Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken
| Persoonskenmerken | Marges | Perioden | Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus Angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk (%) | Mondgezondheid Tandenpoetsen, 1 jaar of ouder Minstens twee keer per dag (%) | Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) | Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) | Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Positie: alleenstaande <40 jaar | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 55,2 | 69,4 | 3,5 | . | . |
| Positie: alleenstaande <40 jaar | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 64,0 | 77,4 | 7,6 | . | . |
| Positie: alleenstaande 40 tot 65 jaar | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 49,2 | 63,9 | 14,5 | 8,3 | 19,4 |
| Positie: alleenstaande 40 tot 65 jaar | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 57,9 | 72,5 | 21,5 | 16,3 | 30,0 |
| Positie: alleenstaande >=65 jaar | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 42,2 | 70,6 | 30,7 | 18,2 | 31,6 |
| Positie: alleenstaande >=65 jaar | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 50,0 | 78,5 | 38,2 | 24,7 | 39,1 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 52,5 | 65,4 | 22,0 | 17,1 | 31,6 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 58,9 | 71,4 | 27,6 | 25,3 | 41,2 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 43,3 | 71,3 | 18,1 | 15,0 | 26,7 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 48,8 | 76,3 | 22,5 | 20,6 | 33,4 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 42,7 | 71,6 | 11,7 | 10,7 | 19,6 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 47,5 | 75,7 | 15,0 | 15,6 | 25,6 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 38,4 | 75,7 | 6,4 | 4,1 | 11,1 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 42,8 | 79,3 | 8,8 | 7,4 | 15,9 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep | Ondergrens 95%-interval | 2024 | 34,1 | 79,1 | 3,8 | 4,2 | 7,7 |
| Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep | Bovengrens 95%-interval | 2024 | 38,2 | 82,3 | 5,6 | 7,3 | 11,6 |
| Bron: CBS. | |||||||
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2014
Status van de cijfers: definitief
Wijzigingen per 19 maart 2025
Cijfers over de periode 2024 werden toegevoegd.
De tabel werd uitgebreid met een aantal nieuwe variabelen.
Naast het percentage mensen met een (zeer) goede ervaren gezondheid wordt nu ook het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren gezondheid weergegeven.
Ook voor ervaren mondgezondheid is het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren mondgezondheid toegevoegd. Daarnaast is informatie over mondklachten (tand- of kiespijn en bloedend tandvlees) voor personen van 12 jaar of ouder toegevoegd. Voor mensen van 65 jaar of ouder is informatie over functionele klachten toegevoegd (kauwen van voedsel en doorslikken van voedsel).
Informatie over het poetsen van tanden/kiezen en informatie over flossen, stoken, ragen voor personen van 1 jaar of ouder is toegevoegd. Tenslotte is er een variabele “Contact tandarts en/of mondhygiënist ” toegevoegd en wordt ‘Contact mondhygiënist’ weergegeven voor de hele bevolking en niet meer vanaf 12 jaar of ouder.
Cijfers over het gemiddeld aantal ‘OESO-beperkingen per persoon in de bevolking’ en over het gemiddeld aantal ‘OESO- beperkingen per persoon met minstens 1 beperking’ voor onderwijsniveau, inkomen en vermogen in 2014 werden verbeterd.
Wijzigingen per 10 september 2024
De onderwerpmap ‘Mental Health Inventory (MHI-5), 12 plus’ werd toegevoegd. Binnen deze map staan twee onderwerpen. Ten eerste het nieuwe onderwerp ‘angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk’. Ten tweede het onderwerp ‘psychische klachten, afgelopen 4 weken’. Dit laatste onderwerp was eerder in deze tabel te vinden onder de naam ‘psychische klachten (MHI-5<60), 12 plus’.
Verder werd onder de map ‘beperkingen’ de submap ‘personen met GALI-beperking, 4 jaar of ouder’ toegevoegd. In die submap zijn drie onderwerpen te vinden. Ten eerste het onderwerp ‘GALI-beperking’. Dit betreft de cijfers die eerder rechtstreeks onder de map ‘beperkingen’ waren te vinden onder de naam ‘Personen met GALI beperking, 4 of ouder’. Ten tweede het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, ernstig’. En ten derde het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, niet ernstig’.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2026 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2025.
Toelichting onderwerpen
- Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus
- ‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen. De MHI-5 is feitelijk een deelschaal van de Short Format 36 ofwel SF-36, een uitvoerige internationale standaard voor de meting van gezondheid. De MHI-5 betreft vragen die steeds betrekking hebben op hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde. De vragen zijn gesteld aan respondenten van 12 jaar of ouder
Gevraagd is:
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?
Iedere vraag heeft de volgende 6 antwoordcategorieën: voortdurend-meestal-vaak-soms-zelden-nooit. Bij de positief geformuleerde vragen van de MHI vragenlijst (vraag 3 en 5) zijn voor de antwoordcategorieën in volgorde de waarden 5, 4, 3, 2, 1, en 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen (vraag 1, 2 en 4) zijn precies de omgekeerde waarden toegekend. Vervolgens zijn per persoon de somscores berekend en zijn deze vermenigvuldigd met 4, zodat de minimale somscore van een persoon 0 en de maximale score 100 kan bedragen, waarbij een lagere score meer gevoelens van angst of depressie aangeeft.
De somscore bepaalt of iemand als ‘zonder psychische klachten’ (score 60 of hoger) of ‘met psychische klachten’ (score lager dan 60) wordt ingedeeld. Tot 2022 werden hiervoor de termen ‘psychisch gezond’ en ‘psychisch ongezond’ gebruikt.
Onderzoekers van het Trimbos-instituut hebben echter in 2024 vastgesteld dat het afkappunt van 60 zoals eerder gebruikt, om een aantal redenen niet langer voldeed. De eerdere bepaling van de afkapwaarde van de MHI-5 gebruikte een methode die afhankelijk is van de prevalentie van psychische aandoeningen. Omdat de prevalentie veranderlijk is gebleken, voldeed deze afkapwaarde niet meer. Verder is de classificatie van psychische aandoeningen sinds de eerdere afkapwaardebepaling veranderd: momenteel wordt de DSM-5 gebruikt terwijl de oude afkapwaarde gebaseerd was op de criteria van DSM-III-R. Meer informatie over herijking van de MHI is te vinden in de factsheet van het Trimbos-Instituut (zie tabeltoelichting).
De variabele ‘Psychische klachten, afgelopen 4 weken’ zal daarom niet meer worden aangevuld vanaf 2024 en het CBS zal vanaf september 2024 alleen de reeks over de variabele Angst- of depressiegevoelens, afg. 4 wk (afgelopen 4 weken) aanvullen.- Angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk
- Het percentage mensen van 12 jaar of ouder dat 76 of lager scoort op de Mental Health Inventory (MHI-5) voor adolescenten vanaf 12 jaar en volwassenen. Deze mensen hebben angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken.
- Mondgezondheid
- Tandenpoetsen, 1 jaar of ouder
- Aan respondenten van 12 jaar tot 18 jaar en aan volwassenen die aangaven minstens 1 tand of kies te hebben, is gevraagd: Hoe vaak poetst u meestal uw tanden?
De antwoordopties hierbij waren:
1. Ik poets Niet elke dag
2. 1 keer per dag
3. 2 keer per dag
4. 3 keer per dag of vaker
Voor kinderen vanaf 1 jaar tot 12 jaar werd aan de ouders gevraagd:
Hoe vaak poetst uw kind meestal zijn/haar tanden? Of hoe vaak wordt dit voor hem/haar gedaan? De antwoordopties waren gelijk aan de antwoordopties voor respondenten van 12 jaar of ouder.- Minstens twee keer per dag
- Beperkingen
- Beperkingen
Er worden 3 indicatoren voor lichamelijke beperkingen berekend:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar en.
c de iADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
Daarnaast wordt een globale vraag over beperkingen gesteld (GALI-indicator).- Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder
- De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen, zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen.
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.- Personen met minstens 1 beperking
- Percentage personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
- Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder
- De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd op vragen over de volgende 11 verrichtingen:
1. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
2. In- en uit bed stappen
3. De trap op- en aflopen
4. Eten en drinken
5. Aan- en uitkleden
6. Het gezicht en de handen wassen
7. In bad gaan of douchen
8. Van het toilet gebruik maken
9. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
10. De woning verlaten en binnengaan
11. Zich verplaatsen buitenshuis
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. De eerste drie vragen kennen een 5e antwoordcategorie: zelfs niet met hulp van anderen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.- Personen met minstens 1 beperking
- Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 ADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 11 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' of ‘zelfs niet met hulp van anderen’ antwoordt.
- Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder
- De IADL (instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen) vraagt naar huishoudelijke activiteiten waar sommige mensen moeite mee kunnen hebben als gevolg van gezondheidsproblemen. De IADL-indicator is gebaseerd op vragen over de volgende 7 verrichtingen:
1. Maaltijden bereiden
2. Telefoneren
3. Boodschappen doen
4. Op tijd de juiste medicijnen innemen
5. Licht huishoudelijk werk
6. Zwaar huishoudelijk werk
7. Het bijhouden van geldzaken en dagelijkse administratie
De 5 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan ik niet; niet van toepassing / heb ik nooit gedaan of hoeven doen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.- Personen met minstens 1 beperking
- Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 IADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.