1. Inleiding
Het niet-energetische gebruik van fossiele grondstoffen voor de vervaardiging van producten, bijvoorbeeld de productie van plastic uit aardolie, wordt waargenomen als onderdeel van de energiestatistieken. In 2024 bedroeg dit gebruik bijna 470 petajoule (CBS, 2025). Als onderdeel van de transitie naar minder vervuilende grondstoffen wordt er gekeken naar alternatieven om dergelijke producten te produceren. Een optie is om hiervoor hernieuwbare grondstoffen te gebruiken, zoals biomassa.
Om deze ontwikkeling te monitoren is de EU-verordening van de energiestatistieken in 2022 uitgebreid met een onderdeel over de niet-energetische inzet van biomassa (Europees Parlement, 2008). Vanaf verslagjaar 2024 is dit een verplicht onderdeel van de energiestatistieken. Het CBS heeft in aanloop naar de verplichtstelling een pilot-onderzoek uitgevoerd over verslagjaar 2023. Dit had als doel een beeld te krijgen van de stand van zaken omtrent het gebruik van biomassa als grondstof (CBS, 2024). Hiervoor is een vragenlijst ontwikkeld in samenwerking met de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In 2024 is dit onderzoek wederom uitgevoerd, met ondersteuning van RVO.