Operaties in het ziekenhuis

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het publiceren van cijfers over aantallen operaties tijdens ziekenhuisopnamen in Nederland, uitgesplitst naar geslacht, een aantal leeftijdscategorieën en soort opname.

Doelpopulatie

De publicatie betreft de uitgevoerde operaties tijdens klinische opnamen en dagopnamen in alle algemene, academische en categorale ziekenhuizen, met uitzondering van revalidatie-, epilepsie- en astmacentra.

Statistische eenheid

Het aantal operaties uitgevoerd tijdens een klinische opname of in dagopname in het betreffende kalenderjaar. Het gaat hier om de operaties die als hoofdverrichting zijn geregistreerd; nevenverrichtingen tellen niet mee.

Aanvang onderzoek

Het onderzoek heeft betrekking op de jaren vanaf 1995.

Frequentie

Onregelmatig; afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende nieuwe brongegevens. De tabel is na verslagjaar 2010 stopgezet vanwege teruglopende dekking van de registratie. Zie verder onder “ophoging”.

Publicatiestrategie

De cijfers worden gepubliceerd in de StatLine-publicatie ‘Operaties in het ziekenhuis; soort opname, leeftijd en geslacht’.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

De gegevens zijn voor het merendeel verkregen uit de Landelijke Medische Registratie (LMR) van ziekenhuisopnamen van Dutch Hospital Data (Utrecht). Voor een aantal operaties is gebruik gemaakt van gegevens van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit betreft gegevens over cochleaire implantaten (elektronische binnenoorprothesen), Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek (PTCA; dotteren – vanaf 2001), stamceltransplantaties en niertransplantaties. Het aantal dotterbehandelingen voor de jaren 1995 t/m 2000 is gebaseerd op gegevens van de Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland (BHN). Voor niertransplantaties geldt dat voor de jaren 2004 t/m 2007 gebruik is gemaakt van de jaarenquête ziekenhuizen. Bij de hiervoor genoemde operaties zijn de totaal aantallen afkomstig van de NZa, de BHN en de jaarenquête, en de verdeling naar leeftijd en geslacht en soort opname van de LMR. De PTCA behandelingen die in dagopname worden uitgevoerd, betreffen voor een groot deel patiënten die voor de behandeling naar een ander ziekenhuis worden vervoerd, alwaar ze de PTCA behandeling in dagopname ondergaan. Hierna verblijven de patiënten de rest van de opname in het oorspronkelijke ziekenhuis. Voor de patiënt betekent dit een klinische opname, maar voor het ziekenhuis dat de PTCA behandeling uitvoert is het een dagopname. In de StatLinetabel worden deze gevallen als dagopname weergegeven.
In de StatLinetabel worden de operaties weergegeven zoals geselecteerd door ‘Hospital Data Project, fase II’ (HDP-II). De HDP-II lijst is een internationale, door de OESO en Eurostat geaccepteerde lijst van operaties die geselecteerd zijn op basis van één of meer van de volgende criteria: frequentie, setting (voornamelijk klinische setting of dagbehandeling), ontwikkelingen in medische technieken, prijs (erg dure operaties), maatschappelijk belang, spreiding in specialisme en continuïteit met eerdere internationaal gebruikte lijsten.
Aan deze lijst zijn de volgende operaties toegevoegd: verwijderen van spataderen, pacemaker implantaat en hartcatheterisatie. Verder wordt het totaal aantal operaties weergegeven.

Waarnemingsmethode

De administratieve LMR-gegevens worden door de administratie van het ziekenhuis vastgelegd bij elke opname. Bij ontslag worden de medische gegevens ingevuld door of namens de specialist op het ontslagformulier. Hierbij worden ook de eventueel uitgevoerde operaties geregistreerd. Deze gegevens worden vervolgens door de medische administratie van het ziekenhuis gecodeerd en geregistreerd in de LMR. De LMR-gegevens worden door de ziekenhuizen geleverd aan de bewerker van de registratie, die controles uitvoert. Hierna ontvangt het CBS de definitieve LMR-jaarbestanden van Dutch Hospital Data.

Berichtgevers

De berichtgevers van de LMR zijn alle algemene en academische ziekenhuizen en enkele categorale instellingen (instellingen waar slechts één bepaalde ziektegroep behandeld wordt). Zelfstandige Behandel Centra (ZBCs) zijn geen berichtgevers van de LMR. Dit betekent dat voor een aantal operaties die in ZBCs plaatsvinden, zoals staaroperaties en spataderen, de cijfers geen totaalbeeld geven van Nederland, maar alleen van het deel dat in dagbehandeling en klinische opnamen in ziekenhuizen plaatsvindt.

Steekproefomvang

De LMR is een vrijwel integrale registratie van ziekenhuisopnamen. Voor ontbrekende gegevens wordt opgehoogd (zie ‘Ophoging’). De gepubliceerde cijfers gaan over operaties die zijn uitgevoerd bij personen die woonachtig zijn in Nederland.

Controle- en correctiemethoden

In opdracht van de registratiehouder wordt een aantal rubrieks- en relatiecontroles uitgevoerd op de LMR-gegevens, op basis waarvan de gegevens waar nodig worden gecorrigeerd. Het CBS controleert de waarden en frequenties van de aangeleverde variabelen globaal op plausibiliteit.
Achteraf is gecontroleerd of de kruising tussen operaties, leeftijd, geslacht en/of zorgtype (dagopname of klinische opname) geen onmogelijke combinaties oplevert. Indien hier onmogelijke combinaties voorkwamen, is hiervoor gecorrigeerd; bijvoorbeeld een operatie die onmogelijk in dagopname kan zijn uitgevoerd, is gecorrigeerd in een operatie in klinische opname.

Ophoging

Een deel van de ziekenhuisopnamen, inclusief de eventueel uitgevoerde operaties, is niet geregistreerd in de LMR. De operaties (en andere uitgevoerde verrichtingen) ontbreken dan. Het percentage verrichtingen dat ontbreekt in de LMR verschilt per jaar, maar is vanaf 2005 sterk toegenomen. In 2004 was dit 1 procent, in 2005 13 procent, in 2007 t/m 2009 rond 30 procent, en in 2010 35 procent.
Een deel van de onderregistratie van operaties heeft dus te maken met het feit dat niet alle opnamen in de LMR zijn geregistreerd. Van 1995 t/m 2004 ontbrak ongeveer 1 procent van de ziekenhuisopnamen. Daarna is dit opgelopen van 3 procent in 2005, 10 procent in 2006 tot rond 13 procent in 2007 t/m 2010. In 2011 loopt dit percentage verder op naar 18 procent. Bij het andere deel van de onderregistratie ontbreken alleen de uitgevoerde (operatieve) verrichtingen, en zijn andere gegevens over de opname, zoals diagnosen, administratieve opnamegegevens en dergelijke, wel geregistreerd. Het niet registreren van de verrichtingen speelt vanaf 2005. Vanaf dat jaar konden ziekenhuizen ook gedeeltelijk aan de LMR deelnemen, dus zonder registratie van verrichtingen. Voor beide soorten onderregistraties is op een verschillende manier opgehoogd.

Omdat de onderregistratie van de opnamen en verrichtingen tezamen in 2011 rond 40 procent bedraagt, en op basis daarvan de betrouwbaarheid van de cijfers erg zou dalen, is besloten om over 2011 geen cijfers meer te publiceren voor deze statistiek.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Bij de interpretatie van de cijfers over het aantal operaties moet rekening gehouden worden met marges rond de cijfers als gevolg van toevalsfluctuaties. Daarnaast is vanaf 2005 het aantal niet geregistreerde operaties sterk toegenomen. Deze zijn op basis van de beperkt aanwezige informatie bijgeschat (zie ‘Ophoging’). De betrouwbaarheid van de uitkomsten neemt echter af als gevolg van deze bijschatting. Daarom moeten de cijfers vanaf 2005 met meer voorzichtigheid gebruikt worden. Verder heeft het CBS vanwege de relatief grote marges de tabelcellen met minder dan 10 operaties onderdrukt in de tabel. Dit wordt weergegeven door een punt (.). Als er cijfers onderdrukt zijn zullen de verschillende groepen niet optellen tot de bijbehorende totalen.

Vergelijkbaarheid van opeenvolgende jaren

Het aantal operaties hangt af van het geslacht en de leeftijdsklasse van de patiënten. Omdat de leeftijdsverdeling van de bevolking door de jaren heen niet hetzelfde is, zijn naast de ongestandaardiseerde totaalcijfers ook voor leeftijd en geslacht gestandaardiseerde totalen gegeven. Door middel van standaardiseren wordt rekening gehouden met verschillen in leeftijdsopbouw van de bevolking in de tijd. Hierdoor kunnen de jaren onderling beter worden vergeleken. Er is gestandaardiseerd via de methode van directe standaardisatie, met de leeftijdsverdeling van de gemiddelde mannelijke, respectievelijk vrouwelijke bevolking van 2000 als standaard. Voor het totaal is gestandaardiseerd voor de combinatie van leeftijd en geslacht.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Door het CBS worden controles uitgevoerd op volledigheid en juistheid van de aangeleverde gegevens.