Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2024

Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2024

Wijken en buurten Perioden Gestandaardiseerd inkomen 1e tot en met 40e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 41e tot en met 80e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 81e tot en met 100e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen Gemiddelde percentielgroep (Getal)
Oudorperpolder-Zuid 2023* 66,1 26,8 7,2 34,7
Oudorperpolder-Midden 2023* 22,8 58,0 19,2 58,6
Oudorperpolder-Noord 2023* 36,9 44,6 18,5 51,3
Schapenmeent en Terpmeent 2023* 30,4 53,8 15,9 54,1
Vliegerpark 2023* . . . .
Noorderplassen 2023* 16,9 40,0 43,1 68,4
Noorderplassen Oost 2023* 11,0 31,2 57,7 76,6
Noorderplassen W.- Noord 2023* 15,2 38,4 46,4 70,9
Noorderplassen W.-Oost 2023* 22,5 42,1 35,4 63,0
Noorderplassen W.-Zuid 2023* 19,3 42,5 38,2 65,7
Noorderplassen W.-West 2023* 9,0 39,4 51,6 74,4
Sportpark Polderkwartier en Polderpark 2023* . . . .
Burgemeester Visserpark 2023* 27,2 44,1 28,7 59,4
Steekterpolder 2023* 27,7 37,4 34,9 61,2
Polderpeil-West 2023* 19,1 49,4 31,5 64,2
Polderpeil-Oost 2023* 14,7 46,8 38,5 68,4
Centrum / Waterpark 2023* 29,9 44,7 25,4 57,0
Legmeerpolder 2023* . . . .
Alexanderplein e.o. 2023* 31,2 34,2 34,6 58,2
Noordoever Sloterplas 2023* 46,4 33,0 20,5 46,2
Sloterpark 2023* . . . .
Middelveldsche Akerpolder 2023* 46,4 37,8 15,8 46,2
Oostoever Sloterplas 2023* 38,6 32,9 28,5 54,3
Riekerpolder 2023* 17,9 54,5 27,5 61,7
Legmeerpleinbuurt 2023* 35,3 32,4 32,3 56,1
Oosterparkbuurt 2023* 50,2 27,8 21,9 45,1
Oosterparkbuurt-Noordwest 2023* 51,4 29,1 19,5 44,1
Oosterpark 2023* 67,6 26,9 5,6 29,2
Oosterparkbuurt-Zuidwest 2023* 56,1 24,4 19,5 41,4
Oosterparkbuurt-Zuidoost 2023* 42,9 29,4 27,7 50,1
Bovendiep/Diemerpark 2023* . . . .
Ed Pelsterparkbuurt 2023* 34,7 32,0 33,3 56,8
Buikslotermeerplein 2023* 61,9 27,6 10,5 37,2
Bloemendalerpolder 2023* 5,7 27,7 66,6 80,9
Venserpolder 2023* 60,7 31,1 8,2 35,8
Venserpolder-West 2023* 61,7 30,8 7,5 35,1
Venserpolder-Oost 2023* 59,4 31,5 9,1 36,7
Gaasperpark 2023* . . . .
Gaasperplas 2023* . . . .
Zuiderpark 2023* 22,9 35,9 41,2 63,8
Noorderpark 2023* 54,3 38,4 7,3 40,4
Westerpark 2023* 14,0 50,4 35,6 66,4
Peelerpark 2023* . . . .
Amerpoort Sherpa 2023* . . . .
Wagnerplein 2023* 38,0 41,1 20,9 52,1
Meerplein 2023* 40,5 48,5 11,0 47,8
Westerpark 2023* 27,6 39,4 33,0 60,7
Vijverpark 2023* . . . .
Dalerpeel 2023* 43,8 44,2 12,0 49,0
Verspreide huizen Dalerpeel 2023* . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de sociaal-economische status (SES-WOA) van gemeenten, wijken en buurten in Nederland. Deze status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van particuliere huishoudens op 1 januari van het verslagjaar. Particuliere huishoudens waarvan het inkomen niet bekend is worden buiten beschouwing gelaten. Dit gaat vaak om migranten, expats en personeel van buitenlandse ondernemingen/instellingen. Voor alle gegevens, ongeacht verslagjaar, geldt dat de gemeente/wijk/buurt-indeling van 2024 is toegepast.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaar 2023 zijn voorlopig. De overige cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 19 maart 2025:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Onregelmatig.

Toelichting onderwerpen

Gestandaardiseerd inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbare inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen (inkomen uit arbeid, eigen onderneming en vermogen, uitkeringen en ontvangen overdrachten) verminderd met betaalde overdrachten (bijv. partneralimentatie), premies en belasting op inkomen en vermogen. Het besteedbaar inkomen wordt gestandaardiseerd door te corrigeren voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dit gebeurt door het huishoudensinkomen te delen door een equivalentiefactor die uitdrukt hoe groot het schaalvoordeel is bij het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, gebaseerd op de uitgaven voor levensonderhoud (bestedingen). Hierbij is het eenpersoonshuishouden als norm gekozen.
1e tot en met 40e percentielgroep
1e tot en met 40e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 1e t/m 40e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 40% huishoudens met het laagste inkomen. Nb. Studentenhuishoudens worden per definitie bij deze groep ingedeeld.

41e tot en met 80e percentielgroep
41e tot en met 80e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 41e t/m 80e percentielgroep geldt dus dat 40% van de huishoudens een lager inkomen heeft en 20% van de huishoudens een hoger inkomen.
81e tot en met 100e percentielgroep
81 tot en met 100e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 81e t/m 100e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 20% huishoudens met het hoogste inkomen.

Gemiddelde percentielgroep
Gemiddelde percentielgroep
De gemiddelde percentielgroep wordt berekend door de percentielgroepen waartoe de huishoudens in de regio behoren op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal huishoudens in de regio.