Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Bedrijfstakken branches (SBI 2008) Perioden Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde prijsniveau 2021 Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Prijsindexcijfers Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (2021 =100)
A-U Alle economische activiteiten 2010 575.705 666.890 86,3
2011 589.169 681.034 86,5
2012 593.115 675.985 87,7
2013 598.320 678.483 88,2
2014 609.309 689.703 88,3
2015 627.626 703.025 89,3
2016 644.312 718.804 89,6
2017 671.934 738.833 90,9
2018 703.557 755.173 93,2
2019 739.508 773.227 95,6
2020 726.149 742.117 97,8
2021 791.730 791.730 100,0
2022 888.174 836.696 106,2
C Industrie 2010 62.837 69.948 89,8
2011 66.266 73.485 90,2
2012 66.223 73.133 90,6
2013 64.215 72.804 88,2
2014 65.571 74.338 88,2
2015 70.958 75.236 94,3
2016 73.940 77.358 95,6
2017 79.216 82.775 95,7
2018 83.919 86.789 96,7
2019 86.468 87.772 98,5
2020 85.598 86.163 99,3
2021 95.886 95.886 100,0
2022 102.836 100.585 102,2
F Bouwnijverheid 2010 29.984 32.548 92,1
2011 29.686 32.828 90,4
2012 27.183 30.050 90,5
2013 25.598 28.171 90,9
2014 25.828 28.896 89,4
2015 26.128 30.643 85,3
2016 28.180 33.633 83,8
2017 29.966 36.136 82,9
2018 32.629 37.955 86,0
2019 36.247 40.254 90,0
2020 38.666 39.945 96,8
2021 41.332 41.332 100,0
2022 43.981 43.938 100,1
45 Autohandel en -reparatie 2010 7.527 10.100 74,5
2011 7.786 10.450 74,5
2012 7.545 9.652 78,2
2013 7.575 8.956 84,6
2014 7.579 8.874 85,4
2015 7.932 9.693 81,8
2016 8.323 9.817 84,8
2017 8.832 10.354 85,3
2018 9.298 10.892 85,4
2019 9.981 11.276 88,5
2020 9.915 10.424 95,1
2021 10.477 10.477 100,0
2022 11.119 10.443 106,5
46 Groothandel en handelsbemiddeling 2010 43.647 48.125 90,7
2011 45.401 51.126 88,8
2012 46.603 51.787 90,0
2013 49.500 54.696 90,5
2014 50.538 56.856 88,9
2015 52.955 58.008 91,3
2016 54.555 60.610 90,0
2017 56.497 61.851 91,3
2018 59.397 64.227 92,5
2019 64.017 67.242 95,2
2020 63.450 66.484 95,4
2021 74.656 74.656 100,0
2022 77.603 73.127 106,1
47 Detailhandel (niet in auto's) 2010 20.832 25.088 83,0
2011 21.265 25.530 83,3
2012 21.516 25.241 85,2
2013 21.782 24.387 89,3
2014 21.800 24.838 87,8
2015 22.661 25.919 87,4
2016 23.848 26.324 90,6
2017 25.296 27.419 92,3
2018 26.487 28.204 93,9
2019 28.277 29.323 96,4
2020 30.077 30.406 98,9
2021 32.386 32.386 100,0
2022 33.160 33.455 99,1
H Vervoer en opslag 2010 25.633 33.079 77,5
2011 25.811 34.284 75,3
2012 26.418 34.636 76,3
2013 27.247 34.419 79,2
2014 28.688 35.323 81,2
2015 30.824 35.199 87,6
2016 31.135 34.742 89,6
2017 32.437 36.123 89,8
2018 33.015 36.310 90,9
2019 34.710 37.276 93,1
2020 30.329 30.633 99,0
2021 34.289 34.289 100,0
2022 43.945 39.356 111,7
J Informatie en communicatie 2010 27.843 26.497 105,1
2011 27.886 27.017 103,2
2012 27.633 27.284 101,3
2013 27.602 27.762 99,4
2014 27.924 28.600 97,6
2015 28.817 29.749 96,9
2016 30.005 31.041 96,7
2017 31.006 32.653 95,0
2018 32.358 33.772 95,8
2019 34.452 35.404 97,3
2020 36.960 37.002 99,9
2021 39.019 39.019 100,0
2022 44.323 44.582 99,4
M Specialistische zakelijke diensten 2010 48.082 51.842 92,7
2011 49.619 53.393 92,9
2012 49.397 53.739 91,9
2013 49.251 53.503 92,1
2014 51.591 55.960 92,2
2015 54.992 58.555 93,9
2016 56.939 59.982 94,9
2017 59.523 62.057 95,9
2018 62.456 63.985 97,6
2019 65.436 65.624 99,7
2020 67.882 68.628 98,9
2021 74.731 74.731 100,0
2022 81.277 79.978 101,6
N Verhuur en overige zakelijke diensten 2010 31.591 40.589 77,8
2011 33.115 41.944 78,9
2012 34.014 42.486 80,1
2013 34.960 42.745 81,8
2014 36.930 44.544 82,9
2015 40.896 48.865 83,7
2016 45.813 53.954 84,9
2017 49.575 57.079 86,9
2018 53.597 59.524 90,0
2019 58.358 62.365 93,6
2020 49.586 50.452 98,3
2021 56.303 56.303 100,0
2022 64.054 61.058 104,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens van de nationale rekeningen over de opbouw van de totale toegevoegde waarde vanuit de productie en inkomensvorming. Van verschillende bedrijfstakken wordt de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde en de inkomenscomponenten weergegeven.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De gegevens van 1995 tot en met 2023 zijn definitief. De gegevens over 2024 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 24 juni 2025:
Data van 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na zes maanden voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Toegevoegde waarde vanuit productie
De opbouw van de totaal toegevoegde waarde vanuit de productie. Het wordt berekend als de output minus het intermediair verbruik van alle bedrijfstakken. De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren.
Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.

Waarde prijsniveau 2021
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van het basisjaar 2021. Hiertoe zijn inflatiecorrecties gebruikt. Zonder dergelijke correcties spreekt men van waarde in werkelijke prijzen.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Prijsindexcijfers
Het gewogen gemiddelde van de prijsveranderingen van de onderdelen van een bepaalde variabele. Deflatoren ten opzichte van het referentiejaar 2021.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.