaalcijfers, als tussen domeinen, zoals met overheidsstatistieken en betalingsbalanscijfer. Daarnaast vind in internationaal verband conceptuele toetsing van de cijfers plaats, zoals door de BNI Expert Group, waar het bruto nationaal inkomen wordt gevalideerd.