Wmo-cliënten; reden beëindiging ondersteuning, regio

Wmo-cliënten; reden beëindiging ondersteuning, regio

Reden beëindiging Regio's Perioden Wmo-cliënten (aantal) Wmo-cliënten per 1 000 inwoners (per 1 000 inwoners)
Verhuizing naar andere gemeente Tynaarlo 2024* 15 0
Verhuizing naar andere gemeente Wassenaar 2024* 20 1
Verhuizing naar andere gemeente Zevenaar 2024* . .
Overstap naar andere aanbieder Tynaarlo 2024* . .
Overstap naar andere aanbieder Wassenaar 2024* . .
Overstap naar andere aanbieder Zevenaar 2024* . .
Uitstroom naar ander domein Tynaarlo 2024* 35 1
Uitstroom naar ander domein Wassenaar 2024* 25 1
Uitstroom naar ander domein Zevenaar 2024* . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel wordt het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) getoond. De cijfers zijn per gemeente beschikbaar en kunnen worden uitgesplitst naar reden beëindiging. Niet van elk beëindigde maatwerkvoorziening is de reden van beëindiging bekend.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.

In deze tabel is overgegaan op een verbeterde verwerkingsmethode. Als gevolg hiervan kan het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening verschillen per gemeente. De cijfers zijn door de wijzigingen minder goed te vergelijken met de voorgaande tabel (zie paragraaf 3, link 'Archief').

Door de verbeterde methode is het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening per jaar gemiddeld afgenomen met:
- 2023 (0,10 procent)
- 2022 (1,25 procent)
- 2021 (1,50 procent)
- 2020 (0,95 procent)
- 2019 (28,86 procent)
- 2018 (36,46 procent)
- 2017 (24,61 procent)
Per halfjaar is het aantal cliënten met een beëindigde maatwerkvoorziening gemiddeld afgenomen met:
- 1e halfjaar 2023 (3,35 procent) en 2e halfjaar 2023 (1,43 procent)
- 1e halfjaar 2022 (2,57 procent) en 2e halfjaar 2022 (0,69 procent)
- 1e halfjaar 2021 (2,99 procent) en 2e halfjaar 2021 (1,08 procent)
- 1e halfjaar 2020 (1,88 procent) en 2e halfjaar 2020 (0,76 procent)
- 1e halfjaar 2019 (46,71 procent) en 2e halfjaar 2019 (23,55 procent)
- 1e halfjaar 2018 (61,55 procent) en 2e halfjaar 2018 (25,65 procent)
- 1e halfjaar 2017 (47,09 procent) en 2e halfjaar 2017 (15,49 procent)

Voor meer informatie over de wijzigingen en de gevolgen, zie de korte onderzoekbeschrijving, paragraaf 4.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017

Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn nader voorlopig. De cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 13 mei 2025:
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn vervangen door nader voorlopige cijfers;
- De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 zijn toegevoegd.
- De cijfers over 2017 tot en met 2023 zijn teruggelegd conform de nieuwe methode en toegevoegd aan de tabel.

Wijzigingen per 6 december 2024:
Cliënten waren abusievelijk geplaatst onder 'Overdracht toewijzing'. Deze zijn nu verplaatst naar 'Levering eenzijdig beëindigd cliënt'.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De definitieve cijfers over het eerste halfjaar van 2024, het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 worden in december 2025 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Wmo-cliënten
Aantal personen met ten minste één in de verslagperiode beëindigde maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Wmo-cliënten per 1 000 inwoners
Aantal personen met ten minste één in de verslagperiode beëindigde maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), uitgedrukt per 10 000 inwoners.