Gebruiksoppervlakte zelfstandige woningen

De totale oppervlakte van alle inpandige gebruiksruimten waarvan het hoogste punt minimaal 1,50 meter hoog is.
De gebruiksruimte kan onderverdeeld worden in ’woonruimte’ en ’overige inpandige ruimte’.
Tot de ‘woonruimte’ behoren de ruimten hoger dan 2 meter die bouwkundig gezien niet slechts als bergruimte bedoeld zijn.
Tot de ‘overige inpandige ruimten’ behoren:
- de ruimten waarvan het hoogste punt tussen 1,50 meter en 2,00 meter hoog is;
- de ruimten die deels lager zijn dan 2,00 meter en deels, maar voor niet meer dan 4,0 m2 aaneengesloten, hoger dan 2,00 meter;
- de ruimten die bouwkundig gezien slechts geschikt zijn als bergruimte. Voorbeelden hiervan zijn een inpandige kelder, fietsenstalling of een garage;
- een bergzolder, dat wil zeggen een zolder die alleen toegankelijk is met wegklapbare, opvouwbare of eenvoudig verwijderbare trap en/of een zolder met onvoldoende daglicht (raamoppervlakte kleiner dan 0,5m²) of wanneer sprake is van een niet te belopen zolder.

Voor de exacte definiëring zie NEN 2580.