Voortijdig schoolverlater (vsv)

Iemand die het (bekostigd) onderwijs heeft verlaten en niet in het bezit is van een startkwalificatie. Het bezit van een startkwalificatie houdt in dat iemand ten minste een afgeronde havo- of vwo-opleiding, een basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) of een oude opleiding van vergelijkbaar niveau heeft.
Het aantal voortijdig schoolverlaters in Nederland kan op twee manieren worden benaderd, namelijk vanuit het totale volume of vanuit de nieuwe aanwas.

Het totale volume is het totaal aantal personen zonder startkwalificatie in Nederland. Dit aantal is ontleend aan de Enquête Beroepsbevolking (EBB). De uitkomsten van de EBB zijn gebaseerd op een steekproef van ongeveer 90 000 personen onder de Nederlandse bevolking van 15 tot 65 jaar.

De nieuwe aanwas is het aantal personen dat in een bepaald schooljaar het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie. Dit aantal is gebaseerd op onderwijsregistraties. Aan de hand van de directe door- en uitstroom tussen twee opeenvolgende schooljaren binnen het door de overheid bekostigde onderwijs en het bezit van startkwalificerende diploma's wordt het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (de nieuwe aanwas) bepaald.

Bij het afbakenen van de groep voortijdig schoolverlaters wordt dikwijls een leeftijdsgrens aangehouden. Bij de Europese doelstelling om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen (m.b.t. het totale volume), wordt uitgegaan van jongeren van 18 tot 25 jaar. Bij de Nederlandse beleidsdoelstellingen (m.b.t. de nieuwe aanwas) wordt uitgegaan van de groep 12 tot 23 jaar.