Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken
| Persoonskenmerken | Marges | Perioden | Langdurige aandoeningen 1 of meer langdurige aandoeningen (%) | Langdurige aandoeningen Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden Overige aandoeningen (%) | Langdurige aandoeningen Langdurige aandoeningen, ooit gehad Beroerte, 12 jaar of ouder (%) | Langdurige aandoeningen Langdurige aandoeningen, ooit gehad Hartinfarct, 12 jaar of ouder (%) | Langdurige aandoeningen Langdurige aandoeningen, ooit gehad Kanker (%) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Beperkingen per persoon (aantal) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Beperkingen per persoon met beperking (aantal) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in horen (%) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in zien (%) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met beperking in bewegen (%) | Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) | Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon (aantal) | Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon met beperking (aantal) | Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) | Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon (aantal) | Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Beperkingen per persoon met beperking (aantal) | Medische contacten Ziekenhuisopname in afgelopen 12 maanden Opname met overnachtingen (%) | Medische contacten Personen die thuiszorg ontvingen (%) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep | Waarde | 2024 | 38,7 | 15,4 | 4,6 | 3,6 | 6,7 | 24,7 | 0,5 | 2,1 | 7,8 | 7,2 | 17,6 | 20,9 | 0,6 | . | 36,3 | 0,7 | 2,0 | 8,7 | 9,8 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 35,8 | 13,4 | 3,4 | 2,6 | 5,4 | 22,0 | 0,4 | 1,9 | 6,2 | 5,6 | 15,3 | 17,1 | 0,4 | . | 31,6 | 0,6 | 1,8 | 7,2 | 8,2 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 41,7 | 17,7 | 6,1 | 4,9 | 8,3 | 27,6 | 0,6 | 2,3 | 9,8 | 9,1 | 20,2 | 25,3 | 0,8 | . | 41,2 | 0,9 | 2,3 | 10,6 | 11,7 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep | Waarde | 2024 | 37,2 | 14,6 | 4,8 | 5,0 | 11,6 | 20,2 | 0,4 | 2,0 | 6,2 | 4,0 | 15,5 | 17,6 | 0,5 | 2,7 | 29,9 | 0,6 | 1,9 | 8,3 | 10,6 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 34,7 | 12,9 | 3,8 | 4,0 | 10,1 | 18,1 | 0,3 | 1,8 | 5,0 | 3,0 | 13,6 | 15,0 | 0,4 | 2,3 | 26,7 | 0,5 | 1,7 | 7,0 | 9,1 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 39,7 | 16,5 | 6,1 | 6,3 | 13,3 | 22,5 | 0,5 | 2,1 | 7,6 | 5,2 | 17,5 | 20,6 | 0,6 | 3,2 | 33,4 | 0,7 | 2,1 | 9,8 | 12,3 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep | Waarde | 2024 | 31,8 | 12,5 | 3,5 | 3,3 | 7,7 | 13,3 | 0,2 | 1,8 | 3,5 | 3,8 | 8,9 | 13,0 | 0,3 | . | 22,5 | 0,4 | 1,9 | 5,8 | 5,8 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 29,8 | 11,1 | 2,7 | 2,5 | 6,7 | 11,7 | 0,2 | 1,6 | 2,7 | 3,0 | 7,6 | 10,7 | 0,2 | . | 19,6 | 0,4 | 1,7 | 4,9 | 4,8 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 34,0 | 14,1 | 4,4 | 4,2 | 8,9 | 15,0 | 0,3 | 2,0 | 4,5 | 4,9 | 10,3 | 15,6 | 0,4 | . | 25,6 | 0,5 | 2,1 | 6,9 | 6,9 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep | Waarde | 2024 | 28,8 | 13,7 | 2,3 | 2,9 | 6,8 | 7,5 | 0,1 | 1,9 | 2,2 | 3,0 | 4,5 | 5,5 | 0,1 | . | 13,3 | 0,2 | 1,7 | 5,3 | 3,4 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 27,0 | 12,3 | 1,7 | 2,3 | 5,9 | 6,4 | 0,1 | 1,7 | 1,7 | 2,3 | 3,7 | 4,1 | 0,1 | . | 11,1 | 0,2 | 1,4 | 4,4 | 2,8 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 30,7 | 15,2 | 3,0 | 3,8 | 7,9 | 8,8 | 0,2 | 2,2 | 3,0 | 3,8 | 5,5 | 7,4 | 0,2 | . | 15,9 | 0,3 | 2,0 | 6,3 | 4,3 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep | Waarde | 2024 | 24,7 | 12,6 | 2,1 | 1,6 | 6,7 | 4,6 | 0,1 | 1,7 | 1,3 | 1,4 | 2,8 | 5,6 | 0,1 | . | 9,5 | 0,2 | . | 4,6 | 3,4 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 23,0 | 11,3 | 1,6 | 1,2 | 5,8 | 3,8 | 0,1 | 1,5 | 0,9 | 1,0 | 2,2 | 4,2 | 0,1 | . | 7,7 | 0,1 | . | 3,8 | 2,7 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 26,5 | 13,9 | 2,7 | 2,2 | 7,7 | 5,6 | 0,1 | 2,0 | 1,9 | 2,0 | 3,6 | 7,3 | 0,2 | . | 11,6 | 0,2 | . | 5,5 | 4,2 |
| Bron: CBS. | |||||||||||||||||||||
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2014
Status van de cijfers: definitief
Wijzigingen per 19 maart 2025
Cijfers over de periode 2024 werden toegevoegd.
De tabel werd uitgebreid met een aantal nieuwe variabelen.
Naast het percentage mensen met een (zeer) goede ervaren gezondheid wordt nu ook het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren gezondheid weergegeven.
Ook voor ervaren mondgezondheid is het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren mondgezondheid toegevoegd. Daarnaast is informatie over mondklachten (tand- of kiespijn en bloedend tandvlees) voor personen van 12 jaar of ouder toegevoegd. Voor mensen van 65 jaar of ouder is informatie over functionele klachten toegevoegd (kauwen van voedsel en doorslikken van voedsel).
Informatie over het poetsen van tanden/kiezen en informatie over flossen, stoken, ragen voor personen van 1 jaar of ouder is toegevoegd. Tenslotte is er een variabele “Contact tandarts en/of mondhygiënist ” toegevoegd en wordt ‘Contact mondhygiënist’ weergegeven voor de hele bevolking en niet meer vanaf 12 jaar of ouder.
Cijfers over het gemiddeld aantal ‘OESO-beperkingen per persoon in de bevolking’ en over het gemiddeld aantal ‘OESO- beperkingen per persoon met minstens 1 beperking’ voor onderwijsniveau, inkomen en vermogen in 2014 werden verbeterd.
Wijzigingen per 10 september 2024
De onderwerpmap ‘Mental Health Inventory (MHI-5), 12 plus’ werd toegevoegd. Binnen deze map staan twee onderwerpen. Ten eerste het nieuwe onderwerp ‘angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk’. Ten tweede het onderwerp ‘psychische klachten, afgelopen 4 weken’. Dit laatste onderwerp was eerder in deze tabel te vinden onder de naam ‘psychische klachten (MHI-5<60), 12 plus’.
Verder werd onder de map ‘beperkingen’ de submap ‘personen met GALI-beperking, 4 jaar of ouder’ toegevoegd. In die submap zijn drie onderwerpen te vinden. Ten eerste het onderwerp ‘GALI-beperking’. Dit betreft de cijfers die eerder rechtstreeks onder de map ‘beperkingen’ waren te vinden onder de naam ‘Personen met GALI beperking, 4 of ouder’. Ten tweede het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, ernstig’. En ten derde het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, niet ernstig’.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2026 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2025.
Toelichting onderwerpen
- Langdurige aandoeningen
- Aan alle respondenten wordt gevraagd: Heeft u / uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer. Vervolgens worden verschillende aandoeningen en een restcategorie 'overige aandoeningen' voorgelegd en gevraagd of mensen deze aandoening in de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Van drie van die aandoeningen wordt ook gevraagd of men die ooit heeft gehad. Daarnaast wordt (uitgebreider) gevraagd naar suikerziekte (diabetes). De meeste vragen naar specifieke langdurige aandoeningen worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Aandoeningen die niet vaak voorkomen bij jongeren worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
- 1 of meer langdurige aandoeningen
- Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft u / uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer.
- Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden
- Overige aandoeningen
- Percentage personen met de antwoordcategorie "ja" op de vraag: Heeft u / uw kind in de afgelopen 12 maanden nog een andere langdurige ziekte of aandoening gehad die nog niet is genoemd?
- Langdurige aandoeningen, ooit gehad
- Hierbij gaat het om 3 langdurige aandoeningen of ziekten, die mensen ooit gehad kunnen hebben.
- Beroerte, 12 jaar of ouder
- Percentage personen, van 12 jaar of ouder, met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft u ooit een beroerte, hersenbloeding of herseninfarct gehad?
- Hartinfarct, 12 jaar of ouder
- Percentage personen, van 12 jaar of ouder, met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft U ooit een hartinfarct gehad?
- Kanker
- Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft u / uw kind ooit een vorm van kanker gehad?
- Beperkingen
- Beperkingen
Er worden 3 indicatoren voor lichamelijke beperkingen berekend:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar en.
c de iADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
Daarnaast wordt een globale vraag over beperkingen gesteld (GALI-indicator).- Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder
- De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen, zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen.
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.- Personen met minstens 1 beperking
- Percentage personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
- Beperkingen per persoon
- Het gemiddeld aantal OESO-beperkingen per persoon in de bevolking van 12 jaar of ouder, gemeten met behulp van de OESO-indicator.
- Beperkingen per persoon met beperking
- Het gemiddeld aantal OESO- beperkingen per persoon met minstens 1 beperking, gemeten met behulp van de OESO-indicator.
- Personen met beperking in horen
- Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in horen (volgens de OESO indicator).
- Personen met beperking in zien
- Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 2 vragen naar beperkingen in zien (volgens de OESO indicator).
- Personen met beperking in bewegen
- Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja, met grote moeite' of 'nee, dat kan ik niet' op minstens 1 van de 3 vragen naar beperkingen in bewegen (volgens de OESO indicator).
- Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder
- De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd op vragen over de volgende 11 verrichtingen:
1. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
2. In- en uit bed stappen
3. De trap op- en aflopen
4. Eten en drinken
5. Aan- en uitkleden
6. Het gezicht en de handen wassen
7. In bad gaan of douchen
8. Van het toilet gebruik maken
9. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
10. De woning verlaten en binnengaan
11. Zich verplaatsen buitenshuis
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. De eerste drie vragen kennen een 5e antwoordcategorie: zelfs niet met hulp van anderen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.- Personen met minstens 1 beperking
- Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 ADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 11 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' of ‘zelfs niet met hulp van anderen’ antwoordt.
- Beperkingen per persoon
- Het gemiddeld aantal ADL-beperkingen per persoon in de bevolking van 55 jaar of ouder, gemeten met behulp van de ADL-indicator.
- Beperkingen per persoon met beperking
- Het gemiddeld aantal ADL-beperkingen per persoon met minstens 1 beperking, gemeten met behulp van de ADL-indicator.
- Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder
- De IADL (instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen) vraagt naar huishoudelijke activiteiten waar sommige mensen moeite mee kunnen hebben als gevolg van gezondheidsproblemen. De IADL-indicator is gebaseerd op vragen over de volgende 7 verrichtingen:
1. Maaltijden bereiden
2. Telefoneren
3. Boodschappen doen
4. Op tijd de juiste medicijnen innemen
5. Licht huishoudelijk werk
6. Zwaar huishoudelijk werk
7. Het bijhouden van geldzaken en dagelijkse administratie
De 5 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan ik niet; niet van toepassing / heb ik nooit gedaan of hoeven doen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.- Personen met minstens 1 beperking
- Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 IADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
- Beperkingen per persoon
- Het gemiddeld aantal IADL-beperkingen per persoon in de bevolking van 55 jaar of ouder, gemeten met behulp van de IADL-indicator.
- Beperkingen per persoon met beperking
- Het gemiddeld aantal IADL-beperkingen per persoon met minstens 1 beperking, gemeten met behulp van de IADL-indicator.
- Medische contacten
- Aan personen wordt gevraagd of zij contact hebben gehad met de huisarts, de specialist, de tandarts, de mondhygiënist, de orthodontist , de fysio- en oefentherapeut, de psycholoog, psychotherapeut of psychiater, en of zij behandeld zijn door een alternatief genezer. Ook wordt gevraagd naar ziekenhuisopnamen of dagopnamen, of mensen thuiszorg hebben ontvangen. De meeste vragen naar medische contacten worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Voor kinderen tot 12 jaar worden deze vragen door de ouder/verzorger beantwoord. Contacten die niet vaak voorkomen bij kinderen worden gesteld vanaf een hogere leeftijd.
- Ziekenhuisopname in afgelopen 12 maanden
- Ziekenhuisopnamen worden ingedeeld in:
- dagopname (zonder overnachting)
- opname met minimaal één overnachting
Ziekenhuisopnamen in verband met de bevalling of geboorte worden hierbij niet meegerekend.- Opname met overnachtingen
- Percentage personen in de bevolking dat minstens 1 keer in de periode van 12 maanden vóór de enquêtedatum voor minimaal 1 nacht werd opgenomen in een ziekenhuis of kliniek.
- Personen die thuiszorg ontvingen
- Percentage personen dat in de 12 maanden voorafgaand aan het interview thuis betaalde hulp of zorg vanwege problemen met de gezondheid ontvangt. Het gaat bijvoorbeeld om hulp in het huishouden, hulp bij persoonlijke verzorging, verpleging, kraamzorg of een maaltijdservice zoals ‘tafeltje-dek-je’. Bij betaalde hulp gaat het om hulp betaald door iemand zelf of door een instantie.