Wmo-cliënten; type maatwerkvoorziening, persoonskenmerken, regio

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Kenmerken van personen Regio's Wmo-cliënten (aantal) Wmo-cliënten per 1 000 inwoners (per 1 000 inwoners)
Huishoudinkomen: Minder dan 10 000 euro Alphen aan den Rijn . .
Capelle aan den IJssel . .
Coevorden . .
Eijsden-Margraten . .
Geertruidenberg . .
Giessenlanden . .
Hardenberg . .
Den Helder . .
Heusden . .
Horst aan de Maas . .
IJsselstein . .
Krimpen aan den IJssel . .
Leeuwarden . .
Leiden . .
Leusden . .
Midden-Delfland . .
Midden-Drenthe . .
Midden-Groningen . .
Molenlanden . .
Noordenveld . .
Oldenzaal . .
Oostzaan . .
Oude IJsselstreek . .
Reusel-De Mierden . .
Rheden . .
Rijnwaarden . .
Uden . .
Valkenburg aan de Geul . .
Vijfheerenlanden . .
Voorne aan Zee . .
Wierden . .
Woerden . .
De Wolden . .
Woudenberg . .
Zaanstad . .
Huishoudinkomen: 10 000 tot 15 000 euro Alphen aan den Rijn . .
Capelle aan den IJssel . .
Coevorden . .
Eijsden-Margraten . .
Geertruidenberg . .
Giessenlanden . .
Hardenberg . .
Den Helder . .
Heusden . .
Horst aan de Maas . .
IJsselstein . .
Krimpen aan den IJssel . .
Leeuwarden 100 36
Leiden . .
Leusden . .
Midden-Delfland . .
Midden-Drenthe . .
Midden-Groningen . .
Molenlanden . .
Noordenveld . .
Oldenzaal . .
Oostzaan . .
Oude IJsselstreek . .
Reusel-De Mierden . .
Rheden . .
Rijnwaarden . .
Uden . .
Valkenburg aan de Geul . .
Vijfheerenlanden . .
Voorne aan Zee . .
Wierden . .
Woerden . .
De Wolden . .
Woudenberg . .
Zaanstad 100 39
Huishoudinkomen: 15 000 tot 20 000 euro Alphen aan den Rijn 600 127
Capelle aan den IJssel 700 158
Coevorden 400 201
Eijsden-Margraten 200 240
Geertruidenberg 200 197
Giessenlanden . .
Hardenberg 500 184
Den Helder 500 117
Heusden 400 215
Horst aan de Maas 400 243
IJsselstein 200 152
Krimpen aan den IJssel 200 145
Leeuwarden 1.200 113
Leiden 900 118
Leusden 100 99
Midden-Delfland . .
Midden-Drenthe 300 197
Midden-Groningen 700 146
Molenlanden 200 151
Noordenveld 300 204
Oldenzaal 300 179
Oostzaan . .
Oude IJsselstreek 400 193
Reusel-De Mierden . .
Rheden 500 170
Rijnwaarden . .
Uden . .
Valkenburg aan de Geul 200 192
Vijfheerenlanden 400 166
Voorne aan Zee 600 185
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel wordt het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) getoond. De cijfers zijn per gemeente beschikbaar en kunnen worden uitgesplitst naar type voorziening, leeftijd, huishoudinkomen, herkomst en geslacht.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.

Deze tabel is de opvolger van de tabellen 'Wmo-cliënten; type maatwerkvoorziening, persoonskenmerken, regio, 2019-2023' en 'Wmo-cliënten; type maatwerkarrangement, persoonskenmerken, regio, 2015-2020' (zie paragraaf 3, link 'Archief'). De nieuwe herkomstindeling is geïmplementeerd; voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van geboren in of buiten Nederland. Ook is opgenomen of ouders binnen of buiten Nederland zijn geboren, wanneer de persoon zelf wel in Nederland is geboren. Verder is de methode om de leeftijd van een Wmo-cliënt te bepalen veranderd en zijn er andere kleinere verbeteringen doorgevoerd. De cijfers zijn door de wijzigingen minder goed te vergelijken met de voorgaande tabellen.

Door de verbeterde methode is het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening op landelijk niveau per jaar gemiddeld afgenomen met:
- 2023 (0,05 procent)
- 2022 (0,25 procent)
- 2021 (0,32 procent)
- 2020 (0,53 procent)
- 2019 (0,34 procent)
- 2018 (7,84 procent)
- 2017 (5,70 procent)
Per halfjaar is het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening op landelijk niveau gemiddeld afgenomen met:
- 1e halfjaar 2023 (0,05 procent) en 2e halfjaar 2023 (0,03 procent)
- 1e halfjaar 2022 (0,16 procent en 2e halfjaar 2022 (0,24 procent)
- 1e halfjaar 2021 (0,42 procent en 2e halfjaar 2021 (0,25 procent)
- 1e halfjaar 2020 (0,34 procent en 2e halfjaar 2020 (0,45 procent)
- 1e halfjaar 2019 (0,31 procent en 2e halfjaar 2019 (0,24 procent)
- 1e halfjaar 2018 (9,06 procent) en 2e halfjaar 2018 (5,70 procent)
- 1e halfjaar 2017 (4,95 procent) en 2e halfjaar 2017 (6,10 procent)

Voor meer informatie over de wijzigingen en de gevolgen, zie de korte onderzoekbeschrijving, paragraaf 4.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017

Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn nader voorlopig. De cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.
De landelijke cijfers voor het eerste halfjaar van 2024 en over 2023 van Verblijf en Opvang en beschermd wonen zijn een som van alle gemeenten, omdat deze categorieën compleet zijn aangeleverd door centrumgemeenten.

Wijzigingen per 23 juli 2025:
In de verslagperioden 2019 tot en met 2022 waren de cijfers over beschermd wonen abusievelijk op gemeenteniveau weergegeven in plaats van op het niveau van de centrumgemeente. Dit is hersteld.

Wijzigingen per 13 mei 2025:
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn vervangen door nader voorlopige cijfers.
- De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en 2024 zijn toegevoegd.
- Er zijn categorieën toegevoegd aan 'Type maatwerkvoorziening': begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen. De voorgaande jaren zijn aangevuld met deze cijfers en vanaf heden worden deze cijfers halfjaarlijks geactualiseerd.

Wijzigingen per 10 januari 2025:
De absolute cijfers over het huishoudensinkomen zijn afgerond op honderdtallen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De definitieve cijfers over het eerste halfjaar van 2024, het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 worden in december 2025 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Wmo-cliënten
Aantal personen dat ten minste één maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft gehad.
Wmo-cliënten per 1 000 inwoners
Aantal personen dat ten minste één maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft gehad, uitgedrukt per 1.000 inwoners van de betreffende bevolkingsgroep.