Prognose: 9 miljoen huishoudens in 2038

Stel bekijkt keuken bij bezichtiging huis. Makelaar kijkt toe
© Hollandse Hoogte / Erik van 't Woud
In 2038 zal Nederland naar verwachting 9 miljoen huishoudens tellen. Nu zijn dat er 8,1 miljoen. Er komen vooral meer eenpersoonshuishoudens bij, waarvan een groot deel alleenwonende ouderen. Na 2038 zal het aantal huishoudens minder sterk groeien. In 2070 zullen er naar verwachting 9,8 miljoen huishoudens zijn. Dat meldt het CBS op basis van de Huishoudensprognose 2021-2070.

Deze prognose beschrijft de meest waarschijnlijke ontwikkeling van de huishoudens. De verwachting kent ook onzekerheden, waarover meer te lezen is in de laatste alinea.

Huishoudens op 1 januari
 Waarneming (x mln)Prognose 2021-2070 (x mln)Prognose-interval (95%) (x mln)Prognose-interval (67%) (x mln)
1970
19714,002
19724,105
19734,201
19744,295
19754,392
19764,497
19774,59
19784,689
19794,792
19804,904
19815,023
19825,132
19835,232
19845,33
19855,43
19865,539
19875,649
19885,763
19895,872
19905,978
19916,091
19926,198
19936,291
19946,378
19956,469
19966,518
19976,581
19986,656
19996,745
20006,801
20016,867
20026,934
20036,996
20047,049
20057,091
20067,146
20077,191
20087,242
20097,313
20107,386
20117,444
20127,513
20137,569
20147,59
20157,665
20167,721
20177,794
20187,858
20197,925
20207,998
20218,043
20228,1218,1217,967 – 8,3048,042 – 8,214
20238,2137,98 – 8,4748,096 – 8,342
20248,2967,999 – 8,6198,146 – 8,455
20258,3648,013 – 8,7398,195 – 8,551
20268,4298,026 – 8,8578,231 – 8,637
20278,4918,035 – 8,9578,273 – 8,731
20288,558,047 – 9,0648,307 – 8,815
20298,6068,058 – 9,1738,336 – 8,89
20308,6598,08 – 9,2678,368 – 8,966
20318,7088,095 – 9,3568,399 – 9,04
20328,7558,113 – 9,4498,417 – 9,105
20338,7988,106 – 9,5458,438 – 9,17
20348,8398,102 – 9,6298,459 – 9,233
20358,8768,103 – 9,7058,481 – 9,296
20368,9118,116 – 9,7738,5 – 9,355
20378,9438,113 – 9,8368,514 – 9,392
20388,9738,092 – 9,9158,52 – 9,442
20399,08,085 – 9,9998,527 – 9,49
20409,0268,059 – 10,0488,534 – 9,535
20419,058,049 – 10,1098,54 – 9,572
20429,0738,037 – 10,178,551 – 9,605
20439,0968,031 – 10,2488,551 – 9,649
20449,1188,031 – 10,2988,548 – 9,689
20459,148,02 – 10,3638,556 – 9,742
20469,1628,01 – 10,4248,552 – 9,777
20479,1847,992 – 10,4898,559 – 9,826
20489,2077,979 – 10,5628,564 – 9,877
20499,2317,952 – 10,6348,581 – 9,923
20509,2547,944 – 10,6928,59 – 9,957
20519,2787,941 – 10,7378,599 – 9,999
20529,3027,938 – 10,7948,602 – 10,036
20539,3277,922 – 10,8538,611 – 10,068
20549,3517,912 – 10,928,624 – 10,108
20559,3757,898 – 10,9848,629 – 10,144
20569,47,895 – 11,0638,628 – 10,184
20579,4247,891 – 11,1198,632 – 10,23
20589,4497,882 – 11,1868,633 – 10,266
20599,4747,887 – 11,2578,638 – 10,317
20609,4997,877 – 11,3428,655 – 10,358
20619,5247,88 – 11,4348,666 – 10,409
20629,557,888 – 11,4958,677 – 10,446
20639,5767,873 – 11,5428,689 – 10,491
20649,6037,876 – 11,598,69 – 10,538
20659,6317,892 – 11,6278,705 – 10,586
20669,667,859 – 11,6888,726 – 10,639
20679,6897,862 – 11,7258,732 – 10,68
20689,7197,896 – 11,7838,733 – 10,729
20699,7517,89 – 11,8578,736 – 10,765
20709,7827,89 – 11,9418,765 – 10,809

Vooral meer eenpersoonshuishoudens

Het aantal huishoudens neemt tussen 2022 en 2038 naar verwachting toe met 852 duizend. Dit zijn vooral eenpersoonshuishoudens. Momenteel bestaan 3,2 miljoen huishoudens uit een persoon, in 2030 zijn dit er 3,5 miljoen en in 2038 is het aantal eenpersoonshuishoudens gegroeid tot 3,7 miljoen. Ook het aantal paren (met en zonder kinderen) en het aantal eenouderhuishoudens neemt toe, maar deze groei is kleiner.

Huishoudens op 1 januari naar type
Type huishouden2022 (x miljoen)2030 (x miljoen)2038 (x miljoen)
Eenpersoonshuishouden3,1493,4673,686
Paar zonder kinderen2,3052,4492,424
Paar met kinderen2,0232,0572,142
Eenouderhuishouden0,6030,6410,677

Groei huishoudens vooral door ouderen

De voorziene groei van het aantal huishoudens komt voornamelijk voor rekening van 65-plussers. De grote naoorlogse generaties (geboren tot begin jaren zeventig) komen op leeftijd. Bovendien leven zij langer dan de generaties voor hen. In deze leeftijdsgroep komen eenpersoonshuishoudens naar verhouding vaak voor, door scheiding of verweduwing.

Ook het aantal huishoudens met een referentiepersoon tot 45 jaar neemt volgens de prognose tot 2035 toe. Dit komt omdat er relatief veel mensen zijn geboren in de jaren negentig en kort na de eeuwwisseling. Na 2035 neemt het aantal huishoudens met een referentiepersoon tot 45 jaar weer af.

De komende jaren worden juist minder huishoudens verwacht bij de 45- tot 60-jarigen. Er zijn  relatief weinig mensen in deze leeftijdscategorie, omdat zij zijn geboren in de periode nadat het geboortecijfer begin jaren zeventig sterk daalde.

Huishoudens op 1 januari naar leeftijd
JaarTot 45 jaar (x mln)45 tot 65 jaar (x mln)65 tot 80 jaar (x mln)80 jaar en ouder (x mln)Tot 45 jaar, prognose (x mln)45 tot 65 jaar, prognose (x mln)65 tot 80 jaar, prognose (x mln)80 jaar en ouder, prognose (x mln)
19953,12,041,040,3
19963,082,081,050,3
19973,082,131,060,31
19983,092,171,080,32
19993,112,221,090,32
20003,12,271,10,33
20013,12,321,110,35
20023,092,371,110,36
20033,082,431,120,37
20043,072,471,130,38
20053,032,521,140,4
20063,012,571,160,41
20072,982,621,170,42
20082,952,671,190,43
20092,932,721,220,45
20102,912,771,250,46
20112,892,811,270,47
20122,872,821,330,49
20132,842,831,390,5
20142,812,841,440,5
20152,792,871,480,52
20162,762,91,520,54
20172,752,931,560,55
20182,752,941,60,56
20192,762,941,640,58
20202,792,951,670,59
20212,792,941,70,61
20222,832,931,740,61
20232,882,921,780,63
20242,922,91,810,65
20252,952,891,850,68
20262,972,871,880,7
20272,992,851,890,75
20283,022,831,90,8
20293,042,811,930,84
20303,052,781,960,87
20313,062,761,980,9
20323,072,752,010,92
20333,082,742,030,95
20343,082,732,060,98
20353,082,712,091
20363,072,72,111,02
20373,072,72,131,05
20383,062,712,131,07
20393,052,722,131,1
20403,042,742,111,13
20413,042,762,11,15
20423,032,792,071,18
20433,022,822,051,21
20443,012,842,021,24
204532,871,991,27
20462,992,91,971,3
20472,982,931,951,32
20482,972,951,931,35
20492,972,981,911,37
20502,9731,891,4
20512,983,011,871,42
20522,993,021,861,44
205333,021,861,45
20543,013,031,861,45
20553,033,031,881,44
20563,043,031,91,43
20573,053,021,931,42
20583,073,021,951,41
20593,093,011,981,4
20603,1321,4
20613,122,992,021,39
20623,142,992,041,39
20633,152,982,061,39
20643,172,962,091,38
20653,192,942,111,39
20663,22,932,141,39
20673,222,912,161,4
20683,232,92,171,42
20693,242,892,181,43
20703,252,892,191,45

Meeste mensen wonen samen

De sterke toename van het aantal eenpersoonshuishoudens kan de indruk wekken dat Nederland op weg is een land van alleenstaanden te worden. De meeste mensen wonen echter samen met een partner, kinderen of ouders. Zo'n 82 procent van de inwoners van Nederland maakt deel uit van een meerpersoonshuishouden, 18 procent van de inwoners is alleenstaand. In 2038 zal volgens de prognose ruim 19 procent van de inwoners een eenpersoonshuishouden vormen.

Personen in huishoudens, 1 januari
Personen2022 (x miljoen)2030 (x miljoen)2038 (x miljoen)
Samenwonend8,6559,0129,132
Thuiswonend kind4,6544,764,947
Alleenstaand3,1493,4673,686
Ouder in eenouderhuishouden0,6030,6410,677

Meer huishoudens dan volgens vorige prognose

De Huishoudensprognose wordt eens in de drie jaar bijgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de meest recente ontwikkelingen en nieuwste inzichten. In 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, week de ontwikkeling van het aantal huishoudens af ten opzichte van de prognose uit 2018: er gingen relatief veel kinderen uit huis en er gingen veel stellen samenwonen. Deze Huishoudensprognose gaat uit van de veronderstelling dat deze afwijkingen tijdelijk zijn. De langetermijnverwachtingen voor de immigratie liggen structureel hoger dan in de prognose uit 2018. In de Huishoudensprognose 2018-2060 werd het aantal huishoudens in 2060 geraamd op 8,8 miljoen. Door de bijstellingen is het aantal huishoudens in 2060 volgens de huidige prognose 655 duizend hoger dan volgens de vorige prognose.

Meest waarschijnlijke ontwikkeling en onzekerheden

Om de toekomstige ontwikkeling van de bevolking te kunnen berekenen, gebruikt het CBS een simulatiemodel, waarbij op onderzoek gebaseerde veronderstellingen over het gedrag op het gebied van onder andere uit huis gaan, gaan samenwonen, scheiden en trouwen als basis dienen. Ook geboorte, sterfte en migratie spelen in het model een rol. De veronderstellingen hierover komen uit de Kernprognose 2021-2070.

De prognose is de meest waarschijnlijke uitkomst op basis van huidige inzichten. Door onvoorziene veranderingen in het gedrag van bijvoorbeeld uit huis gaan, samenwonen en uit elkaar gaan, kan het aantal huishoudens hoger of lager uitkomen. Ook onzekerheid in de demografische ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van immigratie, werkt door in het aantal huishoudens en de samenstelling daarvan. Om inzicht te geven in de mate van onzekerheid van de cijfers zijn prognose-intervallen bepaald. Hoe verder in de toekomst, hoe groter de onzekerheid. In 2070 ligt het aantal huishoudens waarschijnlijk tussen 8,8 miljoen en 10,8 miljoen.