Welvaart van particuliere huishoudens; kerncijfers, herkomst

Welvaart van particuliere huishoudens; kerncijfers, herkomst

Geboorteland (ouders) hoofdkostwinner Herkomstland hoofdkostwinner Perioden Particuliere huishoudens (x 1 000) Gemiddeld besteedbaar inkomen (1 000 euro) Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro)
Geboren in Nederland Totaal 2024* 6.698,9 62,8 43,6 187,3
Geboren in Nederland Nederland 2024* 6.015,7 63,5 44,0 201,7
Geboren in Nederland Europa (exclusief Nederland) 2024* 235,2 56,2 40,9 126,4
Geboren in Nederland België 2024* 32,3 56,8 41,2 170,4
Geboren in Nederland Duitsland 2024* 118,5 52,8 39,2 153,9
Geboren in Nederland Verenigd Koninkrijk 2024* 15,4 62,3 43,5 77,1
Geboren in Nederland Bulgarije 2024* 0,4 45,4 33,3 7,5
Geboren in Nederland Polen 2024* 6,9 55,4 41,3 72,1
Geboren in Nederland Roemenië 2024* 0,9 49,3 36,0 19,4
Geboren in Nederland Overig Europa 2024* 60,9 61,2 43,4 77,5
Geboren in Nederland Buiten Europa 2024* 448,0 57,8 39,9 20,6
Geboren in Nederland Indonesië 2024* 149,0 68,2 47,2 172,2
Geboren in Nederland Marokko 2024* 59,1 49,2 33,5 1,3
Geboren in Nederland Nederlandse Cariben 2024* 25,3 52,0 36,4 2,3
Geboren in Nederland Suriname 2024* 69,7 52,3 36,7 4,6
Geboren in Nederland Turkije 2024* 61,9 56,7 36,4 12,7
Geboren in Nederland Afghanistan 2024* 0,8 37,2 30,3 -1,1
Geboren in Nederland Eritrea 2024* 0,0 . . .
Geboren in Nederland Irak 2024* 1,8 38,4 30,3 -0,5
Geboren in Nederland Iran 2024* 1,9 49,0 37,3 2,5
Geboren in Nederland Somalië 2024* 1,1 32,9 27,2 -4,6
Geboren in Nederland Syrië 2024* 0,8 45,3 33,8 2,6
Geboren in Nederland Overig buiten Europa 2024* 76,7 53,5 38,0 13,1
Geboren buiten NL Totaal 2024* 1.560,0 49,1 34,4 4,8
Geboren buiten NL Nederland 2024*
Geboren buiten NL Europa (exclusief Nederland) 2024* 570,6 48,7 35,7 5,7
Geboren buiten NL België 2024* 30,2 61,1 43,2 139,9
Geboren buiten NL Duitsland 2024* 64,2 54,5 39,6 65,7
Geboren buiten NL Verenigd Koninkrijk 2024* 31,6 69,6 49,6 103,6
Geboren buiten NL Bulgarije 2024* 27,9 37,3 27,3 0,9
Geboren buiten NL Polen 2024* 105,8 43,7 32,3 2,0
Geboren buiten NL Roemenië 2024* 28,3 42,1 31,9 0,9
Geboren buiten NL Overig Europa 2024* 282,5 47,4 35,0 4,3
Geboren buiten NL Buiten Europa 2024* 989,4 49,3 33,7 4,4
Geboren buiten NL Indonesië 2024* 60,7 47,9 37,5 85,8
Geboren buiten NL Marokko 2024* 103,1 49,5 29,6 2,5
Geboren buiten NL Nederlandse Cariben 2024* 68,7 42,6 31,2 0,3
Geboren buiten NL Suriname 2024* 118,5 48,6 34,7 9,5
Geboren buiten NL Turkije 2024* 121,8 53,4 33,4 6,5
Geboren buiten NL Afghanistan 2024* 21,9 47,5 30,2 2,1
Geboren buiten NL Eritrea 2024* 9,2 30,7 24,1 0,3
Geboren buiten NL Irak 2024* 26,9 44,8 29,4 1,7
Geboren buiten NL Iran 2024* 27,3 45,9 33,8 3,8
Geboren buiten NL Somalië 2024* 15,5 38,0 25,3 0,2
Geboren buiten NL Syrië 2024* 54,5 36,5 23,4 0,2
Geboren buiten NL Overig buiten Europa 2024* 361,2 53,2 37,1 7,9
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de verdeling van de welvaart van particulier huishoudens in Nederland, gemeten op basis van het inkomen en het vermogen. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar geboorteland van de ouders, en herkomstland van de hoofdkostwinner.
De doelpopulatie bestaat uit alle particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar.
In de doelpopulatie voor het onderwerp huishoudens met een laag inkomen zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden, buiten beschouwing gebleven.

Het CBS is overgegaan op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers is vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.

Voor de armoedekwalificatie wordt vanaf 2024 de nieuwe meetmethode van het CBS, SCP en Nibud gehanteerd. Cijfers over laag inkomen worden vanaf 2024 niet meer geactualiseerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers voor 2011 t/m 2023 zijn definitief. De cijfers voor 2024 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 8 oktober 2025:
Cijfers over 2023 zijn definitief en voorlopige cijfers over 2024 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Definitieve cijfers over 2024 en voorlopige cijfers over 2025 komen in het najaar van 2026 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens per 1 januari van het verslagjaar, met inkomen.

Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen per particulier huishouden.

Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per particulier huishouden.

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.

Het mediane vermogen is gelijk aan het middelste vermogen indien de vermogens van alle huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer, en de andere helft minder vermogen bezit.

Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan uit financiële bezittingen (banktegoeden en effecten), onroerend goed en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.