Prognose intervallen personen in huishoudens; 2025-2070
| Geslacht | Prognose(-interval) | Perioden | Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) |
|---|---|---|---|
| Totaal mannen en vrouwen | Prognose | 2070 | 5.161.774 |
| Totaal mannen en vrouwen | Ondergrens 95%-prognose-interval | 2070 | 3.501.651 |
| Totaal mannen en vrouwen | Bovengrens 95%-prognose-interval | 2070 | 7.081.371 |
| Totaal mannen en vrouwen | Ondergrens 67%-prognose-interval | 2070 | 4.241.598 |
| Totaal mannen en vrouwen | Bovengrens 67%-prognose-interval | 2070 | 6.079.177 |
| Mannen | Prognose | 2070 | 2.764.601 |
| Mannen | Ondergrens 95%-prognose-interval | 2070 | 1.891.968 |
| Mannen | Bovengrens 95%-prognose-interval | 2070 | 3.769.879 |
| Mannen | Ondergrens 67%-prognose-interval | 2070 | 2.284.329 |
| Mannen | Bovengrens 67%-prognose-interval | 2070 | 3.248.071 |
| Vrouwen | Prognose | 2070 | 2.397.173 |
| Vrouwen | Ondergrens 95%-prognose-interval | 2070 | 1.603.406 |
| Vrouwen | Bovengrens 95%-prognose-interval | 2070 | 3.321.235 |
| Vrouwen | Ondergrens 67%-prognose-interval | 2070 | 1.957.835 |
| Vrouwen | Bovengrens 67%-prognose-interval | 2070 | 2.829.074 |
| Bron: CBS. | |||
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over de prognose van de bevolking van Nederland in huishoudens en particuliere huishoudens in Nederland. De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen naar positie in het huishouden, geslacht en prognose-interval;
- Particuliere huishoudens naar prognose-interval;
- Gemiddelde huishoudensgrootte naar prognose-interval.
Gegevens beschikbaar: 2025-2070
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn berekende prognosecijfers.
Wijzigingen per 17 december 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel waarin de voorgaande prognose is bijgesteld op basis van de inmiddels beschikbaar gekomen waarnemingen. De prognoseperiode loopt nu van 2025 tot 2070.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De verschijningsfrequentie van deze tabel is eenmalig. In december 2027 wordt de nieuwe huishoudensprognosetabel gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Personen in huishoudens
- Bevolking van Nederland naar positie in het huishouden, 1 januari.
Bevolking
De bewoners van een bepaald gebied. In de CBS-bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Huishouden
Particulier of institutioneel huishouden.
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Positie in het huishouden
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden. De referentiepersoon wordt niet als aparte positie onderscheiden maar neemt een van de andere posities in, behalve die van thuiswonend kind of lid van een institutioneel huishouden.
Referentiepersoon
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend. Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.- Personen in particuliere huishoudens
- Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.- Thuiswonend kind
- Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.