Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Persoonskenmerken Marges Perioden Langdurige aandoeningen Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden Chronische gewrichtsontsteking (%) Beperkingen Personen met GALI beperking, 4 of ouder GALI beperking (%) Beperkingen Personen met GALI beperking, 4 of ouder GALI beperking, ernstig (%) Beperkingen Personen met GALI beperking, 4 of ouder GALI beperking, niet ernstig (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in horen (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in zien (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in bewegen (%) Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Medicijngebruik, afgelopen 14 dagen Personen met voorgeschreven medicijnen (%) Medicijngebruik, afgelopen 14 dagen Personen niet-voorgeschreven medicijnen (%) Medische contacten Contact met huisarts Personen met minimaal 1 contact (%) Medische contacten Contact met specialist Personen met minimaal 1 contact (%) Medische contacten Contact tandarts en mondhygiënist Tandarts Personen met minimaal 1 contact (%) Medische contacten Contact met fysio- en oefentherapeut Personen met minimaal 1 contact (%) Medische contacten Contact psycholoog/psychiater,4 of ouder Personen met minimaal 1 contact (%) Medische contacten Personen beh. door alternatief genezer (%) Medische contacten Personen die thuiszorg ontvingen (%)
Totaal personen Waarde 2024 6,6 31,7 5,8 25,9 12,7 3,8 3,5 8,8 11,9 21,2 40,4 43,0 67,0 39,6 81,9 26,6 11,0 6,1 6,1
Totaal personen Ondergrens 95%-interval 2024 6,1 30,8 5,3 25,0 12,0 3,4 3,1 8,2 10,8 19,9 39,4 42,0 66,0 38,6 81,1 25,7 10,3 5,6 5,6
Totaal personen Bovengrens 95%-interval 2024 7,2 32,7 6,4 26,8 13,5 4,3 4,0 9,5 13,1 22,7 41,4 44,1 68,0 40,7 82,7 27,5 11,7 6,6 6,6
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 Waarde 2024 14,6 52,1 11,7 40,4 27,6 8,2 7,4 21,5 18,8 29,1 63,0 40,6 72,3 48,9 69,8 31,2 8,7 3,7 12,6
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 Ondergrens 95%-interval 2024 12,9 49,6 10,1 38,0 25,4 6,9 6,1 19,5 16,6 26,5 60,5 38,1 69,9 46,3 67,4 28,9 7,3 2,8 11,0
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 Bovengrens 95%-interval 2024 16,4 54,6 13,4 42,9 29,9 9,7 8,9 23,7 21,3 31,9 65,4 43,1 74,5 51,4 72,1 33,6 10,3 4,8 14,4
Onderwijsniveau: basisonderwijs Waarde 2024 16,1 56,0 14,9 41,0 35,7 10,7 12,3 28,1 26,4 38,5 63,4 42,1 72,1 47,5 61,9 30,0 9,4 1,9 13,9
Onderwijsniveau: basisonderwijs Ondergrens 95%-interval 2024 13,1 51,3 11,9 36,6 31,4 8,1 9,5 24,1 21,9 33,4 58,8 37,6 67,6 43,0 57,3 25,9 7,0 0,9 11,1
Onderwijsniveau: basisonderwijs Bovengrens 95%-interval 2024 19,6 60,5 18,6 45,6 40,3 14,1 15,8 32,4 31,5 44,0 67,8 46,8 76,1 52,2 66,2 34,3 12,6 4,0 17,3
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep Waarde 2024 9,0 44,5 12,6 31,9 24,7 7,8 7,2 17,6 20,9 36,3 45,2 42,4 70,9 41,3 74,1 22,9 16,1 4,0 9,8
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep Ondergrens 95%-interval 2024 7,5 41,4 10,7 29,1 22,0 6,2 5,6 15,3 17,1 31,6 42,3 39,5 68,0 38,4 71,3 20,5 13,9 2,9 8,2
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep Bovengrens 95%-interval 2024 10,9 47,5 14,8 34,8 27,6 9,8 9,1 20,2 25,3 41,2 48,3 45,4 73,6 44,3 76,7 25,6 18,5 5,4 11,7
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep Waarde 2024 10,1 39,2 7,2 32,0 20,2 6,2 4,0 15,5 17,6 29,9 49,6 41,5 67,7 43,3 75,1 26,7 10,4 4,8 10,6
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep Ondergrens 95%-interval 2024 8,7 36,7 6,0 29,6 18,1 5,0 3,0 13,6 15,0 26,7 47,0 39,0 65,2 40,8 72,8 24,5 8,9 3,8 9,1
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep Bovengrens 95%-interval 2024 11,7 41,7 8,6 34,5 22,5 7,6 5,2 17,5 20,6 33,4 52,2 44,1 70,1 45,9 77,3 29,1 12,1 6,1 12,3
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep Waarde 2024 6,4 31,7 5,5 26,2 13,3 3,5 3,8 8,9 13,0 22,5 40,7 43,8 67,5 39,5 84,0 27,8 8,5 5,9 5,8
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep Ondergrens 95%-interval 2024 5,4 29,6 4,5 24,3 11,7 2,7 3,0 7,6 10,7 19,6 38,5 41,6 65,4 37,4 82,2 25,8 7,3 4,9 4,8
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep Bovengrens 95%-interval 2024 7,6 33,8 6,6 28,3 15,0 4,5 4,9 10,3 15,6 25,6 42,9 46,1 69,6 41,8 85,6 29,9 9,9 7,0 6,9
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep Waarde 2024 5,1 27,6 3,8 23,8 7,5 2,2 3,0 4,5 5,5 13,3 38,0 42,9 65,7 39,5 86,1 27,9 11,4 7,6 3,4
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep Ondergrens 95%-interval 2024 4,2 25,8 3,0 22,1 6,4 1,7 2,3 3,7 4,1 11,1 36,0 40,8 63,7 37,5 84,6 26,1 10,1 6,6 2,8
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep Bovengrens 95%-interval 2024 6,0 29,5 4,7 25,7 8,8 3,0 3,8 5,5 7,4 15,9 40,0 44,9 67,7 41,6 87,5 29,8 12,8 8,8 4,3
Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep Waarde 2024 4,4 22,8 2,7 20,1 4,6 1,3 1,4 2,8 5,6 9,5 34,4 43,6 65,7 36,6 87,2 27,5 9,7 6,9 3,4
Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep Ondergrens 95%-interval 2024 3,7 21,2 2,1 18,5 3,8 0,9 1,0 2,2 4,2 7,7 32,5 41,6 63,8 34,7 85,8 25,8 8,5 6,0 2,7
Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep Bovengrens 95%-interval 2024 5,3 24,6 3,5 21,8 5,6 1,9 2,0 3,6 7,3 11,6 36,3 45,6 67,6 38,5 88,5 29,3 11,0 8,0 4,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 19 maart 2025
Cijfers over de periode 2024 werden toegevoegd.
De tabel werd uitgebreid met een aantal nieuwe variabelen.
Naast het percentage mensen met een (zeer) goede ervaren gezondheid wordt nu ook het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren gezondheid weergegeven.
Ook voor ervaren mondgezondheid is het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren mondgezondheid toegevoegd. Daarnaast is informatie over mondklachten (tand- of kiespijn en bloedend tandvlees) voor personen van 12 jaar of ouder toegevoegd. Voor mensen van 65 jaar of ouder is informatie over functionele klachten toegevoegd (kauwen van voedsel en doorslikken van voedsel).
Informatie over het poetsen van tanden/kiezen en informatie over flossen, stoken, ragen voor personen van 1 jaar of ouder is toegevoegd. Tenslotte is er een variabele “Contact tandarts en/of mondhygiënist ” toegevoegd en wordt ‘Contact mondhygiënist’ weergegeven voor de hele bevolking en niet meer vanaf 12 jaar of ouder.
Cijfers over het gemiddeld aantal ‘OESO-beperkingen per persoon in de bevolking’ en over het gemiddeld aantal ‘OESO- beperkingen per persoon met minstens 1 beperking’ voor onderwijsniveau, inkomen en vermogen in 2014 werden verbeterd.

Wijzigingen per 10 september 2024
De onderwerpmap ‘Mental Health Inventory (MHI-5), 12 plus’ werd toegevoegd. Binnen deze map staan twee onderwerpen. Ten eerste het nieuwe onderwerp ‘angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk’. Ten tweede het onderwerp ‘psychische klachten, afgelopen 4 weken’. Dit laatste onderwerp was eerder in deze tabel te vinden onder de naam ‘psychische klachten (MHI-5<60), 12 plus’.
Verder werd onder de map ‘beperkingen’ de submap ‘personen met GALI-beperking, 4 jaar of ouder’ toegevoegd. In die submap zijn drie onderwerpen te vinden. Ten eerste het onderwerp ‘GALI-beperking’. Dit betreft de cijfers die eerder rechtstreeks onder de map ‘beperkingen’ waren te vinden onder de naam ‘Personen met GALI beperking, 4 of ouder’. Ten tweede het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, ernstig’. En ten derde het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, niet ernstig’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2026 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2025.

Toelichting onderwerpen

Langdurige aandoeningen
Aan alle respondenten wordt gevraagd: Heeft u / uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer. Vervolgens worden verschillende aandoeningen en een restcategorie 'overige aandoeningen' voorgelegd en gevraagd of mensen deze aandoening in de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Van drie van die aandoeningen wordt ook gevraagd of men die ooit heeft gehad. Daarnaast wordt (uitgebreider) gevraagd naar suikerziekte (diabetes). De meeste vragen naar specifieke langdurige aandoeningen worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Aandoeningen die niet vaak voorkomen bij jongeren worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden
Chronische gewrichtsontsteking
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft of had u / uw kind in de afgelopen 12 maanden chronische gewrichtsontsteking, zoals ontstekingsreuma, chronische reuma, reumatoïde artritis?
Beperkingen
Beperkingen
Er worden 3 indicatoren voor lichamelijke beperkingen berekend:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar en.
c de iADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
Daarnaast wordt een globale vraag over beperkingen gesteld (GALI-indicator).
Personen met GALI beperking, 4 of ouder
Percentage personen dat vanwege problemen met de gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen / kinderen gewoonlijk doen. Hieronder vallen zowel de mensen die aangeven dat ze ‘ernstig beperkt’ zijn als de mensen die aangeven dat ze ‘wel beperkt maar niet ernstig’ zijn.
Deze internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking wordt de GALI-indicator genoemd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator. Deze indicator wordt bepaald voor personen van 4 jaar of ouder.
In 2014 en vanaf 2019 wordt deze indicator bepaald aan de hand van 2 vragen, in de periode 2015 tot en met 2018 zijn beide vragen in 1 vraag gecombineerd. Dit lijkt de uitkomst echter niet of nauwelijks te hebben beïnvloed.

GALI beperking
Percentage personen van 4 jaar of ouder met een GALI beperking
GALI beperking, ernstig
Percentage personen van 4 jaar of ouder met een ernstige beperking volgens de GALI indicator. Deze mensen hebben aangegeven ernstig beperkt te zijn in activiteiten die mensen/kinderen gewoonlijk doen.
GALI beperking, niet ernstig
Percentage personen van 4 jaar of ouder met een GALI beperking maar aangeven dat deze beperking niet ernstig is.
Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder
De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen, zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen.
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Personen met beperking in horen
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in horen (volgens de OESO indicator).
Personen met beperking in zien
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in zien (volgens de OESO indicator).
Personen met beperking in bewegen
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 3 vragen naar beperkingen in bewegen (volgens de OESO indicator).
Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder
De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd op vragen over de volgende 11 verrichtingen:
1. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
2. In- en uit bed stappen
3. De trap op- en aflopen
4. Eten en drinken
5. Aan- en uitkleden
6. Het gezicht en de handen wassen
7. In bad gaan of douchen
8. Van het toilet gebruik maken
9. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
10. De woning verlaten en binnengaan
11. Zich verplaatsen buitenshuis
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. De eerste drie vragen kennen een 5e antwoordcategorie: zelfs niet met hulp van anderen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 ADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 11 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' of ‘zelfs niet met hulp van anderen’ antwoordt.
Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder
De IADL (instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen) vraagt naar huishoudelijke activiteiten waar sommige mensen moeite mee kunnen hebben als gevolg van gezondheidsproblemen. De IADL-indicator is gebaseerd op vragen over de volgende 7 verrichtingen:
1. Maaltijden bereiden
2. Telefoneren
3. Boodschappen doen
4. Op tijd de juiste medicijnen innemen
5. Licht huishoudelijk werk
6. Zwaar huishoudelijk werk
7. Het bijhouden van geldzaken en dagelijkse administratie
De 5 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan ik niet; niet van toepassing / heb ik nooit gedaan of hoeven doen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 IADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Medicijngebruik, afgelopen 14 dagen
Deze vragen gaan over het gebruik van medicijnen en het gebruik van kruidengeneesmiddelen of vitamines, wel of niet voorgeschreven door een arts. De vragen zijn gesteld aan respondenten van alle leeftijden.
Personen met voorgeschreven medicijnen
Percentage personen dat in de 14 dagen voorafgaand aan de enquêtedatum medicijnen heeft gebruikt die waren voorgeschreven door een arts. De anticonceptiepil wordt hier buiten beschouwing gelaten.
Personen niet-voorgeschreven medicijnen
Percentage personen dat in de 14 dagen voorafgaand aan de enquêtedatum medicijnen, kruidengeneesmiddelen of vitamines heeft gebruikt die niet waren voorgeschreven door een arts.
Medische contacten
Aan personen wordt gevraagd of zij contact hebben gehad met de huisarts, de specialist, de tandarts, de mondhygiënist, de orthodontist , de fysio- en oefentherapeut, de psycholoog, psychotherapeut of psychiater, en of zij behandeld zijn door een alternatief genezer. Ook wordt gevraagd naar ziekenhuisopnamen of dagopnamen, of mensen thuiszorg hebben ontvangen. De meeste vragen naar medische contacten worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Voor kinderen tot 12 jaar worden deze vragen door de ouder/verzorger beantwoord. Contacten die niet vaak voorkomen bij kinderen worden gesteld vanaf een hogere leeftijd.
Contact met huisarts
Vanaf 2021 is de inleidende tekst voor de vraag over huisartscontacten gewijzigd in: Nu iets over contacten met de huisarts. Denkt u hierbij aan bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken, telefonische consulten, beeldbellen , contacten via e-mail of andere e-consulten. Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost moet u ook meetellen. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige moet u niet meetellen.
Tot 2021 was de inleidende tekst‘ Contacten met de huisarts zijn bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken en telefonische consulten. Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost tellen hierbij ook mee. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige tellen niet mee'. Gevraagd wordt naar contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum. De vragen worden aan respondenten van alle leeftijden gesteld.
Personen met minimaal 1 contact
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.
Contact met specialist
Vanaf 2021 is de inleidende tekst voor de vraag naar specialist gewijzigd in: ‘Nu iets over contacten met specialisten. Denk hierbij aan contacten met specialisten op de polikliniek, op een afdeling in het ziekenhuis, op de spoedeisende hulp, in een praktijk buiten het ziekenhuis of in een privékliniek. Denk ook aan telefonische consulten, beeldbellen, contacten via e-mail of andere e-consulten. (Contacten met specialisten tijdens een ziekenhuis- of dagopname moet u hier niet meetellen.) Tot 2021 was de tekst: 'Contacten met de specialist kunnen plaatsvinden op de polikliniek, op een afdeling in het ziekenhuis, op de spoedeisende hulp, in een praktijk buiten het ziekenhuis of in een privékliniek. Contacten met specialisten tijdens een ziekenhuis- of dagopname tellen niet mee.’
Personen met minimaal 1 contact
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.
Contact tandarts en mondhygiënist
Tandarts
Bezoeken aan de tandarts. Contacten met de mondhygiënist, orthodontist en kaakchirurg tellen niet mee. De vragen worden gesteld aan iedereen van 1 jaar of ouder. Van kinderen van 0 jaar wordt aangenomen dat ze niet naar de tandarts zijn geweest.
Personen met minimaal 1 contact
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.
Contact met fysio- en oefentherapeut
Cijfers over fysiotherapie en oefentherapie. Fysiotherapie en oefentherapie tijdens ziekenhuis- of dagopname tellen niet mee.
Personen met minimaal 1 contact
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.
Contact psycholoog/psychiater,4 of ouder
Cijfers over contacten met de psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Deze vragen worden gesteld aan personen van 4 jaar of ouder. Voor kinderen jonger dan 12 jaar worden deze vragen beantwoord door de ouder/verzorger.
Personen met minimaal 1 contact
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.
Personen beh. door alternatief genezer
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum onder behandeling zegt te zijn geweest bij een alternatieve genezer.
Personen die thuiszorg ontvingen
Percentage personen dat in de 12 maanden voorafgaand aan het interview thuis betaalde hulp of zorg vanwege problemen met de gezondheid ontvangt. Het gaat bijvoorbeeld om hulp in het huishouden, hulp bij persoonlijke verzorging, verpleging, kraamzorg of een maaltijdservice zoals ‘tafeltje-dek-je’. Bij betaalde hulp gaat het om hulp betaald door iemand zelf of door een instantie.