Kerncijfers wijken en buurten 2024

Kerncijfers wijken en buurten 2024

Wijken en buurten Bevolking Burgerlijke staat Gescheiden (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens zonder kinderen (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens met kinderen (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Wonen en vastgoed Woningen naar bouwjaar Bouwjaar meer dan tien jaar geleden (%) Onderwijs Onderwijssoort Studenten mbo (excl. extranei) (aantal) Onderwijs Onderwijssoort Studenten hbo (aantal) Onderwijs Onderwijssoort Studenten wo (aantal) Arbeid Onderverdeling werkenden Percentage werknemers (%) Arbeid Onderverdeling werkenden Werknemers met vaste arbeidsrelatie (%) Arbeid Onderverdeling werkenden Werknemers met flexibele arbeidsrelatie (%) Arbeid Onderverdeling werkenden Percentage zelfstandigen (%)
Bovenlanden 60 425 125 155 140 2,3 95 10 20 10 . . . .
Staatsliedenbuurt 125 730 295 145 295 2,3 100 80 20 10 . . . .
Kijvelanden 0 30 5 15 10 2,6 78 10 0 0 . . . .
De Eilanden 255 1.330 335 390 605 2,5 100 110 120 40 . . . .
Staatsliedenkwartier en Landstraten 245 1.100 510 265 320 1,9 99 50 40 20 . . . .
Oudorperpolder-Midden 25 230 50 85 95 2,5 94 20 10 0 . . . .
Bornsestraat Midden-Riet Noord 125 535 255 140 140 1,9 100 30 10 10 . . . .
Rumerslanden 80 380 155 70 145 2,1 95 30 10 0 . . . .
Wester Sluitersveldlanden 185 965 590 170 210 1,7 97 60 30 0 . . . .
Wierdense Hoek 595 3.055 1.330 735 985 2,1 99 220 150 30 . . . .
Wierdensebrug en omgeving 0 15 0 5 10 3,3 . 0 0 0 . . . .
Kerkelanden 130 595 270 100 225 2,1 96 50 30 10 . . . .
Achterlanden en omgeving 80 330 145 75 115 2,0 100 30 10 0 . . . .
Ossenkoppelerhoek Midden Noord 95 515 280 105 135 1,9 98 40 20 10 . . . .
Ossenkoppelerhoek Midden Zuid 90 465 200 80 180 2,2 97 60 30 0 . . . .
Veenelanden 0 5 0 0 5 2,5 . 0 0 0 . . . .
Middenhof en Uithof 100 395 175 75 150 2,1 89 30 30 0 . . . .
De Grienden 250 1.010 295 320 390 2,3 100 80 40 10 . . . .
Bosgebied De Grienden 0 0 0 0 0 . . 0 0 0 . . . .
Lindengouw, Muidergouw en Peppengouw 90 450 115 165 170 2,4 100 30 10 10 . . . .
De Wierden 465 1.810 805 385 620 2,0 90 120 60 20 . . . .
De Velden 95 590 105 230 255 2,6 100 20 40 30 . . . .
De Velden Noord 25 195 30 75 90 2,7 100 10 10 10 . . . .
De Velden Zuid 75 395 75 150 165 2,5 100 10 30 20 . . . .
Filmwijk Midden 115 755 130 250 375 2,6 100 40 60 40 . . . .
Waterwijk Midden 160 765 235 235 295 2,2 100 40 30 10 . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Midden oost 85 515 85 130 295 2,8 96 50 60 30 . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Midden west 145 685 200 160 330 2,4 100 70 50 20 . . . .
Staatsliedenwijk 290 1.240 585 195 460 2,0 100 110 50 20 . . . .
Staatsliedenwijk Oost 110 465 200 70 190 2,0 100 50 10 0 . . . .
Staatsliedenwijk Midden 105 440 235 50 155 1,9 100 40 20 10 . . . .
Staatsliedenwijk West 80 340 145 80 110 2,0 100 20 20 10 . . . .
Kruidenwijk 735 3.500 1.185 975 1.345 2,3 99 260 170 70 . . . .
Kruidenwijk Noordwest 65 400 85 145 170 2,6 100 40 30 10 . . . .
Kruidenwijk Noord- midden 155 690 230 200 265 2,2 100 40 40 20 . . . .
Kruidenwijk Noordoost 170 820 280 215 320 2,3 100 70 40 20 . . . .
Kruidenwijk Midden-oost 140 540 235 90 220 2,2 100 50 20 10 . . . .
Kruidenwijk Zuid 75 355 110 130 120 2,3 86 30 20 10 . . . .
Kruidenwijk Midden-west 125 625 225 170 230 2,2 100 30 30 10 . . . .
Stedenwijk 1.075 4.610 1.825 1.040 1.740 2,2 100 450 270 90 . . . .
Stedenwijk Noord 225 830 295 130 405 2,5 100 120 60 20 . . . .
Stedenwijk Midden-noord 130 540 190 110 240 2,5 100 60 40 10 . . . .
Stedenwijk Midden-oost 300 1.395 650 330 420 2,0 100 120 90 20 . . . .
Stedenwijk Zuid 235 1.030 420 220 385 2,1 100 80 50 20 . . . .
Stedenwijk Midden-west 190 820 270 250 295 2,3 100 80 40 20 . . . .
Dr J.M. den Uylpark 0 0 0 0 0 . . 0 0 0 . . . .
Muziekwijk N.-Midden 155 780 255 210 315 2,3 100 60 50 20 . . . .
Literatuurwijk Midden-oost 140 705 165 140 405 2,6 100 60 50 20 . . . .
Literatuurwijk Midden-west 205 805 275 130 400 2,4 100 70 60 30 . . . .
Eilandenbuurt 470 2.445 700 575 1.170 2,5 96 230 180 100 . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2024.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per september 2025
Binnen thema Energie zijn vanaf dit jaar geen cijfers over elektriciteitslevering en aardgasverbruik per woningtype opgenomen. Daarvoor in de plaats zijn nieuwe variabelen over woningen (aardgas of aardgasvrij, met zonnestroom en elektrisch verwarmd) en laadpalen toegevoegd.
De variabelenset binnen het thema Arbeid is vanaf 2023 uitgebreid. Vanaf dat jaar zijn cijfers over de werkzame beroepsbevolking beschikbaar via deze tabel. Tevens wordt bij arbeidsparticipatie van werknemers voortaan uitgesplitst naar werknemers met een vaste of flexibele arbeidsrelatie. De voorlopige cijfers over 2024 verschijnen begin 2026 in deze tabel.
Er zijn nieuwe cijfers over de thema’s Sociale zekerheid en Nabijheid van voorzieningen opgenomen.
Binnen het thema Demografie zijn geboorte- en sterftecijfers toegevoegd.

Wijzigingen per juni 2025
Binnen het thema Wonen en vastgoed hebben cijfers over woningvoorraad en niet-woningvoorraad ten onrechte de status ‘onbekend’ meegekregen (aangeduid met een ‘.’). Deze zijn vervangen door een ‘0’, omdat bekend is dat er geen (niet-)woningen staan in de betreffende wijk of buurt.

Wijzigingen per december 2024
Vanaf verslagjaar 2024 is het thema Wonen hernoemd tot Wonen en vastgoed. De variabelenset is vernieuwd. Nieuwe cijfers over de niet-woningvoorraad (overig vastgoed buiten woningen) zijn toegevoegd. Daarnaast komen halverwege 2025 cijfers over nieuwbouw van woningen en niet-woningen beschikbaar. Verder zijn eengezinswoningen voortaan onderverdeeld naar vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen, hoekwoningen en tussenwoningen.
Vanaf 2024 is ook het onderscheid naar bouwjaarklassen veranderd. Woningen worden ingedeeld naar ‘in de afgelopen tien jaar’ of ‘meer dan tien jaar geleden’ gebouwd in plaats van woningen met ‘bouwjaar vanaf 2000’ of ‘voor 2000’. Tot slot zijn er geen cijfers meer opgenomen over percentage bewoonde woningen en woningen met ‘eigendom onbekend’.
Vanaf verslagjaar 2023 is het thema Opleidingsniveau hernoemd tot Onderwijs. De variabelenset is uitgebreid met cijfers over leerlingen en studenten naar onderwijssoort op basis van woonregio. Het bestaande onderdeel over opleidingsniveau is hernoemd tot hoogst behaald onderwijsniveau. In de tabel is een driedeling voor onderwijsniveau opgenomen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Burgerlijke staat
Gescheiden
Het aantal inwoners dat op 1 januari gescheiden is. De burgerlijke staat gescheiden ontstaat na ontbinding van een huwelijk door echtscheiding of na ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner. Personen die gescheiden zijn van tafel en bed worden tot de gehuwden gerekend.
Particuliere huishoudens
Betreft de huishoudens op 1 januari.
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.
Huishoudens totaal
Totaal particuliere huishoudens.
Eenpersoonshuishoudens
Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Huishoudens zonder kinderen
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens.
Huishoudens met kinderen
Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens.
Wonen en vastgoed
Woningen naar bouwjaar
De aanduiding van het bouwjaar van een pand, waarin een woning zich bevindt. Oorspronkelijk als het pand bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Latere wijziging aan een pand leidt niet tot wijziging van het bouwjaar. Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen, wordt het oudste bouwjaar genomen.
De bouwjaarklasse heeft hier twee waarden:
1) in de afgelopen tien jaar gebouwd;
2) meer dan tien jaar geleden gebouwd.
Onbekende bouwjaren worden niet weergegeven. Daardoor kan het voorkomen dat de categorieën niet optellen tot 100 procent.
Bouwjaar meer dan tien jaar geleden
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar meer dan tien jaar geleden, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Onderwijs
Onderwijssoort
Leerlingen en studenten naar onderwijssoort en woonregio.
Deze indicator bevat het aantal leerlingen en studenten in het primair onderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo) inclusief het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo), hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) naar woonregio op 1 oktober van een betreffend school-/studiejaar.
Leerlingen/studenten die bij meerdere onderwijssoorten staan ingeschreven, bijvoorbeeld hbo en wo, worden bij beide onderwijssoorten geteld.

De cijfers over het school-/studiejaar 2024/'25 zijn voorlopig.

Van sommige leerlingen of studenten is de woongemeente niet bekend. In dat geval worden deze alleen meegenomen in het totaal van Nederland. De optelling van gemeentelijke aantallen kan derhalve lager zijn dan het totaal van Nederland.
Het totaal aantal leerlingen en studenten woonachtig in een gemeente is inclusief de personen waarvan niet bekend is in welke wijk of buurt zij wonen. De optelling van aantallen bij de wijken binnen een gemeente kan derhalve lager zijn dan het totaal aantal van de gemeente.
De onderwijscijfers zijn afgerond op tientallen. Hierdoor kan het ook voorkomen dat de som van regionale detailgegevens afwijkt van het totaal.

De woonregio is de regio waarin een leerling/student eind september van het betreffende school-/studiejaar woont. Wanneer van een leerling/student geen inschrijving bekend is in de Basisregistratie Personen, is de regio gebruikt waarin de leerling/student volgens de onderwijsregistratie verblijft.
Een leerling/student kan in een andere regio naar school gaan. Vooral bij het hoger onderwijs starten regelmatig Duitse en Belgische studenten hun opleiding net over de grens in Nederland maar wonen dan nog in Duitsland of België, waardoor ze bij woonregio onbekend worden geteld.
Studenten mbo (excl. extranei)
Studenten middelbaar beroepsonderwijs (exclusief extranei). Totaal Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) (exclusief extranei) bestaande uit de leerwegen beroepsopleidende leerweg (bol; voltijd en deeltijd) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl).
Het betreft voorlopige cijfers.
Studenten hbo
Studenten hoger beroepsonderwijs. Hoger beroepsonderwijs (hbo) is een onderwijssoort binnen het hoger onderwijs. Het hbo leidt over het algemeen op tot een bachelorgraad. Daarnaast zijn er kortere programma's die opleiden tot een associate degree. Ook kunnen hogescholen een masteropleiding aanbieden. Hbo-opleidingen worden verzorgd door hogescholen.
Het betreft voorlopige cijfers.
Studenten wo
Studenten wetenschappelijk onderwijs. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is een onderwijssoort binnen het hoger onderwijs. Het wo leidt over het algemeen op tot een bachelor- of mastergraad. Ook is het mogelijk een diploma voor een vervolg- of beroepsopleiding te halen. Wo-opleidingen worden verzorgd door universiteiten.
Het betreft voorlopige cijfers.
Arbeid
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in de werkzame beroepsbevolking, nettoarbeidsparticipatie en het percentage werknemers en zelfstandigen.

De nettoarbeidsparticipatie is vermeld als percentage van het totaal aantal personen van 15 tot 75 jaar en vermeld bij minimaal 150 inwoners in een buurt. Het percentage werknemers en het percentage zelfstandigen zijn vermeld bij minimaal 150 werkenden (van 15 tot 75 jaar) in een buurt.
Onderverdeling werkenden
Percentage werknemers
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.

Het betreft voorlopige cijfers.
Werknemers met vaste arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd én een vast aantal uren per week.

Het betreft voorlopige cijfers.
Werknemers met flexibele arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week.

Tot de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie behoren:
- Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast
- Werknemer tijdelijk >=1 jaar
- Werknemer tijdelijk <1 jaar
- Oproep/-invalkracht
- Uitzendkracht
- Werknemer flex, contract onbekend.

Het betreft voorlopige cijfers.
Percentage zelfstandigen
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.

Het betreft voorlopige cijfers.