Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest, derde kwartaal 2025

3. Ruweiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen

In het kader van de stikstofproblematiek hebben de overheid en verschillende sectorpartijen in de melkveehouderij in 2021 afgesproken om op sectorniveau het ruweiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen in de komende jaren stapsgewijs te verlagen met als streefdoel maximaal 160 gram ruw eiwit per kilogram droge stof in 2025. De melkveestapel bestaat uit melkkoeien en het bijbehorende vrouwelijke jongvee. 

De uitgangspunten in de prognose van het ruweiwitgehalte zijn opgenomen in Paragraaf 2.1 onder Voerverbruik en voersamenstelling. In Tabel 3.1 is de prognose voor 2025 gegeven. In het cijfer is de samenstelling verwerkt van het ruwvoer van 2024, de voorjaars- en zomerkuilen en vers gras van 2025 en van het krachtvoer tot en met het derde kwartaal van 2025. Het ruweiwitgehalte van de voorjaars- en zomerkuilen en van vers gras van 2025 is hoger dan dat van 2024.

3.1 Ruweiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen (g/kg droge stof)
202320242e kwartaal-
rapportage 20251)
3e kwartaal-
rapportage 20252)
Melkveevoerrantsoen (melkkoeien en jongvee)163161156157
1) De samenstelling van de voorjaarskuilen van 2025 is in het cijfer verwerkt. De samenstelling van snijmaïs en vers gras van 2025 is nog niet bekend. De samenstelling van krachtvoer in 2025 is gedeetelijk bekend.
2) Het ruweiwitgehalte van de voorjaars- en zomerkuilen en het ruweiwitgehalte van vers gras van 2025 zijn in het cijfer verwerkt. Het ruweiwitgehalte van snijmaïs is nog gebaseerd op de gemiddelde samenstelling van de laatste vijf jaar minus het jaar met de hoogste en het jaar met de laagste waarde. Het ruweiwithalte van krachtvoer tot en met september 2025 is in het cijfer verwerkt.