Agrarisch natuurbeheer en nestbescherming

In delen van het boerenland wordt door middel van agrarisch natuurbeheer (ANLb) al tientallen jaren geprobeerd om de populaties van kenmerkende soorten vogels en andere natuur in stand te houden. In 2019 werd 71,2 miljoen euro aan ANLb-vergoedingen uitgekeerd voor beheerovereenkomsten op 84.417 ha (Boonstra et al., 2021). Dit betrof circa 5 procent van het areaal cultuurgrond. Voor boerenlandvogels zijn maatregelen mogelijk als nestbescherming, uitgesteld maaien en het creëren van plas-dras situaties.

Nestbescherming omvat het opzoeken van nesten, markeren daarvan in het veld en/of op (digitale) kaart, waardoor de nestlocatie kan worden ontzien bij werkzaamheden als maaien en bemesten. Bij beweiding kan een raster over het nest worden geplaatst waardoor het nest wordt beschermd tegen vertrapping door het vee. Nestbescherming vindt overigens niet alleen plaats op percelen waarvoor beheerovereenkomsten zijn afgesloten.
Beheerovereenkomsten kunnen ook maatregelen omvatten ter bescherming van de uitgekomen kuikens, waaronder uitstel van maaien tot ná de broedtijd en algehele verbetering van de habitat-kwaliteit voor vogels. Voor lange termijn verbetering van de habitat-kwaliteit zijn maatregelen nodig als ontwikkelen van kruidenrijk grasland , verminderen van de mestgift en verhogen van het waterpeil. Hiervoor is in de beheerovereenkomsten weinig animo, omdat ze tot structureel lagere opbrengsten leiden waarop de beheervergoedingen niet zijn afgestemd en de duur van de contracten onvoldoende zekerheid geeft. Van het huidige stelsel van agrarisch natuurbeheer wordt dan ook verwacht dat het niet genoeg effect sorteert [6].
Beheer van weidevogelreservaten valt niet onder ANLb, maar onder de Subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL-N).