Landbouwtelling

rapport

Wat behelst het onderzoek?

Doel

Beschrijving van de structuur van de Nederlandse agrarische sector (gegevens over bedrijven, veestapel, gewassen en andere onderwerpen als arbeidskrachten en verbreding). De gegevens worden gebruikt voor onderzoek en door de politiek (nationaal en internationaal).

Doelpopulatie

Agrarische bedrijven met een economische omvang van 3000 SO of meer.
SO (Standaard Opbrengst) is een economische maat voor de omvang van een agrarisch bedrijf. SO is gebaseerd op de opbrengst die gemiddeld op jaarbasis per gewas of diercategorie wordt behaald en wordt uitgedrukt in euro. Bedrijven kleiner dan 3000 SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.

Statistische eenheid

Agrarische bedrijven. Onder agrarische bedrijven wordt verstaan bedrijven die landbouwgewassen telen of dieren houden met als doel deze, of de producten die daaruit voortkomen, te verkopen.

Sinds 2016 is inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) leidend bij de bepaling of er sprake is van een agrarisch bedrijf volgens de Landbouwtelling . Hiermee wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

Aanvang onderzoek

Landbouwstructuurenquêtes worden al meer dan 100 jaar gehouden; vanaf de Tweede Wereldoorlog jaarlijks. Oorspronkelijk was de Landbouwtelling een CBS enquête, later een gezamenlijke enquête van het CBS en het landbouwministerie. Sinds 2002 is het een onderdeel van de zogeheten Gecombineerde Opgave (GO), die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), voorheen Dienst Regelingen wordt uitgevoerd. Daarbij wordt de gegevensverzameling voor de landbouwtelling gecombineerd met de inwinning van gegevens voor diverse administratieve regelingen.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Eind juni verschijnen de eerste voorlopige cijfers (‘snelle cijfers’). In september en november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers. In juni en september zijn het cijfers op nationaal niveau, in november en maart worden ook regionale gegevens gepubliceerd.

Bij de eerste publicatie in juni zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt. Ook hebben dan alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden en is er voor non-respons bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar. In september wordt de gegevensverzameling afgesloten. Dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd? 

Soort onderzoek

De Landbouwtelling is een integrale waarneming. De vragen in de Gecombineerde Opgave ten behoeve van de Landbouwtelling (zie de downloads onderaan de pagina) worden jaarlijks vastgesteld in een werkgroep, waarin nagenoeg alle belanghebbenden vertegenwoordigd zijn.

Waarnemingsmethode

Dataverzameling vindt digitaal, via een internettoepassing, plaats.  De verzamelde gegevens worden door RVO aan het CBS geleverd.

Berichtgevers

De berichtgevers zijn agrarische bedrijven.

Steekproefomvang

Niet van toepassing.

Controle- en correctiemethoden

De gegevens worden bij ontvangst door RVO op microniveau gecontroleerd op harde fouten en gecorrigeerd. Bij analyse door het CBS wordt op plausibiliteit (waarschijnlijkheid) gecontroleerd, onder andere door relatiecontroles en vergelijkingen met vorig jaar. Zo nodig wordt navraag gedaan bij RVO, maar nooit bij de bedrijven zelf. Plausibiliteitscontroles vinden op macro- en mesoniveau plaats, correcties op microniveau.

Weging

niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

De telling is integraal; het responspercentage bedraagt ruim 96 procent. De statistische betrouwbaarheid is zodoende praktisch 100 procent. Opgave voor de Landbouwtelling is wettelijk verplicht. Omdat de gegevens worden gebruikt voor de uitvoering van diverse administratieve regelingen (subsidies, Meststoffenwet), is van meetfouten nauwelijks sprake.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De cijfers op nationaal niveau zijn in de tijd vergelijkbaar. Regionale cijfers zijn gebaseerd op vestigingsgemeente. Jaarlijks komen wijzigingen van gemeenten voor. Gemeenten kunnen worden opgeheven, of nieuw gevormd. Daarnaast vinden er veelvuldig grenscorrecties plaats. Bij regionale cijfers is uitgegaan van de situatie zoals die in het betreffende verslagjaar gold.
Wanneer er ingrijpende inhoudelijke wijzigingen zijn opgetreden wordt een aantal jaren herberekend (teruglegging). Het laatste jaar van de teruglegging wordt dan volgens beide werkwijzen gepubliceerd.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

zie Controle- en correctiemethoden. Daarnaast worden de cijfers geconfronteerd met gegevens uit andere bronnen (bijvoorbeeld afgeleide onderzoeken), trends en informatie van externe expertgroepen.

Kwaliteitsrapportage

Er is een kwaliteitsrapportage opgesteld in het kader van de Integrated Farm Statistics (voorheen Farm Structure Survey). Deze ‘Europese landbouwtelling’ wordt driemaal per tien jaar gehouden. De Farm Structure Survey is met ingang van 2020 opgevolgd door de Integrated Farm Statistics (IFS).

De kwaliteitsrapportage (National Methodology Report, NMR) geeft een korte beschrijving van de nationale geschiedenis van de IFS en de onderliggende (nationale) wetgeving, een overzicht van de belangrijkste gegevensgroepen, de volledigheid en de referentieperioden, alsmede een beschrijving van de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Verder wordt ingegaan op tijdigheid en toegankelijkheid, en wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste publicaties en trends. Tot slot wordt ingegaan op privacy- en geheimhoudingsregels en wordt een overzicht gegeven van het statistisch proces met belangrijke mijlpalen en kengetallen.