Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning, gemeente

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Eigenaar/huurder Huishoudens- en woningkenmerken Aantal huishoudens (x 1 000) Gemiddelde woonlasten en woonquote Totale woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Netto woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Bijkomende woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Woonquote (%)
Totaal Inkomen: eerste kwintiel 2,0 659 506 153 34,9
Inkomen: tweede kwintiel 3,0 773 571 203 28,8
Inkomen: derde kwintiel 3,4 915 675 240 22,8
Inkomen: vierde kwintiel 4,5 1.020 764 256 18,6
Inkomen: vijfde kwintiel 5,8 1.198 917 281 14,4
Eigenaar Inkomen: eerste kwintiel 0,4 910 683 227 42,8
Inkomen: tweede kwintiel 1,1 794 548 246 27,2
Inkomen: derde kwintiel 2,4 877 627 250 21,5
Inkomen: vierde kwintiel 3,9 1.002 743 259 18,2
Inkomen: vijfde kwintiel 5,5 1.192 909 283 14,2
Huurder Inkomen: eerste kwintiel 1,6 596 462 134 32,9
Inkomen: tweede kwintiel 1,9 762 583 179 29,6
Inkomen: derde kwintiel 1,0 1.011 798 213 26,3
Inkomen: vierde kwintiel 0,6 1.136 898 238 21,3
Inkomen: vijfde kwintiel 0,4 1.291 1.035 256 17,2
Huurder van een woningcorporatie Inkomen: eerste kwintiel 1,4 520 395 124 29,3
Inkomen: tweede kwintiel 1,6 694 526 169 28,0
Inkomen: derde kwintiel 0,6 886 684 202 23,6
Inkomen: vierde kwintiel 0,3 978 750 228 18,3
Inkomen: vijfde kwintiel 0,1 1.064 823 241 14,6
Huurder van een niet-woningcorporatie Inkomen: eerste kwintiel 0,2 1.096 898 198 56,7
Inkomen: tweede kwintiel 0,3 1.102 873 229 37,8
Inkomen: derde kwintiel 0,3 1.228 995 233 31,0
Inkomen: vierde kwintiel 0,3 1.304 1.055 249 24,5
Inkomen: vijfde kwintiel 0,2 1.405 1.141 264 18,6
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de woonlasten van particuliere huishoudens in een woonruimte met een woonfunctie in voorraad (exclusief studentenhuishoudens en andere huishoudens die een adres delen). De cijfers worden gepresenteerd voor zowel eigenaren als voor huurders van een woningcorporatie en huurders van een niet-woningcorporatie en kunnen verder worden uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het huishouden en de woning.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2018

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 zijn definitief, de cijfers over verslagjaar 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 5 juni 2025:
De definitieve cijfers 2022 en de voorlopige cijfers 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over verslagjaar 2024 komen beschikbaar in Q1 van 2026.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Gemiddelde woonlasten en woonquote
Totale woonlasten
Totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen. Naast de netto woonlasten van huurders en eigenaren zijn ook de bijkomende woonlasten meegenomen. Deze variabele is een aggregatie van de verschillende woonlasten bestanddelen.
Netto woonlasten
Bij huurders betreft dit de kale huur verminderd met de eventuele huurtoeslag. Bij eigenaren betreft dit de hypotheeklasten, maar ook de OZB belasting, opstalverzekering, onderhoudskosten en indien van toepassing de erfpacht.
Bijkomende woonlasten
Woonlasten die ieder zelfstandig huishouden heeft, zowel huurders als eigenaren. Dit betreft de belastingen geheven door de gemeenten en de openbare lichamen en de kosten van energie en waterverbruik.
Woonquote
Het percentage van het besteedbaar huishoudinkomen dat besteed wordt aan de totale woonlasten. Het gehanteerde inkomen bij de Woonbase betreft het betaalbudget. Het betaalbudget is het netto inkomen uit tegenwoordige of verleden arbeid, uit kapitaal en uitkeringen, dus na aftrek van belastingen en premies. In afwijking van het besteedbare inkomen worden hier geen uitgaven in verrekend (zoals betaalde hypotheekrente en premie zorgverzekering) en ook geen compensaties voor uitgaven (zoals toeslagen en belastingteruggave voor de eigen woning). De totale woonlasten van huishoudens bevat de netto woonlasten plus de bijkomende woonlasten.