Kerncijfers wijken en buurten 2024

Kerncijfers wijken en buurten 2024

Wijken en buurten Wonen en vastgoed Nieuwbouw woningen (aantal) Wonen en vastgoed Nieuwbouw niet-woningen (aantal) Wonen en vastgoed Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (x 1 000 euro) Wonen en vastgoed Woningen naar type Percentage eengezinswoning (%) Wonen en vastgoed Woningen naar type Percentage tussenwoning (eengezins) (%) Wonen en vastgoed Woningen naar type Percentage hoekwoning (eengezins) (%) Wonen en vastgoed Woningen naar type Percentage twee-onder-één-kap-woning (ee (%) Wonen en vastgoed Woningen naar type Percentage vrijstaande woning (eengezins (%) Wonen en vastgoed Woningen naar type Percentage meergezinswoning (%) Wonen en vastgoed Onbewoonde woningen (%) Wonen en vastgoed Woningen naar eigendom Koopwoningen (%) Wonen en vastgoed Woningen naar eigendom Huurwoningen Huurwoningen totaal (%) Wonen en vastgoed Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit woningcorporatie (%) Wonen en vastgoed Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit overige verhuurders (%) Wonen en vastgoed Woningen naar bouwjaar Bouwjaar meer dan tien jaar geleden (%) Wonen en vastgoed Woningen naar bouwjaar Bouwjaar afgelopen tien jaar (%) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Percentage woningen met stadsverwarming (%)
Wielingenbuurt 0 0 728 3 2 0 0 0 97 4 32 68 12 56 100 0 .
Kleingenhout 0 0 365 100 7 12 43 38 0 4 78 22 13 9 99 1 .
Millingen aan de Rijn 28 0 292 87 24 19 18 26 13 2 65 35 31 4 99 1 .
Millingen aan de Rijn-Oost 0 0 276 93 30 24 16 23 7 2 59 41 37 4 98 2 .
Millingen aan de Rijn-West 28 0 302 80 19 15 21 26 20 2 70 30 26 4 100 0 .
Persingen 1 0 515 100 0 0 5 95 0 3 87 13 0 13 97 3 .
Persingen 1 0 515 100 0 0 5 95 0 3 87 13 0 13 97 3 .
Beuningen 22 32 392 84 33 18 14 19 16 2 70 30 22 7 92 8 .
Beuningen 2 26 386 81 36 18 13 14 19 2 69 31 25 6 94 6 .
Beuningen-Buitengebied Noord 0 0 576 91 2 1 24 63 9 8 88 12 0 12 82 18 .
Beuningen-Buitengebied Zuid 0 8 563 100 0 0 4 96 0 8 88 12 0 12 88 12 .
Beuningen-Beuningse Plas Plas 0 0 . . . . . . . . . . . . . . .
Beuningen-Centrum 0 15 278 9 0 0 3 5 91 4 36 64 37 27 71 29 .
Beuningen-Centrum Oost 1 1 341 92 40 27 15 10 8 1 78 22 17 5 100 0 .
Beuningen-De Haaghe 0 0 651 100 0 0 28 72 0 1 99 1 0 1 98 2 .
Beuningen-De Notenhof 0 0 721 96 0 0 13 83 4 2 96 4 0 4 98 2 .
Beuningen-Duivenkamp 0 0 344 99 64 25 7 3 1 4 65 35 33 1 97 3 .
Beuningen-De Linde 0 0 499 100 0 0 65 35 0 0 97 3 0 3 100 0 .
Beuningen-Hoeve-1 0 0 348 99 61 33 5 1 1 1 69 31 31 0 100 0 .
Beuningen-Hoeve-2 0 0 342 100 59 30 5 5 0 1 74 26 24 2 100 0 .
Beuningen-Hoeve-3 0 0 313 100 55 26 8 11 0 1 64 36 35 1 100 0 .
Beuningen-De Hutgraaf 0 1 430 72 28 17 26 1 28 0 72 28 28 0 0 100 .
Beuningen-Schoenaker 0 0 . . . . . . . . . . . . . . .
Beuningen-Aalsterveld 0 0 274 82 51 26 2 3 18 2 47 53 44 9 100 0 .
Beuningen-Olden Tempel 0 0 272 78 47 27 2 2 22 2 39 61 57 4 100 0 .
Beuningen-Blanckenburgh 0 0 272 59 38 16 2 3 41 2 59 41 39 2 100 0 .
Beuningen-Viermorgen 0 0 328 93 53 26 13 1 7 0 55 45 44 0 100 0 .
Beuningen-Tinnegieter 0 0 316 92 56 25 5 6 8 1 69 31 26 5 100 0 .
Beuningen-Den Balmerd 0 0 493 57 1 1 21 34 43 2 69 31 17 14 100 0 .
Beuningen-Sportpark De Ooigraaf 0 0 . . . . . . . . . . . . . . .
Beuningen-Heuve-1 0 0 433 100 38 28 16 19 0 2 74 26 13 13 100 0 .
Beuningen-Heuve-2 0 0 421 99 33 24 35 7 1 1 97 3 0 3 100 0 .
Beuningen-Heuve-3 0 0 456 99 25 23 26 25 1 1 100 0 0 0 100 0 .
Beuningen-Heuve-4 0 0 605 99 13 4 40 43 1 3 99 1 0 1 99 1 .
Beuningen-Beuningse Plas 1 1 530 85 28 10 21 26 15 1 91 9 8 1 92 8 .
Kavelingen 0 0 250 93 8 7 21 56 7 3 88 12 6 6 99 1 .
Teteringen 24 0 511 86 33 19 15 19 14 3 76 24 16 8 81 19 13
Teteringen 24 0 504 85 34 19 15 17 15 3 76 24 16 8 81 19 13
Buitengebied Teteringen 0 0 890 100 0 0 6 94 0 8 77 21 0 21 96 4 .
Wijk 04 Ingen 0 0 459 91 15 13 14 48 9 4 73 27 19 8 93 7 .
Ingen 0 0 407 86 23 21 16 26 14 3 64 36 30 6 90 10 .
Goilberdingen Oost 0 0 430 90 49 22 9 10 10 1 82 18 16 2 96 4 .
Goilberdingen West 16 1 508 95 38 17 22 18 5 1 82 18 18 0 97 3 46
Verspreide huizen Millingen 0 1 466 86 0 0 11 75 14 11 61 39 0 39 97 3 .
Verspreide woningen bij Deurne 5 1 489 92 0 0 11 81 8 6 85 15 0 15 94 6 .
Verspreide woningen bij Vlierden 1 0 519 96 0 0 12 84 4 5 85 15 0 15 96 4 .
Verspreide woningen bij Liessel 1 1 497 97 0 0 14 83 3 7 89 11 0 11 95 5 .
Verspreide woningen bij Neerkant 2 0 500 96 1 2 12 81 4 4 92 8 0 8 95 5 .
Verspreide woningen bij Helenaveen 1 0 493 97 0 0 17 80 3 6 91 9 0 9 95 5 .
Handelspark De Weteringen 0 0 . . . . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2024.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per september 2025
Binnen thema Energie zijn vanaf dit jaar geen cijfers over elektriciteitslevering en aardgasverbruik per woningtype opgenomen. Daarvoor in de plaats zijn nieuwe variabelen over woningen (aardgas of aardgasvrij, met zonnestroom en elektrisch verwarmd) en laadpalen toegevoegd.
De variabelenset binnen het thema Arbeid is vanaf 2023 uitgebreid. Vanaf dat jaar zijn cijfers over de werkzame beroepsbevolking beschikbaar via deze tabel. Tevens wordt bij arbeidsparticipatie van werknemers voortaan uitgesplitst naar werknemers met een vaste of flexibele arbeidsrelatie. De voorlopige cijfers over 2024 verschijnen begin 2026 in deze tabel.
Er zijn nieuwe cijfers over de thema’s Sociale zekerheid en Nabijheid van voorzieningen opgenomen.
Binnen het thema Demografie zijn geboorte- en sterftecijfers toegevoegd.

Wijzigingen per juni 2025
Binnen het thema Wonen en vastgoed hebben cijfers over woningvoorraad en niet-woningvoorraad ten onrechte de status ‘onbekend’ meegekregen (aangeduid met een ‘.’). Deze zijn vervangen door een ‘0’, omdat bekend is dat er geen (niet-)woningen staan in de betreffende wijk of buurt.

Wijzigingen per december 2024
Vanaf verslagjaar 2024 is het thema Wonen hernoemd tot Wonen en vastgoed. De variabelenset is vernieuwd. Nieuwe cijfers over de niet-woningvoorraad (overig vastgoed buiten woningen) zijn toegevoegd. Daarnaast komen halverwege 2025 cijfers over nieuwbouw van woningen en niet-woningen beschikbaar. Verder zijn eengezinswoningen voortaan onderverdeeld naar vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen, hoekwoningen en tussenwoningen.
Vanaf 2024 is ook het onderscheid naar bouwjaarklassen veranderd. Woningen worden ingedeeld naar ‘in de afgelopen tien jaar’ of ‘meer dan tien jaar geleden’ gebouwd in plaats van woningen met ‘bouwjaar vanaf 2000’ of ‘voor 2000’. Tot slot zijn er geen cijfers meer opgenomen over percentage bewoonde woningen en woningen met ‘eigendom onbekend’.
Vanaf verslagjaar 2023 is het thema Opleidingsniveau hernoemd tot Onderwijs. De variabelenset is uitgebreid met cijfers over leerlingen en studenten naar onderwijssoort op basis van woonregio. Het bestaande onderdeel over opleidingsniveau is hernoemd tot hoogst behaald onderwijsniveau. In de tabel is een driedeling voor onderwijsniveau opgenomen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Wonen en vastgoed
Nieuwbouw woningen
Het totale aantal woningen door nieuwbouw aan de voorraad toegevoegd in het desbetreffende jaar. Alle verblijfsobjecten met minimaal een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties worden als woning aangemerkt.
Nieuwbouw niet-woningen
Het totale aantal niet-woningen door nieuwbouw aan de voorraad toegevoegd in het desbetreffende jaar. Een niet-woning heeft geen woonfunctie, maar kan wel meerdere andere gebruiksfuncties hebben.
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
Voor de bepaling van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.

Er wordt geen gemiddelde WOZ-waarde bepaald voor een regio als:
-  de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen
-  er voor minder dan 20 woningen een WOZ-waarde bekend is
-  er voor minder dan 85 procent van de woningen een WOZ-waarde bekend is.

De (voorlopig) gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijv:
- 2024: waardepeildatum 1 januari 2023

Het betreft nader voorlopige cijfers.
Woningen naar type
Er worden twee typen woningen onderscheiden, eengezins en meergezins. Een woning heeft het type meergezins wanneer het samen met andere woningen of (bedrijfs)ruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voorzover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur. Alle overige woningen hebben het type eengezins. Het percentage eengezins met onbekend verder type wordt niet weergegeven. Daardoor kan het voorkomen dat de onderliggende eengezins categorieën niet optellen tot de totale eengezins categorie.
Percentage eengezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal eengezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Eengezinswoning: Elke woning die tevens een geheel pand vormt. Hieronder vallen vrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen, zoals twee onder één kap gebouwde hele huizen, boerderijen met woningen en voorts alle rijenhuizen.
Percentage tussenwoning (eengezins)
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal tussenwoningen is vermeld als afgerond geheel percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Tussenwoningen zijn woningen gelegen in een rij met drie of meer aaneengesloten panden die aan twee of meer zijden verbonden zijn met de andere panden in de rij.
Percentage hoekwoning (eengezins)
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal hoekwoningen is vermeld als afgerond geheel percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Hoekwoningen zijn woningen in een rij van drie of meer aaneengesloten panden gelegen op de hoek en dus met één ander pand een zijde delen.
Percentage twee-onder-één-kap-woning (ee
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal twee-onder-een-kapwoningen is vermeld als afgerond geheel percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Twee-onder-één-kapwoningen zijn twee woningen (panden) die één zijde met elkaar delen.
Percentage vrijstaande woning (eengezins
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal vrijstaande woningen is vermeld als afgerond geheel percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Vrijstaande woningen zijn woningen die niet verbonden zijn met andere panden.
Percentage meergezinswoning
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal meergezinswoningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Meergezinswoning : Elke woning die samen met andere woonruimten c.q. bedrijfsruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur.

Onbewoonde woningen
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal leegstaande woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Niet-bewoonde woningen: Woningen waar op de peildatum 1 januari niemand stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen. Onbekend eigendom wordt niet weergegeven. Daardoor kan het voorkomen dat de categorieën niet optellen tot 100 procent.
Koopwoningen
Woningen die eigendom zijn van de (toekomstige) bewoner(s) of in gebruik als tweede woning.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Huurwoningen
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
Huurwoningen totaal
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.
In bezit woningcorporatie
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie.
Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

In bezit overige verhuurders
Een huurwoning in eigendom van onder andere bedrijven, particulieren en institutionele beleggers. Huurwoningen waarvan het eigendom wel kon worden vastgesteld maar de eigenaar niet vallen hier ook onder.
Bedrijven: alle instellingen met een bedrijfsmatig karakter zoals bv's en nv's, zelfstandige ondernemers, makelaars en vastgoedhandelsmaatschappijen.
Particulieren: alle natuurlijke personen.
Institutionele beleggers: pensioenfondsen, beurs-, beleggings- en verzekeringsmaatschappijen.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Woningen naar bouwjaar
De aanduiding van het bouwjaar van een pand, waarin een woning zich bevindt. Oorspronkelijk als het pand bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Latere wijziging aan een pand leidt niet tot wijziging van het bouwjaar. Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen, wordt het oudste bouwjaar genomen.
De bouwjaarklasse heeft hier twee waarden:
1) in de afgelopen tien jaar gebouwd;
2) meer dan tien jaar geleden gebouwd.
Onbekende bouwjaren worden niet weergegeven. Daardoor kan het voorkomen dat de categorieën niet optellen tot 100 procent.
Bouwjaar meer dan tien jaar geleden
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar meer dan tien jaar geleden, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Bouwjaar afgelopen tien jaar
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar tien of minder jaar geleden, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Energie
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen. Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld, bijvoorbeeld als er sprake is van stadsverwarming of elektrische verwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op tientallen.
Percentage woningen met stadsverwarming
Stadswarmtewoningen zijn sterk regio gebonden vanwege de ligging van warmtenetten. Ze worden geïdentificeerd als woningen zonder gaslevering in postcodegebieden waarvan op basis van postcodelijsten bekend is dat er stadswarmte ligt en/of op basis van energielabels. Vanwege het ontbreken van gegevens van warmteleveringen op adresniveau, kent de bepaling een relatief grote onzekerheid.
Om onthulling van informatie over individuele huishoudens te voorkomen zijn subpopulaties kleiner dan 100 woningen onderdrukt. Door afronding en onderdrukking tellen de verschillende subpopulaties niet altijd op tot de totale populatie.
Vanwege de grotere onzekerheid worden alleen aandelen stadsverwarming vanaf 3 procent gepubliceerd.

De cijfers zijn afgerond op hele percentages.