Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning, gemeente

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Eigenaar/huurder Huishoudens- en woningkenmerken Regio's Aantal huishoudens (x 1 000) Gemiddelde woonlasten en woonquote Totale woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Netto woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Bijkomende woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Woonquote (%)
Totaal Inkomen: eerste kwintiel Beek (L.) 1,0 576 423 152 32,9
Beekdaelen 2,1 619 428 191 35,3
Hilvarenbeek 0,6 667 517 150 37,2
Laarbeek 1,2 589 439 150 32,9
Inkomen: tweede kwintiel Beek (L.) 1,5 686 463 223 27,6
Beekdaelen 3,3 697 448 249 27,5
Hilvarenbeek 1,1 694 483 211 27,5
Laarbeek 1,9 686 470 216 26,3
Inkomen: derde kwintiel Beek (L.) 1,6 828 570 258 22,5
Beekdaelen 3,5 836 563 273 22,2
Hilvarenbeek 1,3 824 585 239 22,2
Laarbeek 2,1 834 585 249 21,4
Inkomen: vierde kwintiel Beek (L.) 1,6 939 665 274 18,0
Beekdaelen 3,5 940 654 286 18,1
Hilvarenbeek 1,6 950 699 251 18,2
Laarbeek 2,2 979 719 260 18,3
Inkomen: vijfde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen 3,2 1.132 820 312 14,2
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek 2,0 1.163 863 300 14,1
Eigenaar Inkomen: eerste kwintiel Beek (L.) 0,2 817 563 254 43,4
Beekdaelen 0,5 773 517 255 40,8
Hilvarenbeek 0,1 842 613 229 42,9
Laarbeek 0,2 774 562 212 41,4
Inkomen: tweede kwintiel Beek (L.) 0,8 661 404 257 26,1
Beekdaelen 1,9 670 399 271 25,4
Hilvarenbeek 0,6 664 426 239 26,3
Laarbeek 0,9 669 422 247 24,6
Inkomen: derde kwintiel Beek (L.) 1,3 804 536 268 21,6
Beekdaelen 2,9 818 542 276 21,5
Hilvarenbeek 1,1 791 543 248 21,2
Laarbeek 1,6 815 559 256 20,6
Inkomen: vierde kwintiel Beek (L.) 1,5 934 658 277 17,8
Beekdaelen 3,3 933 646 287 17,9
Hilvarenbeek 1,4 934 681 254 17,8
Laarbeek 2,0 971 709 262 18,0
Inkomen: vijfde kwintiel Beek (L.) 1,4 1.080 776 304 14,0
Beekdaelen 3,1 1.129 817 312 14,1
Hilvarenbeek 1,7 1.193 902 291 14,0
Laarbeek 1,9 1.154 855 299 14,0
Huurder Inkomen: eerste kwintiel Beek (L.) 0,8 518 390 128 30,4
Beekdaelen 1,6 567 397 170 33,5
Hilvarenbeek 0,5 613 487 126 35,5
Laarbeek 1,0 553 415 138 31,2
Inkomen: tweede kwintiel Beek (L.) 0,8 713 525 188 29,1
Beekdaelen 1,4 733 513 220 30,3
Hilvarenbeek 0,5 734 561 173 29,1
Laarbeek 0,9 703 518 185 28,1
Inkomen: derde kwintiel Beek (L.) 0,3 933 717 215 26,5
Beekdaelen 0,5 938 684 254 25,8
Hilvarenbeek 0,2 971 771 199 26,9
Laarbeek 0,4 908 686 222 24,6
Inkomen: vierde kwintiel Beek (L.) 0,1 992 754 238 20,1
Beekdaelen 0,2 1.036 758 278 20,7
Hilvarenbeek 0,1 1.114 887 227 22,3
Laarbeek 0,2 1.050 805 245 20,9
Inkomen: vijfde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen . . . . .
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek . . . . .
Huurder van een woningcorporatie Inkomen: eerste kwintiel Beek (L.) 0,7 469 349 120 27,4
Beekdaelen 1,2 501 349 152 29,9
Hilvarenbeek 0,4 485 379 106 28,4
Laarbeek 0,9 491 364 126 28,0
Inkomen: tweede kwintiel Beek (L.) 0,6 649 471 178 26,9
Beekdaelen 1,1 676 467 209 28,6
Hilvarenbeek 0,4 637 482 154 26,8
Laarbeek 0,8 647 473 174 26,4
Inkomen: derde kwintiel Beek (L.) 0,2 821 613 208 22,3
Beekdaelen 0,3 852 609 243 23,0
Hilvarenbeek 0,1 818 642 175 22,8
Laarbeek 0,3 779 577 202 21,2
Inkomen: vierde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen 0,1 895 639 256 17,1
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek 0,1 826 604 222 16,1
Inkomen: vijfde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen . . . . .
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek . . . . .
Huurder van een niet-woningcorporatie Inkomen: eerste kwintiel Beek (L.) 0,1 796 621 175 47,3
Beekdaelen 0,4 792 561 231 45,9
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek 0,1 921 712 208 50,4
Inkomen: tweede kwintiel Beek (L.) 0,2 903 684 219 35,7
Beekdaelen 0,3 959 696 263 37,1
Hilvarenbeek 0,1 1.036 804 232 36,3
Laarbeek 0,1 1.003 762 241 37,2
Inkomen: derde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen . . . . .
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek . . . . .
Inkomen: vierde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen . . . . .
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek . . . . .
Inkomen: vijfde kwintiel Beek (L.) . . . . .
Beekdaelen . . . . .
Hilvarenbeek . . . . .
Laarbeek . . . . .
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de woonlasten van particuliere huishoudens in een woonruimte met een woonfunctie in voorraad (exclusief studentenhuishoudens en andere huishoudens die een adres delen). De cijfers worden gepresenteerd voor zowel eigenaren als voor huurders van een woningcorporatie en huurders van een niet-woningcorporatie en kunnen verder worden uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het huishouden en de woning.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2018

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 zijn definitief, de cijfers over verslagjaar 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 5 juni 2025:
De definitieve cijfers 2022 en de voorlopige cijfers 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over verslagjaar 2024 komen beschikbaar in Q1 van 2026.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Gemiddelde woonlasten en woonquote
Totale woonlasten
Totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen. Naast de netto woonlasten van huurders en eigenaren zijn ook de bijkomende woonlasten meegenomen. Deze variabele is een aggregatie van de verschillende woonlasten bestanddelen.
Netto woonlasten
Bij huurders betreft dit de kale huur verminderd met de eventuele huurtoeslag. Bij eigenaren betreft dit de hypotheeklasten, maar ook de OZB belasting, opstalverzekering, onderhoudskosten en indien van toepassing de erfpacht.
Bijkomende woonlasten
Woonlasten die ieder zelfstandig huishouden heeft, zowel huurders als eigenaren. Dit betreft de belastingen geheven door de gemeenten en de openbare lichamen en de kosten van energie en waterverbruik.
Woonquote
Het percentage van het besteedbaar huishoudinkomen dat besteed wordt aan de totale woonlasten. Het gehanteerde inkomen bij de Woonbase betreft het betaalbudget. Het betaalbudget is het netto inkomen uit tegenwoordige of verleden arbeid, uit kapitaal en uitkeringen, dus na aftrek van belastingen en premies. In afwijking van het besteedbare inkomen worden hier geen uitgaven in verrekend (zoals betaalde hypotheekrente en premie zorgverzekering) en ook geen compensaties voor uitgaven (zoals toeslagen en belastingteruggave voor de eigen woning). De totale woonlasten van huishoudens bevat de netto woonlasten plus de bijkomende woonlasten.