Kerncijfers wijken en buurten 2024

Kerncijfers wijken en buurten 2024

Wijken en buurten Bevolking Leeftijdsgroepen 65 jaar of ouder (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens zonder kinderen (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens met kinderen (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%)
Wijk 09 Oud-Annerveen 40 50 10 35 10 2,3 . . . . .
Oud-Annerveen 35 50 10 30 10 2,4 . . . . .
Verspreide huizen Oud-Annerveen 0 5 0 0 0 2,0 . . . . .
Dillenburg en Stadhouderskwartier 400 675 315 175 180 1,9 . . . . .
Oud-Rochdale 195 495 290 105 100 1,6 . . . . .
Oudorp 3.050 6.205 2.255 1.790 2.165 2,2 . . . . .
Oudorp-Noord en Oudorp-Oost 625 1.035 420 300 320 2,1 . . . . .
Oudorp-Centrum 630 840 260 295 280 2,3 . . . . .
Oudorperpolder-Zuid 360 1.090 490 200 400 2,0 . . . . .
Oudorperpolder-Midden 130 230 50 85 95 2,5 . . . . .
Oudorperpolder-Noord 275 555 230 165 170 2,0 . . . . .
Oud-Overdie 550 1.455 645 375 430 1,9 . . . . .
Oudshoorn 1.905 4.280 1.440 1.290 1.550 2,3 . . . . .
De Oude Wereld-West 140 575 135 145 300 2,6 . . . . .
De Oude Wereld-Oost 175 475 75 150 245 2,7 . . . . .
Bentwoud 30 60 15 25 25 2,7 . . . . .
Hazerswoude-Dorp 1.385 2.595 695 905 990 2,4 . . . . .
Buitengebied Hazerswoude-Dorp 490 785 285 265 230 2,2 . . . . .
Hazerswoude-Dorp-West 315 515 120 185 205 2,4 . . . . .
Hazerswoude-Dorp-Oost 275 725 160 240 330 2,6 . . . . .
Hazerswoude-Rijndijk 1.270 2.590 825 825 945 2,3 . . . . .
Buitengebied Hazerswoude-Rijndijk 330 630 155 235 235 2,4 . . . . .
Koudekerk aan den Rijn 1.115 1.805 550 615 640 2,3 . . . . .
Buitengebied Koudekerk aan den Rijn 140 210 70 65 65 2,2 . . . . .
Koudekerk aan den Rijn-Noord 425 735 180 245 310 2,4 . . . . .
Koudekerk aan den Rijn-Zuid 530 800 280 280 250 2,2 . . . . .
Woudrichem 1.135 2.035 640 695 710 2,2 . . . . .
Woudrichem noord 245 565 225 180 155 2,0 . . . . .
Woudrichem zuid 780 1.285 375 435 475 2,3 . . . . .
Oudendijk 80 145 30 55 60 2,5 . . . . .
Buitengebied Woudrichem 25 45 10 20 20 2,5 . . . . .
Woudzoom e.o. 265 550 140 195 220 2,4 . . . . .
Buurt over Ouderkerk 85 195 55 55 80 2,4 . . . . .
Oude Dorp 105 315 150 75 90 1,9 . . . . .
Burgwallen-Oude Zijde 470 3.380 2.335 805 240 1,4 . . . . .
Oude Kerk e.o. 70 545 375 140 30 1,4 . . . . .
Oude Pijp 1.550 10.065 6.510 2.390 1.165 1,5 . . . . .
Schellingwoude-West 20 35 10 15 10 2,0 . . . . .
Schellingwoude-Oost 110 265 75 75 110 2,4 . . . . .
Schellingwoude-Noord 5 5 0 0 0 2,5 . . . . .
Woudhuis 1.120 2.390 675 715 1.010 2,4 . . . . .
Stadhoudersmolen 35 70 30 20 25 2,2 . . . . .
Oude Gasfabriek 35 115 45 30 35 2,2 . . . . .
Oude Molenbuurt 645 1.115 665 290 155 1,6 . . . . .
Oude Bloemenbuurt 170 385 145 115 130 2,1 . . . . .
Oude-Oosterhei 430 995 355 300 340 2,2 . . . . .
Oud-Bergen 90 155 40 65 50 2,3 . . . . .
Oud-Bergen Kern 90 150 35 65 50 2,3 . . . . .
Oud-Bergen Buitengebied 5 0 0 0 0 1,0 . . . . .
Oudtburgh 170 60 30 25 10 1,8 . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2024.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per september 2025
Binnen thema Energie zijn vanaf dit jaar geen cijfers over elektriciteitslevering en aardgasverbruik per woningtype opgenomen. Daarvoor in de plaats zijn nieuwe variabelen over woningen (aardgas of aardgasvrij, met zonnestroom en elektrisch verwarmd) en laadpalen toegevoegd.
De variabelenset binnen het thema Arbeid is vanaf 2023 uitgebreid. Vanaf dat jaar zijn cijfers over de werkzame beroepsbevolking beschikbaar via deze tabel. Tevens wordt bij arbeidsparticipatie van werknemers voortaan uitgesplitst naar werknemers met een vaste of flexibele arbeidsrelatie. De voorlopige cijfers over 2024 verschijnen begin 2026 in deze tabel.
Er zijn nieuwe cijfers over de thema’s Sociale zekerheid en Nabijheid van voorzieningen opgenomen.
Binnen het thema Demografie zijn geboorte- en sterftecijfers toegevoegd.

Wijzigingen per juni 2025
Binnen het thema Wonen en vastgoed hebben cijfers over woningvoorraad en niet-woningvoorraad ten onrechte de status ‘onbekend’ meegekregen (aangeduid met een ‘.’). Deze zijn vervangen door een ‘0’, omdat bekend is dat er geen (niet-)woningen staan in de betreffende wijk of buurt.

Wijzigingen per december 2024
Vanaf verslagjaar 2024 is het thema Wonen hernoemd tot Wonen en vastgoed. De variabelenset is vernieuwd. Nieuwe cijfers over de niet-woningvoorraad (overig vastgoed buiten woningen) zijn toegevoegd. Daarnaast komen halverwege 2025 cijfers over nieuwbouw van woningen en niet-woningen beschikbaar. Verder zijn eengezinswoningen voortaan onderverdeeld naar vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen, hoekwoningen en tussenwoningen.
Vanaf 2024 is ook het onderscheid naar bouwjaarklassen veranderd. Woningen worden ingedeeld naar ‘in de afgelopen tien jaar’ of ‘meer dan tien jaar geleden’ gebouwd in plaats van woningen met ‘bouwjaar vanaf 2000’ of ‘voor 2000’. Tot slot zijn er geen cijfers meer opgenomen over percentage bewoonde woningen en woningen met ‘eigendom onbekend’.
Vanaf verslagjaar 2023 is het thema Opleidingsniveau hernoemd tot Onderwijs. De variabelenset is uitgebreid met cijfers over leerlingen en studenten naar onderwijssoort op basis van woonregio. Het bestaande onderdeel over opleidingsniveau is hernoemd tot hoogst behaald onderwijsniveau. In de tabel is een driedeling voor onderwijsniveau opgenomen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Leeftijdsgroepen
65 jaar of ouder
Aantal inwoners dat op 1 januari 65 jaar of ouder is.
Particuliere huishoudens
Betreft de huishoudens op 1 januari.
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.
Huishoudens totaal
Totaal particuliere huishoudens.
Eenpersoonshuishoudens
Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Huishoudens zonder kinderen
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens.
Huishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Het betreft voorlopige cijfers.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.

20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.