Prognose huishoudens op 1 januari; kerncijfers 2025-2070

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van de bevolking van Nederland in huishoudens en particuliere huishoudens in Nederland. De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen naar positie in het huishouden;
- Particuliere huishoudens naar samenstelling van het huishouden;
- Particuliere huishoudens naar grootte van het huishouden;
- Paren en eenouderhuishoudens naar kindertal;
- Huishoudens met kinderen naar leeftijd van het jongste thuiswonende kind.

Gegevens beschikbaar: 2025-2070

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 12 februari 2025:
Cijfers naar het aantal particuliere huishoudens naar grootte, naar kindertal en naar leeftijd van het kind zijn toegevoegd. Bij de vorige publicatie waren deze cijfers niet beschikbaar.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De verschijningsfrequentie van deze tabel is eenmalig. In december 2027 wordt de nieuwe huishoudensprognosetabel gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Personen in huishoudens
Personen naar positie in het huishouden, 1 januari.

Huishouden
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Positie in het huishouden:
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden. De referentiepersoon wordt niet als aparte positie onderscheiden maar neemt een van de andere posities in, behalve die van thuiswonend kind of lid van een institutioneel huishouden.

Referentiepersoon
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Particuliere huishoudens: kindertal
Paren en eenouderhuishoudens naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Paar (huishouden)
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.

Eenouderhuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Totaal huishoudens met kinderen
Totaal huishoudens (paren en eenouderhuishoudens) naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Paar (huishouden)
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.

Eenouderhuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Totaal huishoudens met kinderen
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Paar
Paren naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Paar (huishouden)
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Totaal paren met kinderen
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Eenouderhuishouden
Eenouderhuishoudens naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Eenouderhuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Particuliere huishoudens: leeftijd kind
Particuliere huishoudens met één of meer thuiswonende kinderen naar leeftijd van het jongste thuiswonende kind, 1 januari.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.

Leeftijd
Het aantal gehele jaren dat op 1 januari van de geselecteerde periode is verstreken sinds de geboortedatum van de persoon.
Totaal huishoudens met kinderen